De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd om de samenwerkingsovereenkomst met 3W plus Energie vzw voor het project Noodkoopfonds - renovatiebegeleiding goed te keuren.
Het decreet over het lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
De bijdrage aan 3W plus Energie VZW bedraagt 6.000 euro. Dit zal worden opgenomen bij in het eenjarig meerjarenplan 2025.
Om de kandidaten van het noodkoopfonds te begeleiden heeft de sociale dienst nood aan ondersteuning van 3W plus Energie vzw. 3W plus kan zorgen voor deze ondersteuning. OCMW Galmaarden heeft van de Vlaamse overheid voor dit project recht op een subsidie van 15.000 euro, hiervan werd reeds 12.000 euro ontvangen. Het is billijk om de subsidie te verdelen onder beide partijen via deze samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst voor het project noodkoopfonds - renovatiebegeleiding met 3W Plus Energie vzw, die als bijlage integraal deel uitmaakt van dit besluit goed.
Artikel 2:
De dienst welzijn bezorgt een kopie van dit besluit aan de dienst financiën en aan 3W Plus Energie vzw.
Goedkeuring van het klachtenreglement met ingang van 1 januari 2025
Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 78, 13°, 285-288, 302, 303, 330-334, 350, 351
Het bestuursdecreet, Afdeling 2 (art. 75-85) en afdeling 3 (art. 86 – 87)
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Het bestuur beschouwt een klacht als een kans om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Het bestuur vindt het belangrijk dat elke indiener weet dat hij of zij met zijn of haar klacht bij hen terecht kan en dat elke klacht op een objectieve, klantvriendelijke en grondige manier zal behandeld worden.
Het decreet lokaal bestuur artikel 302 en 303 bepaalt dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement een systeem van klachtenbehandeling organiseert. Het systeem van klachtenbehandeling wordt zowel voor de gemeente als voor het openbaar centrum van maatschappelijk welzijn georganiseerd op het ambtelijke niveau en is maximaal onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn over de klachten ingediend tegen het lokaal bestuur.
Het bestuursdecreet, Afdeling 2 (art. 75-85) en afdeling 3 (art. 86 – 87) legt de verdere minimale bepalingen vast.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanpassing van het klachtenreglement van het OCMW van Galmaarden als volgt goed:
Artikel 1 - Wat is een klacht?
§ 1. Een klacht is een manifeste uiting van ontevredenheid van een gebruiker van de dienstverlening bij het lokaal bestuur in verband met een handeling of prestatie die het bestuur al dan niet heeft verricht.
§ 2. Een klacht kan betrekking hebben op het handelen van zowel personeelsleden als van politieke mandatarissen (burgemeester, schepenen, raadsleden, voorzitter van de gemeenteraad en van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn).
§ 3. Een klacht kan betrekking hebben op:
§ 4. Vragen om informatie, meldingen, suggesties, beroepen, bezwaren of petities, worden niet beschouwd als klachten. Meldingen worden behandeld via het meldpunt op de website.
Voor beroepen en bezwaarschriften dienen de wettelijk omschreven procedures te worden gevolgd.
§ 5. Deze klachtenprocedure is niet van toepassing op algemene klachten over de regelgeving, algemene klachten over het (al dan niet) gevoerde beleid of klachten over beleidsvoornemens of verklaringen. Dergelijke klachten zullen geregistreerd worden en doorgestuurd naar de bevoegde mandataris.
§ 6. Dit reglement is niet van toepassing op klachten waarvoor een specifieke procedure is voorzien in de wetgeving (onder meer pesten op het werk, ongewenst seksueel gedrag,
Artikel 2 - Wie kan een klacht indienen?
Elke gebruiker van de dienstverlening van het lokaal bestuur kan een klacht indienen. Het kan gaan om een inwoner, bezoeker, vereniging of bedrijf. Ook een personeelslid van het lokaal bestuur kan een klacht uiten op basis van dit reglement.
Artikel 3 - Hoe een klacht indienen?
Een klacht kan op verschillende manieren worden ingediend:
Artikel 4 - De klachtencoördinator
De deskundige beleidsondersteuning is de klachtencoördinator. Bij zijn/haar afwezigheid treedt de algemeen directeur op als klachtencoördinator. De klachtencoördinator registreert de klachten en verwijst ze voor behandeling door naar een klachtenbehandelaar, afhankelijk van de aard van de klacht. De klachtencoördinator behandelt inhoudelijk zelf geen klachten, maar ziet er wel op toe dat de behandeling van de klacht conform de klachtenprocedure verloopt.
Artikel 5 - De klachten registratie
Wanneer een klacht bij een medewerk(st)er van het lokaal bestuur terechtkomt, stuurt hij/zij de klacht door naar de klachtencoördinator voor registratie:
Nadat de klachtencoördinator de klacht heeft ontvangen, registreert hij deze (ongeacht of ze wel of niet ontvankelijk is) met de volgende gegevens:
Nadat de klacht is afgehandeld registreert hij:
Artikel 6 - Het ontvankelijkheidsonderzoek
§ 1. De klachtencoördinator voert het ontvankelijkheidsonderzoek uit. De klacht is onontvankelijk als:
De klacht anoniem is ingediend, vermelding van naam en adres zijn minimaal vereist.
§ 2. Onontvankelijke klachten vereisen geen verdere behandeling volgens de klachtenprocedure.
De klachtencoördinator deelt aan de klager, binnen de 10 werkdagen, met een gemotiveerde brief mee waarom de klacht als onontvankelijk wordt beschouwd. Als de reden is dat de klacht gaat over zaken die niet tot de bevoegdheid van het lokaal bestuur behoren, verwijst de brief de klager door naar de instantie die zijn klacht kan behandelen.
§ 3. Als de klacht betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij verschillende overheidsinstanties betrokken zij n, wijzen die overheidsinstanties in gezamenlijk overleg een coördinerende overheidsinstanties aan die verantwoordelijk is voor de opvolging van de klacht.
Artikel 7 - De klachtenontvangst
De klachtencoördinator bezorgt de ontvankelijke klacht aan de klachtenbehandelaar (zie artikel 8).
Als blijkt dat de klachtenbehandelaar de klacht binnen de 8 werkdagen kan oplossen (een oplossing, compromis, maatregel kan voorstellen) én de klager is akkoord met deze oplossing, dan moet de klacht niet meer formeel opgevolgd worden. De schriftelijk bevestiging van de klager (akkoord met oplossing), moet aan de klachtencoördinator bezorgd worden en toegevoegd worden aan de registratie.
Lukt dit niet, dan stuurt de klachtencoördinator, binnen de 10 werkdagen na ontvangst van de klacht, een antwoordbrief of antwoordmail naar de klager die in elk geval de volgende elementen vermeldt:
Artikel 8 - De klachtenbehandelaar
De klachten behandelaar is niet (rechtstreeks) bij de feiten betrokken en is:
De klachtenbehandelaar houdt bij de klachtenbehandeling maximaal rekening met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Artikel 9 - De klachtenbehandeling
§ 1. De klachtenbehandelaar is verantwoordelijk voor het inhoudelijke onderzoek en het beoordelen van de klacht. Hij/zij gaat zo nodig bij de medewerker uitleg vragen over de feiten waarover geklaagd wordt en neemt de conclusies van het gesprek op in een verslag.
De klachtenbehandelaar bezorgt het verslag met motivering en een ontwerp van antwoord brief aan de klachtencoördinator en aan de algemeen directeur binnen de 25 werkdagen na het ontvangen van de klacht van de klachtencoördinator.
De klachtencoördinator gaat na of de klachtenbehandelaar een neutrale houding heeft aangenomen in het behandelen van de klacht. Na goedkeuring door de klachtencoördinator
stuurt deze, binnen de 10 werkdagen, aan de klager een antwoord brief met de conclusies van het onderzoek. Bij gegronde of deels gegronde klachten wordt indien van toepassing een oplossing, compromis of maatregel geformuleerd, na goedkeuring door het bevoegde orgaan.
De klachtenbehandelaar ziet toe op de uitvoering van de beslissing.
§ 2. Indien de termijn voor behandeling van een klacht omwille van specifieke omstandigheden (bv. afwezigheid wegens ziekte, beslissing van bevoegd orgaan nodig, ...) niet kan worden gerespecteerd, neemt de klachtencoördinator binnen de 45 werkdagen contact op met de indiener om hem of haar te informeren over de stand van zaken en een nieuwe planning af te spreken. De termijn kan gemotiveerd tot maximaal 90 werkdagen verlengd worden.
Artikel 10 - Afhandelen dossier
De klachtencoördinator brengt het rapport in het systeem in en de klacht wordt als afgehandeld beschouwd.
Artikel 11 - Maatregelen
Het lokaal bestuur beschouwt klachten als een kans om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Voor elke gegronde klacht worden, door de algemeen directeur, maatregelen getroffen of afspraken gemaakt om te voorkomen dat hetzelfde probleem zich zou herhalen.
Indien het een beleidsprobleem betreft, wordt de klacht voorgelegd aan het bevoegde orgaan dat eventueel structurele wijzigen kan aanbrengen aan het beleid.
Artikel 12 - Privacy
Alle personeelsleden/organen die bij de behandeling van een klacht betrokken zijn, zijn tot geheimhouding verplicht.
Volgens artikel 79 in het bestuursdecreet geldt de indiening van een klacht als een toestemming voor de overheidsinstantie, vermeld in If. 74, eerste lid, om de gegevens in het kader van de klachtenbehandeling te verwerken, meer bepaald om de naam van indiener en het voorwerp van de klacht bekend te maken bij het personeelslid of de dienst tegen wie de klacht gericht is of bij andere betrokken overheidsinstanties, behalve als de indiener zich daartegen verzet.
Artikel 13 - Vlaamse Ombudsdienst
De indiener kan, conform het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst, een klacht indienden bij de Vlaamse Ombudsdienst:
Artikel 14 - Klachtenrapportering
Jaarlijks wordt een verslag opgemaakt en aan de raad voor maatschappelijk welzijn gerapporteerd.
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2025.
Artikel 3:
Met ingang van 1 januari 2025 worden volgende raadsbesluiten opgeheven:
565.122
Het retributiereglement op verkoop van dranken en versnaperingen op activiteiten georganiseerd door de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne dient met het oog op de fusie te worden aangepast, zodat het per 1 januari 2025 van toepassing kan worden op het hele grondgebied.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 77,78 ,17°/1, 285-288, 330-334, 350, 351, 369
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Om die reden wordt voorgesteld het reglement op de verkoop van dranken en versnaperingen tijdens gemeentelijke activiteiten uit te breiden naar Galmaarden, Gooik en Herne.
Artikel 1:
De retributietarieven voor de verkoop van dranken en versnaperingen op gemeentelijke activiteiten worden met ingang van 1 januari 2025 als volgt vastgesteld:
Artikel 2:
De retributie wordt betaald door de koper bij de afleveringen van dranken en versnaperingen.
Artikel 3:
De vergoeding van de retributie wordt contant of elektronisch voldaan.
Artikel 4:
Een door de algemeen directeur aangesteld personeelslid zal instaan voor de inning van de ontvangsten.
Artikel 5:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
Het reglement dorpsrestaurant dient te worden aangepast om de toegang tot de activiteit open te stellen voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne met ingang van 1 januari 2025.
Het decreet over het lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350, 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 februari 2015 tot oprichting van een dorpsrestaurant
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 september 2021 tot reglement van het dorpsrestaurant
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Ook het reglement dorpsrestaurant dient te worden aangepast om de toegang tot de activiteit open te stellen voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement voor het dorpsrestaurant als volgt goed:
1. Situering en doelstelling
Het dorpsrestaurant, Resto+, is opgericht om senioren en zorgbehoevenden hun sociaal weefsel te versterken en de sociale contacten te bevorderen. Het is een plaats waar iedereen ongedwongen naartoe kan komen om een gezonde warme maaltijd te eten en elkaar in een ontspannen sfeer te ontmoeten.
Naast het aanbieden van gezonde voeding en het bevorderen van sociale contacten zorgt het dorpsrestaurant ervoor dat er op een laagdrempelige manier informatie kan worden gegeven, dat er noden worden opgevangen en de dienstverlening dicht(er) bij de mensen wordt gebracht.
2. Doelgroep
Inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne die voldoen aan volgende voorwaarden :
- Alleenstaanden van minimum 60 jaar oud of gezinnen waarvan één der beide partners minimum 60 jaar oud is.
- Personen met een handicap (inkomensvervangende tegemoetkoming of integratie- tegemoetkoming).
- Personen die recht hebben op de zorgverzekering én hun mantelzorger.
- Personen afkomstig uit Galmaarden, Gooik en Herne, alleenstaanden of gezinnen waar één van beide partners minimum 60 jaar oud is en die in totaal meer dan 10 jaar in Galmaarden, Gooik of Herne hebben gewoond OF die er gedurende de laatste 10 jaar een periode hebben gewoond.
3. Locatie en tijdstip
“RESTO +” wordt georganiseerd op volgende locatie: “Gemeentelijke zaal Willem Tell”, Hernestraat 5, 1570 Tollembeek met een frequentie van gemiddeld 8 tot 9 keer per jaar, de eerste dinsdag van de maand.
De exacte data van het dorpsrestaurant worden bekendgemaakt in het begin van het nieuwe werkingsjaar.
4. Prijs
Er wordt voor de prijs van 12 euro per persoon een 3-gangenmaaltijd aangeboden bestaande uit soep, hoofdgerecht, dessert met een tas koffie.
Dranken zijn te verkrijgen tegen betaling volgens het retributiereglement dorpsrestaurant.
Er wordt geen korting toegestaan indien de gebruiker geen soep of nagerecht wenst.
De betaling gebeurt op voorhand via bankoverschrijving of in geval van overmacht cash ter plaatse.
Er is mogelijkheid tot afwijking van de prijs voor personen wier hulpvraag mits voorlegging van een sociaal verslag, opgemaakt door de maatschappelijk assistente van het OCMW wordt goedgekeurd door het Bijzonder Comité Sociale Dienst van Galmaarden, Gooik of Herne.
5. Inschrijvingen
Inschrijven kan telefonisch, via e-mail of persoonlijk tijdens de openingsuren van het OCMW van Galmaarden, Gooik en Herne.
Inschrijvingen dienen te gebeuren minstens één werkweek op voorhand.
Er kan gratis geannuleerd worden indien dit minstens 3 werkdagen op voorhand gemeld wordt. Zoniet wordt de bestelde maaltijd aangerekend.
Annuleren kan via dezelfde kanalen als de inschrijvingen: telefonisch, via e-mail of door langs te komen tijdens de openingsuren.
Ziekte en ziekenhuisopname zijn geldige redenen om laattijdig af te melden.
6. Vrijwilligers
De werking van het dorpsrestaurant wordt mede ondersteund door vrijwilligers. De vrijwilligers krijgen een gratis maaltijd met drank aangeboden en zij worden via het OCMW verzekerd voor lichamelijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid.
7. Vervoer
Deelnemers die niet op eigen houtje (te voet, met de fiets, met de auto, meerijden met vrienden of buren of met het openbaar vervoer) de locatie van het dorpsrestaurant kunnen bereiken, kunnen dit melden bij de thuisdiensten van Galmaarden, Gooik en Herne.
De dienst probeert het vervoersprobleem op te lossen via de Minder Mobielen Centrale van Galmaarden, Gooik en Herne. Het vervoer is te betalen door de deelnemer zelf.
8. Huisdieren
Omwille van hygiënische redenen zijn huisdieren niet toegelaten tijdens het dorpsrestaurant.
9. Privacy
Zie bijlage.
10. Wat als u een klacht of melding heeft?
De klant kan steeds klachten of voorstellen indienen. Iedere melding wordt ernstig bekeken.
Een klacht kan op verschillende manieren worden ingediend volgens de bestaande klachtenprocedure
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025
Artikel 3:
Met ingang van 1 januari wordt het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 september 2021 tot reglement van het dorpsrestaurant opgeheven.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 77, 285-288, 330-334, 350, 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
De organieke wetgeving van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.
Het koninklijk besluit van 14 februari 2005 tot uitvoering van de wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.
De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
Het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Reglementen voor aanvullende financiële steunverlening zorgen voor een uniforme toekenning van steun aan personen of gezinnen met lage inkomens. De cijfers energiearmoede zijn globaal sterk gestegen ten opzitten van 2020. Gemiddeld ondervindt 10% van de bevolking van Galmaarden, Gooik en Herne betalingsmoeilijkheden wanneer het over energie gaat. De energietoelage is gericht op de bestrijding van energiearmoede bij de meest kwetsbaren in onze maatschappij, zijnde personen/gezinnen die moeilijkheden hebben om hun energiekosten zelf te betalen of personen/gezinnen met een schuldenlast van die aard dat zij, ondanks hun persoonlijke inspanningen, hun energierekeningen niet meer kunnen betalen. Het OCMW wil financiële maatschappelijke steun bieden aan deze personen en gezinnen, in de vorm van een energietoelage.
Indien de energiebron van de voorgelegde facturen gas en/of elektriciteit betreft, en deze facturen nog niet betaald zijn, dan komen deze in aanmerking ter subsidie uit het gas- en elektriciteitsfonds.
Het gas- en elektriciteitsfonds heeft een drieledig doel waarvan één aansluit bij het doel van dit huishoudelijk reglement: Financiële maatschappelijke steun toekennen aan personen waarvan de schuldenlast van die aard is dat zij, ondanks hun persoonlijke inspanningen, hun gas- en elektriciteitsrekeningen niet meer kunnen betalen. De situatie van schuldenlast dient ruim te worden geïnterpreteerd in functie van het principe van de menselijke waardigheid. Het is voldoende dat de aanvrager een ernstig risico op schuldenlast loopt. Er dient nog geen toestand van schuldenlast te zijn, een risico op schuldenlast vastgesteld door het sociaal onderzoek is voldoende.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement energietoelage ter bestrijding van energiearmoede als volgt goed:
Artikel 1: Doelgroep
§1 Categorie 1: Personen met een laag inkomen komen in aanmerking, met een maximale grens van leefloonbedragen + 60%.
Alle inkomsten (berekend volgens de RMI-wetgeving) van alle inwonenden worden in rekening gebracht.
§2 Categorie 2: Personen in budgetbegeleiding, budgetbeheer of collectieve schuldenregeling die na afbetaling van hun schulden (met uitzondering van een hypothecair krediet) of betaling van medische kosten met hun beschikbare inkomen onder bovenstaande inkomensgrenzen vallen, berekend zoals hierboven bepaald.
Artikel 2: Bijkomende voorwaarden
§1 Het OCMW moet bevoegd zijn voor de steunverlening volgens de wet van 2 april 1965.
§2 De aanvrager van deze steunverlening dient 18 jaar te zijn of daarmee gelijkgesteld zoals voorzien in de RMI wetgeving van 26 mei 2002.
§3 Eigenaars die een onroerend goed bewonen waarop geen hypothecaire last meer rust, komen niet in aanmerking.
§4 Eigenaars die meer dan één onroerend goed bezitten in volle eigendom of vruchtgebruik komen niet in aanmerking.
§5 Personen met spaargeld boven het maximum, zoals bepaald in artikel 27 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, hebben geen recht op financiële steunverlening. (Huidig bedrag = 6200 euro)
§6 Het laten uitvoeren van een energiescan kan een voorwaarde zijn die opgelegd wordt door het BCSD bij toekenning van de energietoelage. Indien de energiescan een opgelegde voorwaarde is dan kan er niet overgegaan worden tot betaling van de energietoelage totdat de energiescan uitgevoerd wordt. De aanvrager dient het resultaat van de energiescan te bezorgen aan de dienst welzijn. Enkel de door de dienst welzijn aangestelde energie-expert kan deze energiescan uitvoeren. Indien de aanvrager verhuist binnen de gemeente, kan een energiescan van de nieuwe woonst verwacht worden.
Artikel 3: Cumulatie met andere toelagen/tegemoetkomingen
§1 Personen die aanspraak maken op een tegemoetkoming via het Sociaal Stookoliefonds kunnen deze cumuleren met een energietoelage.
§2 Personen die aanspraak maken op de minimale levering aardgas en elektriciteit kunnen deze tussenkomst niet cumuleren met een energietoelage.
§3 Personen die aanspraak maken op een huurtoelage vanwege het OCMW kunnen deze niet cumuleren met een energietoelage.
Artikel 4: Bedrag van de jaarlijkse toelage
§1 De energietoelage wordt toegekend op basis van de inkomenscategorieën en bedragen vermeld in onderstaande tabel. Het bedrag van de energietoelage is gebaseerd op de minimale leveringstarieven voor aardgas en elektriciteit voor beschermde afnemers, die de laagste inkomens hebben.
§2 De hoogte van de energietoelage is degressief en afhankelijk van het inkomen. Naarmate het inkomen stijgt, vermindert de toelage, omdat aangenomen wordt dat hogere inkomens meer ruimte hebben voor energiekosten.
§3 Ook de woonvorm wordt in rekening gebracht. Een open bebouwing is minder energiezuinig dan een rijhuis, hoekhuis of appartement, wat de hoogte van de toelage beïnvloedt
|
INKOMENSGRENZEN |
BEDRAG VAN DE TOELAGE PER WOONVORM |
|||
|
ALLEENSTAANDEN |
GEZINNEN |
APPARTEMENT |
RIJHUIS HOEKHUIS |
OPEN BEBOUWING |
Cat 1 |
0 - bedrag LL |
0 - bedrag LL |
326,6 |
466,6 |
566,6 |
Cat 2 |
bedrag LL - 1.417 |
bedrag LL – 1.915 |
279,94 |
399,94 |
485,66 |
Cat 3 |
1.417 - 1.546 |
1.915 - 2.089 |
233,29 |
333,29 |
404,71 |
Cat 4 |
1.546 - 1.674 |
2.089 – 2.263 |
186,63 |
266,63 |
323,77 |
Cat 5 |
1.674 - 1.803 |
2.263 - 2.437 |
139,97 |
199,97 |
242,83 |
Cat 6 |
1.803 - 1.932 |
2.437 – 2.612 |
93,31 |
133,31 |
161,89 |
Cat 7 |
1.932 - 2.061 |
2.612 - 2.786 |
46,66 |
66,66 |
80,94 |
Artikel 5: Procedure
§1 De aanvraag gebeurt via een ondertekend aanvraagformulier op de datum van indiening.
§2 De maatschappelijk werker voert een sociaal onderzoek uit om na te gaan of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van dit reglement.
§3 Het sociaal onderzoek wordt voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) die de uiteindelijke beslissing neemt over de toekenning van de energietoelage.
§4 De energietoelage wordt toegekend als een eenmalig bedrag per jaar. De toekenning geldt altijd tot en met 31/12 van het lopende jaar.
§5 Indien betrokkene niet langer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden, wordt het recht onmiddellijk ingetrokken.
§6 Betalingen gebeuren uitsluitend op basis van een voorgelegde onbetaalde factuur.
Artikel 6: afwijkingen
Een afwijking op dit reglement is mogelijk, na een sociaal-en financieel onderzoek voorgelegd aan het BCSD.
Artikel 7: indexering toelagen
Voornoemde bedragen worden jaarlijks op 1 januari jaar N aangepast aan de index volgens volgende formule:
bedragen november 2024 x gezondheidsindex 11/jaar N-1
gezondheidsindex 11/2024
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem. Reglementen voor aanvullende financiële steunverlening zorgen voor een uniforme toekenning van steun aan personen of gezinnen met lage inkomens.
De huurprijzen voor appartementen en woningen zijn de laatste jaren sterk gestegen in Galmaarden, Gooik en Herne en in het Vlaamse Gewest.
Deze tussenkomst helpt de meest kwetsbaren met het betalen van hun huishuur. Het doel is ervoor te zorgen dat personen of gezinnen een degelijke woonst hebben en menswaardig kunnen leven, met een leefbare verhouding tussen inkomen en huurgelden.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40, 285-288, 330-334, 350, 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s
De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s
De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Reglementen voor aanvullende financiële steunverlening zorgen voor een uniforme toekenning van steun aan personen of gezinnen met lage inkomens.
De huurprijzen voor appartementen en woningen zijn de laatste jaren sterk gestegen in Galmaarden, Gooik en Herne en in het Vlaamse Gewest.
Deze tussenkomst helpt de meest kwetsbaren met het betalen van hun huishuur. Het doel is ervoor te zorgen dat personen of gezinnen een degelijke woonst hebben en menswaardig kunnen leven, met een leefbare verhouding tussen inkomen en huurgelden.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement tussenkomst in huur als volgt goed:
Artikel 1: Doelgroep
§1 Inkomensvoorwaarde
Personen met een laag inkomen komen in aanmerking, met een maximale grens van leefloonbedragen + 60%.
§2 Inkomensberekening
Alle inkomsten (berekend volgens de RMI-wetgeving) van alle inwonenden worden in rekening gebracht, met uitzondering van inkomsten van studenten.
Voor inwonende studenten geldt onderstaande regeling:
Noot: Het recht op RMI vervalt wanneer betrokkene meer dan drie opeenvolgende maanden over voldoende bestaansmiddelen beschikt.
§3 Bepaling inkomen
We onderscheiden op moment van aanvraag 3 inkomstensituaties:
De tussenkomst wordt maandelijks berekend op basis van de voorgelegde loonfiche
De aanvrager dient al zijn rechten uit te putten, zoniet zal er rekening gehouden worden met het fictief inkomen waarop de aanvrager recht zou kunnen hebben.
Artikel 2: Bijkomende voorwaarden
§1 Het OCMW moet bevoegd zijn voor de steunverlening volgens de wet van 2 april 1965.
§2 De aanvrager van deze steunverlening dient 18 jaar te zijn of daarmee gelijkgesteld zoals voorzien in de RMI wetgeving van 26 mei 2002.
§3 Het gehuurde goed moet gelegen zijn in Galmaarden, Gooik of Herne én men moet in het bezit zijn van een ondertekende huurovereenkomst.
§4 De aanvrager dient gedomicilieerd te zijn in Galmaarden, Gooik of Herne.
§5 Eigenaars die een onroerend goed bezitten komen niet in aanmerking.
§6 Personen met spaargeld boven het maximum, zoals bepaald in artikel 27 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, hebben geen recht op financiële steunverlening. Huidig bedrag = 6200 euro.
§7 De huurprijs mag nooit hoger zijn dan 3/4 van het inkomen.
§8 De aanvragers voor een huurtoelage dienen zelf minstens 1/3 van het inkomen te besteden aan huur. De reële huurtoelage kan bijgevolg nooit meer zijn dan het verschil tussen 1/3 van het inkomen en de werkelijke huurprijs.
§9 De aanvrager dient zich verplicht in te schrijven bij de woonmaatschappij werkzaam in Galmaarden, Gooik of Herne en het inschrijvingsbewijs hiervan te bezorgen. Ook moeten zij rechten op andere huurtoelagen of premies laten gelden.
§10 Aanvragers die definitief in een erkende instelling verblijven worden uitgesloten van een huurtoelage.
§11 Wie een goedkopere, aangepaste sociale woning weigert verliest zijn recht op een huurtoelage voor een periode van 12 maanden, ingaande vanaf de maand volgend op de inbreuk.
§12 De aanvrager moet rechten op andere huurtoelagen of premies laten gelden. Indien de huurtoelage of -premie van een andere overheidsinstantie lager ligt dan de huurtoelage (reële huurtoelage + kindertoeslag) van het OCMW, wordt enkel het verschil tussen beide uitbetaald.
§13 Wie het recht op een huurtoelage of -premie van een andere overheidsinstantie niet laat gelden of verliest door eigen toedoen, verliest zijn recht op huurtoelage voor een periode van 12 maanden, ingaande vanaf de maand volgend op de inbreuk.
Artikel 3: bedragen maandelijkse huurtoelage
§1 De huurtoelage wordt toegekend op basis van de inkomenscategorieën en bedragen vermeld in onderstaande tabel. Hierbij wordt rekening gehouden met de gezinssamenstelling en een toeslag per kind.
|
alleenstaande |
gezin |
|||
|
inkomsten |
max huurtoelage |
inkomsten |
max huurtoelage |
toeslag/kind |
Cat 1 |
0 - bedrag LL |
249 |
0 - bedrag LL |
249 |
41 |
Cat 2 |
bedrag LL - 1.417 |
212 |
bedrag LL – 1.915 |
212 |
36 |
Cat 3 |
1.417 - 1.546 |
178 |
1.915 - 2.089 |
178 |
30 |
Cat 4 |
1.546 - 1.674 |
142 |
2.089 – 2.263 |
142 |
24 |
Cat 5 |
1.674 - 1.803 |
107 |
2.263 - 2.437 |
107 |
18 |
Cat 6 |
1.803 - 1.932 |
71 |
2.437 – 2.612 |
71 |
12 |
Cat 7 |
1.932 - 2.061 |
36 |
2.612 - 2.786 |
36 |
6 |
§2 De kindtoeslag wordt beperkt tot vier kinderen ten laste. Een ouder met regeling co-ouderschap waarbij kinderen blijven slapen worden steeds als ‘gezin’ beschouwd voor het bepalen van de maximale huurtoelage en hebben recht op 50% van de kindtoeslag.
Artikel 4: Procedure
§1 De aanvraag gebeurt via een ondertekend aanvraagformulier op de datum van indiening.
§2 De maatschappelijk werker voert een sociaal onderzoek uit om na te gaan of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van dit reglement.
§3 Het sociaal onderzoek wordt voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) die de uiteindelijke beslissing neemt over de toekenning van de huurtoelage.
§4 De huurtoelage wordt toegekend vanaf de maand na de aanvraag.
§5 De toekenning geldt altijd tot en met 31/12 van het lopende jaar.
§6 Tussentijdse herzieningen gaan altijd in vanaf de volgende maand. Er worden geen terugvorderingen of aanpassingen gedaan voor een gedeelte van de betrokken maand.
§7 Als de inkomsten van de aanvrager in de loop van het jaar met minstens 10% veranderen ten opzichte van de aanvraag, wordt de huurtoelage herzien.
§8 Indien betrokkene niet langer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden, wordt het recht ingetrokken vanaf de volgende maand.
§9 Onterecht ontvangen tussenkomsten zullen worden teruggevorderd.
§10 De aanvrager is verplicht elke wijziging in inkomen of situatie te kennen te geven.
Artikel 5: afwijkingen
Een afwijking op dit reglement is mogelijk, na een sociaal-en financieel onderzoek voorgelegd aan het BCSD.
Artikel 6: indexering toelagen
Voornoemde bedragen worden jaarlijks op 1 januari jaar N aangepast aan de index volgens volgende formule:
bedragen november 2024 x gezondheidsindex 11/jaar N-1
gezondheidsindex 11/2024
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd om het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen met ingang van 1 januari 2025 goed te keuren.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350 en 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
De organieke wetgeving van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 houdende definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Het OCMW Galmaarden heeft op heden geen reglement omtrent de opname en ten laste name van de verblijfskosten van een persoon verblijvende in een erkende assistentiewoning.
Een assistentiewoning is bedoeld voor oudere personen die nog voldoende zelfredzaam zijn om zelfstandig te wonen maar waar wel extra zorg zoals crisishulp en woonassistentie is voorzien. Dit tegenover woonzorgcentra die eerder voorzien zijn voor zorgbehoevende personen. Via assistentiewoningen kunnen woonzorgcentra ontlast worden en kunnen zij bijkomend plaats maken voor de meer zorgbehoevende personen.
In een assistentiewoning kan een bewoners zelf thuisverpleging en mantelzorg regelen en moet men instaan voor boodschappen, maaltijden en poetsen. In een woonzorgcentrum is 24 uur zorg, eten en poetsen in de prijs is inbegrepen.
Uitgaande van het basisprincipe dat ook een senior met een beperkt inkomen recht heeft om in een assistentiewoning te wonen en niet noodgedwongen moet kiezen voor een woonzorgcentrum is het aangeraden dat het OCMW ook een reglement maakt voor deze doelgroep.
De dagprijs voor assistentiewoningen is in Vlaanderen heel verschillend en de samenstelling van de dagprijs varieert. Er wordt gekozen voor een forfaitaire tussenkomst waarbij na aftrek van de naakte huurprijs voor de assistentiewoningen van hun inkomen bewoners nog een bedrag van 960,97 euro (alleenstaande) en 1666,75 euro (gezin) nodig hebben om al hun vaste kosten te kunnen betalen.
Inwoners van de seniorenwoningen vallen niet onder dit reglement maar onder het reglement betreffende de huurpremie.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen door het OCMW als volgt goed:
Artikel 1. Doelstelling
Het OCMW Galmaarden voorziet een financiële ondersteuning, onder de vorm van een tussenkomst, om senioren met een beperkt inkomen de kans te bieden om in een assistentiewoning te wonen.
Artikel 2. Toepassingsgebied
Het bevoegd OCMW is het OCMW van de gemeente waar betrokkene gedomicilieerd was op het ogenblik van zijn opname in een erkende assistentiewoning (art. 2§1 van de Wet van 02 april 1965).
Artikel 3. Definities
Artikel 4. Bedrag tussenkomst
De tussenkomst moet de bewoner van een assistentiewoning toelaten kwaliteitsvol te wonen en volwaardig te kunnen participeren aan de maatschappij. Naast het betalen van de huur dient de bewoner nog voldoende inkomsten te hebben om in zijn levensonderhoud te voorzien.
Om te bepalen hoeveel iemand nodig heeft, baseren we ons op richtbedragen opgedeeld in korven per soort uitgave.
Op basis hiervan wordt een inkomen gegarandeerd van € 960,97 voor een alleenstaande en
€ 1666,75 voor een koppel, na betaling van de (naakte) huurprijs.
4.1 Berekening tussenkomst
Artikel 5. Voorwaarden
Artikel 6. De aanvraag
6.1 Procedure aanvraag
De aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend door de begunstigde zelf of zijn vertegenwoordiger bij de voorzitter van het OCMW. De aanvraag kan ook op elektronische manier worden ingediend volgens formulieren vastgesteld door de minister.
Na indiening van de aanvraag zal de maatschappelijk assistent een aantal gegevens opvragen om de financiële en sociale situatie van de begunstigde in kaart te brengen. Het gaat concreet om:
- een overzicht van alle mogelijke inkomsten
- een overzicht van de roerende en onroerende goederen
- eventuele polissen hospitalisatieverzekering en BA-verzekering
- een ondertekend contract tussen de begunstigde en de residentie bij opname
- de dagprijs in de assistentiewoning
- een duidelijke toelichting van de tarieven van de residentie
- de goedkeuring van het agentschap zorg en gezondheid voor de toepassing van de dagprijs
- het huishoudelijk reglement van de residentie (indien nog niet in het bezit van het OCMW)
- een overzicht van de rekeningen en financiële contracten in het Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten (CAP), op te vragen door de begunstigde of zijn vertegenwoordiger
-volledige uittreksels van de laatste 3 maanden van elke rekening.
-uittreksels met de stand van elke rekening voor de 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag.
De aanvrager geeft het OCMW tevens een machtiging om informatie op te vragen bij verschillende instanties, zoals financiële instellingen (febelfin), de kruispuntbank voor sociale zekerheid en bij openbare besturen, en onder meer bij de ambtenaren van de Mechanografische Dienst van de Administratie der Directe Belastingen en bij dienst Registratie en Eigendommen. Dit is essentieel voor een grondig onderzoek naar de financiële en sociale situatie van de begunstigde, waarbij het OCMW tot 10 jaar terug kan kijken.
Als deze informatie niet tijdig wordt aangeleverd, kan dit leiden tot een onvolledig onderzoek, wat weer kan resulteren in een weigering van de aanvraag voor financiële ondersteuning.
Als het OCMW vaststelt dat de begunstigde een aanzienlijk deel van zijn vermogen heeft weggeschonken voorafgaand aan de hulpvraag, kan het OCMW de steunaanvraag weigeren.
6.2 Onderhoudsplicht
Bij de aanvraag wordt ook een onderzoek gevoerd naar de onderhoudsplicht om vast te stellen of (een deel van) de kosten kunnen teruggevorderd worden op de onderhoudsplichtigen.
De tussenkomst kan worden teruggevorderd bij de onderhoudsplichtigen van de begunstigde. Dit is geregeld in artikel 98, §2 van de OCMW-wet.
Wie is onderhoudsplichtig?
De personen die verplicht moeten worden aangesproken:
De personen die facultatief aangesproken kunnen worden:
Hoeveel bedraagt de onderhoudsplicht?
De onderhoudsplicht wordt beperkt door 3 factoren:
De formule is: Tussenkomst OCMW
Aantal descendenten eerste graad
In uitzonderlijke situaties kan het OCMW, op basis van goede motivatie, meer terugvorderen dan het kindsdeel, bijvoorbeeld bij duidelijke welstand van de onderhoudsplichtige.
Uitzondering bij vrijwillige verarming: als het vermogen van de begunstigde in de vijf jaar voorafgaand aan de financiële tussenkomst zonder aanvaardbare redenen aanzienlijk is verminderd, kan het OCMW de kosten terugvorderen van onderhoudsplichtigen, zelfs als hun inkomen onder de minimumdrempel valt.
Billijkheidsredenen: Het OCMW kan omwille van billijkheidsredenen individuele uitzonderingen op de onderhoudsplicht toestaan. Dit wordt per geval beslist en gemotiveerd op basis van een grondig sociaal en financieel onderzoek. Het is aan de onderhoudsplichtige om het OCMW schriftelijk op de hoogte te brengen van deze billijkheidsredenen.
Artikel 7. Toekenning en uitbetaling
Indien de inkomsten van de begunstigde in de loop van het jaar met minstens 10% wijzigen ten opzichte van de inkomsten van het aanvraagmoment wordt de tussenkomst herzien.
Het OCMW behoudt zich het recht voor om bijkomend alle inlichtingen in te winnen die het nodig acht. Het deelt zijn beslissing binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag aan de begunstigde mee die deze beslissing desgevallend kan aanvechten zoals voorzien in de wet.
De tussenkomst in de dagprijs wordt toegekend voor een periode van maximum 1 jaar en wordt jaarlijks in januari herzien.
Artikel 8. Indexering
Alle bedragen vermeld in dit reglement worden jaarlijks op 1 januari N geïndexeerd op basis van volgende formule:
bedrag 1/1/2025 x gezondheidsindex november N-1
gezondheidsindex november 2024
Bij een negatieve index (tegenover vorig dienstjaar) blijft de tussenkomst ongewijzigd.
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025 en vervangt eventueel voorgaande reglementen.
Het reglement ‘Tussenkomst ter bevordering van participatie en sociale activering’ ondersteunt de meest kwetsbaren in de samenleving. Financiële steun wordt op een uniforme manier toegekend aan gezinnen met een laag of bescheiden inkomen. Het doel is hun zelfredzaamheid, weerbaarheid en maatschappelijke betrokkenheid te versterken. Door deelname aan zinvolle activiteiten wil men sociaal isolement doorbreken en maatschappelijke integratie bevorderen. De reglementen van Galmaarden, Gooik en Herne werden geüniformiseerd.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40, 285-288, 330-334, 350 en 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s
Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s
Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie
Omzendbrief betreffende de maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 2011
Koninklijk Besluit van 21 maart 2024 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW's voor het jaar 2024 en de bijlage bij het Koninklijk Besluit van 21 maart 2024 - verdeling budget PSA 2024 per OCMW
De kredieten voor deze uitgaven dienen te worden voorzien in het exploitatiebudget van het eenjarig meerjarenplan 2025.
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Het reglement ‘Tussenkomst ter bevordering van participatie en sociale activering’ ondersteunt de meest kwetsbaren in de samenleving. Financiële steun wordt op een uniforme manier toegekend aan gezinnen met een laag of bescheiden inkomen. Het doel is hun zelfredzaamheid, weerbaarheid en maatschappelijke betrokkenheid te versterken. Door deelname aan zinvolle activiteiten wil men sociaal isolement doorbreken en maatschappelijke integratie bevorderen.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement tussenkomst ter bevordering van de participatie en de sociale activering als volgt goed:
Artikel 1: Doelgroep
§1 Personen/gezinnen die gerechtigd zijn op een (equivalent) leefloon
§2 Personen met een laag inkomen
Alle inkomsten (berekend volgens de RMI-wetgeving) van alle inwonenden worden in rekening gebracht.
§3 Personen in budgetbegeleiding, budgetbeheer of collectieve schuldenregeling die na afbetaling van hun schulden (met uitzondering van een hypothecair krediet) of betaling van medische kosten met hun beschikbare inkomen onder de categorie van artikel 1 §2 vallen,
§4 De volgende groepen komen niet in aanmerking: personen die al een soortgelijke tussenkomst ontvangen via een ander reglement, personen zonder wettig verblijf, personen in het lokaal opvanginitiatief (LOI).
Artikel 2: Bijkomende bepalingen
§1 Het OCMW Pajottegem moet bevoegd zijn voor de steunverlening volgens de wet van 2 april 1965.
§2 Eigenaars die een woning bezitten in volle eigendom of vruchtgebruik waarop geen hypothecaire last meer rust, komen niet in aanmerking (met bezit van gronden wordt dus geen rekening gehouden).
§3 Eigenaars die meer dan één onroerend goed bezitten in volle eigendom of vruchtgebruik komen niet in aanmerking.
§4 Personen met spaargeld boven het maximum, zoals bepaald in artikel 27 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, hebben geen recht op financiële steunverlening. Huidig bedrag = 6200 euro.
§5 Voor een tussenkomst in de schoolkosten wordt een aanvraag studie- / schooltoelage vereist.
§6 Bij co-ouderschap wordt een officieel bewijs afgeleverd (vonnis familierechtbank, gehomologeerd minnelijk bemiddelingsakkoord, verklaring van de co-ouder).
Artikel 3: Activiteiten
De tussenkomst kan dienen voor de activiteiten gedefinieerd onder de volgende twee luiken, analoog naar de bepalingen uit de omzendbrief betreffende de maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 2011.
§1 Bevorderen van maatschappelijke participatie
Hieronder begrijpt men alle activiteiten en initiatieven die erop gericht zijn om de doelgroep te betrekken in het maatschappelijke leven en hen volwaardig deel te laten uitmaken van de samenleving, door hen te laten deelnemen aan culturele, sportieve en sociale activiteiten en hun toegang tot nieuwe informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen.
Meer bepaald kan de tussenkomst aangewend worden voor:
1° Actieve deelname aan sociale, sportieve of culturele activiteiten, met inbegrip van de vervoerskosten hieromtrent.
Bv: bezoek museum, theater, bioscoop, attractiepark,… Uitgesloten: aankoop van boeken, kranten, CD’s.
2° Deelname aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van lidgeld en de voor de deelname noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen (sportclub, jeugdbeweging, workshops,…).
3° Deelname aan jeugd-en vakantiekampen > 18j
4° De ondersteuning en de financiering van initiatieven die de toegang en de participatie van de doelgroep tot de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën bevorderen – internetabonnement.
5° Abonnementen openbaar vervoer > 18j
§2 Bestrijden van kinderarmoede
De tussenkomst ter bestrijding van kinderarmoede kan aangewend worden voor volgende initiatieven:
Financiering van maatschappelijke dienstverlening om de maatschappelijke integratie van kinderen tot einde middelbare studies via deelname aan sociale programma’s te bevorderen.
Met name bedoeld:
1°de maatschappelijke dienstverlening in het kader van de deelname aan sociale programma's: deelname aan jeugd-en vakantiekampen < 18j.
2° deelname aan speelpleinwerking en bijhorende activiteiten.
3° sociale-, culturele en sportieve uitstappen georganiseerd door de onderwijsinstelling bv sneeuwklassen, zeeklassen, bosklassen, bezoek museum,….
4° de maatschappelijke dienstverlening in het kader van psychologische ondersteuning.
5° de maatschappelijke dienstverlening in het kader van paramedische ondersteuning (logopedie, ergotherapie, diëtist, podoloog,…) en aankoop paramedisch materiaal op voorwaarde dat het werd voorgeschreven door een arts ( bril, steunzolen, hoorapparaat,…).
6° aankoop van poeder-en groeimelk tot de leeftijd van 3 jaar.
7° abonnementen openbaar vervoer < 18j.
§3 Tussenkomst in schoolkosten
Er wordt een tussenkomst toegekend voor kosten verbonden aan het volgen van studies/opleidingen. Deze tussenkomst kan niet aangevraagd worden door leefloongerechtigde studenten, wegens een hoge studiebeurs.
De tussenkomst voor het kleuteronderwijs, het lager onderwijs en het secundair onderwijs (leeftijd tot 18 jaar) valt onder luik 2: bestrijden van kinderarmoede.
De tussenkomst voor het secundair onderwijs (vanaf leeftijd 18 jaar), het hoger en universitair onderwijs en het niet-regulier onderwijs (gericht op verhogen van tewerkstellingskansen) valt onder luik 1: bevorderen van maatschappelijke participatie.
Artikel 4: Bedragen tussenkomsten
§1 Maatschappelijke participatie
§2 Kinderarmoede
§3 Schoolkosten
Artikel 5: Procedure
§1 De maatschappelijk werker onderzoekt of de betrokkene voldoet aan de voorwaarden van dit reglement, doormiddel van een sociaal onderzoek.
§2 Het sociaal onderzoek wordt voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD).
§3 Het BCSD neemt de uiteindelijke beslissing over de toekenning van de steun.
§4 De toekenning loopt telkens tot en met uiterlijk 31 december van het lopende jaar.
§5 Indien betrokkene niet langer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden, wordt het recht onmiddellijk ingetrokken.
§6 Alle (terug)betalingen gebeuren uitsluitend op basis van een factuur of betalingsbewijs van een activiteit of aankoop die plaatsvindt tussen 1 januari en 31 december. De factuur moet uiterlijk op 31 december worden ingediend.
§7 Onterecht ontvangen tussenkomsten zullen worden teruggevorderd.
Artikel 6: afwijkingen
Een afwijking op dit reglement is mogelijk, na een sociaal-en financieel onderzoek voorgelegd aan het BCSD
Artikel 7: indexering toelagen
Voornoemde bedragen worden jaarlijks op 1 januari jaar N aangepast aan de index volgens volgende formule:
bedragen november 2024 x gezondheidsindex 11/jaar N-1
gezondheidsindex 11/2024
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025
De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd om een reglement tot tussenkomst in de kosten van een woonzorgcentrum te stemmen.
Wanneer iemand in een woonzorgcentrum wordt opgenomen en niet over voldoende financiële middelen beschikt, kan hij een aanvraag indienen bij het OCMW om tussen te komen in de kosten van zijn verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 77, 285-288, 330-334, 350 en 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
De organieke wetgeving van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019
het ministerieel besluit van 7 juni 2023 tot bepaling van de samenstelling van de dagprijs aangerekend in de woonzorgcentra
De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn tot goedkeuring van het reglement tussenkomst rustoordfactuur van 24 januari 2018
De kredieten voor deze uitgaven dienen te worden voorzien in het exploitatiebudget van het eenjarig meerjarenplan 2025.
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Wanneer iemand in een woonzorgcentrum wordt opgenomen en niet over voldoende financiële middelen beschikt, kan hij een aanvraag indienen bij het OCMW om tussen te komen in de kosten van zijn verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het huishoudelijk reglement tot het ten laste nemen van kosten in een woonzorgcentrum door het OCMW als volgt goed:
Toepassingsgebied
Wanneer iemand in een woonzorgcentrum wordt opgenomen en niet over voldoende financiële middelen beschikt, kan hij een aanvraag indienen bij het OCMW om tussen te komen in de kosten van zijn verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening.
Het bevoegd OCMW is het OCMW van de gemeente waar de begunstigde voor zijn hoofdverblijf in het bevolkings-en vreemdelingenregister of wachtregister was ingeschreven op het ogenblik van zijn opname in het woonzorgcentrum (art. 2§1 van de Wet van 2 april 1965). Indien het OCMW niet bevoegd is, wordt de hulpvraag doorgestuurd naar het bevoegde OCMW.
Definities
Woonzorgcentrum: een woonzorgcentrum is een erkende ouderenvoorziening waar in een aangepaste infrastructuur en binnen een organisatorisch geheel zorg en ondersteuning wordt geboden in een thuisvervangend milieu aan ouderen met een complexe zorg- en ondersteuningsvraag, die er permanent verblijven. (Erkende) assistentiewoningen vallen hier niet onder.
Begunstigde: de persoon die opgenomen is of wordt in een woonzorgcentrum.
De aanvrager: de begunstigde of zijn vertegenwoordiger.
De aanvraag
De aanvraag voor financiële tussenkomst in een woonzorgcentrum moet schriftelijk worden ingediend, hetzij door de begunstigde zelf, hetzij door zijn vertegenwoordiger. Dit kan ook elektronisch via het formulier dat door de minister beschikbaar wordt gesteld via OCMW online.
Na indiening van de aanvraag zal de maatschappelijk assistent een aantal gegevens opvragen om de financiële en sociale situatie van de begunstigde in kaart te brengen. Het gaat concreet om:
- een overzicht van alle mogelijke inkomsten
- een overzicht van de roerende en onroerende goederen
- eventuele polissen hospitalisatieverzekering en BA-verzekering
- een ondertekend contract tussen de begunstigde en het woonzorgcentrum bij opname
- de dagprijs in het woonzorgcentrum
- een duidelijke toelichting van de tarieven van het woonzorgcentrum
- de goedkeuring van het agentschap zorg en gezondheid voor de toepassing van de dagprijs
- het huishoudelijk reglement van het woonzorgcentrum (indien nog niet in het bezit van het OCMW)
- een overzicht van de rekeningen en financiële contracten in het Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten (CAP), op te vragen door de begunstigde of zijn vertegenwoordiger
-volledige uittreksels van de laatste 3 maanden van elke rekening.
-uittreksels met de stand van elke rekening voor de 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag.
De aanvrager geeft het OCMW tevens een machtiging om informatie op te vragen bij verschillende instanties, zoals financiële instellingen (febelfin), de kruispuntbank voor sociale zekerheid en bij openbare besturen, en onder meer bij de ambtenaren van de Mechanografische Dienst van de Administratie der Directe Belastingen en bij dienst Registratie en Eigendommen. Dit is essentieel voor een grondig onderzoek naar de financiële en sociale situatie van de begunstigde, waarbij het OCMW tot 10 jaar terug kan kijken.
Als deze informatie niet tijdig wordt aangeleverd, kan dit leiden tot een onvolledig onderzoek, wat weer kan resulteren in een weigering van de aanvraag voor financiële ondersteuning.
Het OCMW komt slechts tussen na uitputting van de spaargelden of ander persoonlijk kapitaal en alle andere inkomsten van de begunstigde.
Als het OCMW vaststelt dat de begunstigde een aanzienlijk deel van zijn vermogen heeft weggeschonken voorafgaand aan de hulpvraag, kan het OCMW de steunaanvraag weigeren.
Wanneer het sociaal en financieel onderzoek aantoont dat de begunstigde de kosten van het verblijf niet zelf kan dragen, formuleert de maatschappelijk assistent een vraag tot tenlasteneming, die aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst wordt voorgelegd.
Daarnaast wordt er ook gekeken of de kosten op onderhoudsplichtigen (zoals kinderen of partners) kunnen worden teruggevorderd (zie afdeling 5).
AFDELING 1. KOSTEN TEN LASTE GENOMEN DOOR HET OCMW
Artikel 1.
Het OCMW neemt de kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening van de begunstigde in het woonzorgcentrum ten laste onder de voorwaarden hierna bepaald. Kosten van de periode vóór de aanvraagdatum worden nooit ten laste genomen.
Artikel 2. Kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening
Onder « kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening» wordt verstaan:
Artikel 3. Bijkomende kosten
In bepaalde bijzondere omstandigheden kan het OCMW ook bijkomende kosten ten laste nemen die niet in de standaardregeling zijn opgenomen, zoals kosten voor de was en droogkuis van persoonlijk linnen, hospitalisatie- of BA-verzekeringen, personenbelastingen, ereloon voorlopig bewindvoerder en uitzonderlijke medische kosten op voorschrift zoals een bril of een tandprothese.
De aanvrager moet hiervoor een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag indienen, die ondertekend is. Voor uitzonderlijke medische kosten is het nodig om het geneeskundig voorschrift en een prijsbestek bij te voegen.
Het OCMW kan ook aanvullende informatie opvragen om de aanvraag goed te kunnen beoordelen. Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst neemt op basis van het sociaal verslag een beslissing.
Artikel 4. Kosten die uitgesloten zijn van tenlastename
Alle andere kosten worden als persoonlijke kosten aanzien en dienen van het zakgeld of leefgeld betaald te worden (zie artikel 9).
Zo worden uitdrukkelijk uitgesloten, de kosten voor:
Artikel 5. Staving medische kosten
Alle kosten, met uitzondering van hospitalisatiekosten, worden opgenomen in de maandelijkse kostenstaat en moeten gestaafd worden met medische attesten die dienen als bewijs voor de mutualiteit. Voor farmaceutische kosten is het nodig om het voorschrift van de arts en de bewijsstukken van de apotheker voor te leggen.
Het OCMW werkt bij voorkeur met de derdebetalersregeling, waardoor alleen de remgelden aan de patiënt in rekening worden gebracht.
Hospitalisatiefacturen worden rechtstreeks naar het OCMW gestuurd. Het OCMW moet op de hoogte worden gesteld van de opnamedatum en het ziekenhuis waar de begunstigde is opgenomen. Het woonzorgcentrum informeert het ziekenhuis over de financiële steun van het OCMW. Het OCMW vergoedt alleen de opleg voor een meerpersoonskamer.
AFDELING 2. PERSOONLIJK AANDEEL VAN DE BEGUNSTIGDE
Artikel 6. Beheer van de inkomsten
Wanneer het OCMW een tussenkomst in de opnamekosten toekent, beheert het de inkomsten en middelen van de begunstigde, tenzij er een bewindvoerder is aangesteld. De maatschappelijke assistent opent op naam van de begunstigde een budgetbeheerrekening of systeem I-rekening bij Belfius, waarop alle inkomsten van de begunstigde worden gestort. Deze rekening wordt gebruikt voor de betaling van de kosten voor het verblijf, de verzorging en de maatschappelijke dienstverlening.
Het OCMW komt enkel tussen na uitputting van de eigen inkomsten van de begunstigde en nadat alle personen die zich borg hebben gesteld voor de betaling van de opnamekosten in gebreke werden gesteld.
Zowel de bewindvoerder als de maatschappelijke assistent moeten voor alle uitgaven andere dan de wettelijke kosten, de kosten zoals bepaald in artikel 2 en de betaling van het zakgeld altijd vooraf goedkeuring vragen aan het OCMW.
De voorlopig bewindvoerder bezorgt zijn jaarlijks financieel verslag aan het OCMW.
Artikel 7. Thuiswonende partner
Indien er een gezinspensioen beschikbaar is, wordt door het OCMW aan de pensioendienst een opsplitsing gevraagd.
Bij de opsplitsing van het pensioen of indien de begunstigde en zijn partner reeds apart een pensioen ontvangen, behoudt ieder zijn eigen inkomen.
Indien de pensioendienst niet ingaat op de vraag tot opsplitsing van het gezinspensioen, behoudt de thuiswonende partner het bedrag van het pensioen gelijk aan het bedrag van het leefloon (bedrag afhankelijk van de categorie), het saldo wordt gebruikt voor de betaling van de verblijfsfactuur.
De thuisblijvende partner mag een bedrag aan spaargeld behouden dat overeenkomt met de volledig vrijgestelde schijf aan roerende inkomsten zoals voorzien in de leefloonreglementering, op datum van inwerkingtreding van dit reglement bedraagt dit 6200 euro.
Indien de thuiswonende partner het vakantiegeld ontvangt, mag deze de helft van het bedrag behouden.
Artikel 8. Zakgeld-leefgeld
De begunstigde ontvangt van het OCMW een gewaarborgd zakgeld van 900 euro per jaar, dat bedoeld is om deelname aan het maatschappelijk leven te bevorderen. Dit bedrag is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en wordt doorgaans in maandelijkse schijven uitbetaald, maar kan ook wekelijks worden uitbetaald op schriftelijk verzoek van de begunstigde of diens voorlopige bewindvoerder.
Het zakgeld is bedoeld voor strikt persoonlijke uitgaven, zoals vermeld in artikel 4, en behoort volledig toe aan de begunstigde. Het wordt niet aan familieleden uitbetaald, maar een familielid kan het beheer ervan op zich nemen, mits toestemming van de begunstigde. Het familielid bezorgt op vraag van het OCMW een overzicht van de besteding van het zakgeld.
Als noch de begunstigde, noch een door hem aangeduid familielid of voorlopig bewindvoerder het beheer van het zakgeld op zich kan nemen, wordt dit zakgeld beheerd door het woonzorgcentrum die dit onmiddellijk meedeelt aan het OCMW. Het woonzorgcentrum bezorgt maandelijks een afrekening van het zakgeld (zie artikel 15)
Daarnaast blijft het zakgeld ook tijdens ziekenhuisopnames beschikbaar voor de begunstigde. Bij overlijden wordt het overblijvende zakgeld beschouwd als een actief van de nalatenschap, waarop het OCMW de kosten voor maatschappelijke dienstverlening kan verhalen.
Artikel 9. Vakantiegeld
Jaarlijks ontvangt de begunstigde vakantiegeld, en dit bedrag wordt in zijn geheel als inkomsten beschouwd, tenzij er een thuiswonende partner is (zie artikel 7)
Artikel 10. Achterstallen en teruggave nutsvoorzieningen
Wanneer een begunstigde een achterstal ontvangt, ongeacht de aard of oorsprong, moet dit bedrag integraal worden gestort aan het OCMW of aan de bewindvoerder, zelfs als deze inkomsten dateren van vóór de opname of de aanvraag voor financiële tussenkomst.
Bij de maandelijkse kostenstaat moet het bewijs van de ontvangen achterstallen worden bijgevoegd. Het woonzorgcentrum is verantwoordelijk voor het informeren van het OCMW over deze ontvangen bedragen.
Dit geldt ook voor een teruggave ingevolge een afrekening van nutsvoorzieningen.
Artikel 11. Teruggave van de personenbelasting
Een teruggave van de personenbelasting wordt gestort aan het OCMW of aan de bewindvoerder. Bij de maandelijkse kostenstaat dient het aanslagbiljet gevoegd te worden.
Artikel 12. Erfenis
Als een begunstigde tijdens zijn verblijf in het woonzorgcentrum een erfenis ontvangt, is hij verplicht om het OCMW hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen. Dit geldt ook voor het woonzorgcentrum als zij op de hoogte worden gesteld van de erfenis.
Artikel 13. Teruggave hospitalisatieverzekering
Alle teruggaven van een hospitalisatieverzekering van een begunstigde dienen overgemaakt te worden aan het OCMW.
Artikel 14. Aanvraag tegemoetkomingen personen met een handicap
Afhankelijk van de financiële en gezondheidstoestand van de begunstigde kan de sociale dienst van het OCMW een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming aan personen met een handicap.
Als de begunstigde bij de aanvang van de opname niet in aanmerking komt voor deze tegemoetkoming, wordt dit jaarlijks herbekeken bij de berekening van de onderhoudsplicht en indien mogelijk alsnog aangevraagd.
AFDELING 3. FACTURATIE
Artikel 15. Kostenstaat
Het woonzorgcentrum factureert de kosten, inclusief het zakgeld, per maand en per begunstigde De kostenstaat moet ondertekend zijn en een overzicht bevatten van alle gedane uitgaven voor de begunstigde met de nodige bewijsstukken.
Deze kostenstaat wordt verstuurd naar het OCMW, behalve in geval van voorlopige bewindvoering.
In dat geval bezorgt de voorlopig bewindvoerder maandelijks de kostenstaat van het woonzorgcentrum aan het OCMW. Bij de kostenstaat worden de bewijsstukken gevoegd van de inkomsten en uitgaven en een kopie van de rekeninguittreksels. De tussenkomst van het OCMW wordt aan de bewindvoerder gestort, die verantwoordelijk is voor de betaling aan het woonzorgcentrum.
AFDELING 4. DAGPRIJS
Artikel 16. Voorwaarden m.b.t. de dagprijs
Het OCMW streeft naar een evenwicht tussen de woonwensen van de begunstigde en de kosten. Wanneer een aanvraag voor financiële tussenkomst in de kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening wordt ingediend vóór of binnen 6 maanden na de opname, zal het OCMW alleen tussenkomen als de dagprijs van de gevraagde kamer in het woonzorgcentrum gelijk aan of lager is dan de gemiddelde dagprijs in Vlaams-Brabant.
Deze gemiddelde dagprijs wordt vastgesteld door het Agentschap Zorg en Gezondheid op 1 mei van het jaar vóór het werkingsjaar. Woonzorgcentra in de regio worden in het begin van elk werkingsjaar op de hoogte gebracht van de maximale dagprijzen die het OCMW zal toepassen.
Het woonzorgcentrum moet het OCMW vooraf informeren over de gehanteerde dagprijs, zoals goedgekeurd door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Deze mededeling moet ook een duidelijke toelichting bevatten over welke kosten wel en niet in de dagprijs zijn inbegrepen.
Dagprijsverhogingen door indexering kunnen onmiddellijk ingaan, maar moeten 30 dagen na de melding aan de begunstigde schriftelijk aan het OCMW worden meegedeeld. Voor prijsverhogingen die hoger zijn dan de index geldt dat deze pas in werking kunnen treden na goedkeuring door het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, als de nieuwe prijs de begrensde dagprijs overschrijdt.
Artikel 17. Overplaatsing
Het woonzorgcentrum verbindt zich ertoe om de begunstigde waarvoor het OCMW een tussenkomst verleent, zo snel mogelijk intern te muteren naar de goedkoopste éénpersoonskamer.
Als een aanvraag voor een tussenkomst in de opname- of verblijfskosten meer dan 6 maanden na de opname wordt ingediend en de dagprijs hoger is dan de gemiddelde dagprijs in de regio, zal het OCMW een individuele beslissing nemen over mogelijke overplaatsing naar een ander woonzorgcentrum. Hierbij wordt rekening gehouden met de mate van integratie, de kostprijs en de zorgbehoevendheid van de begunstigde.
Als een persoon met OCMW-steun wordt overgeplaatst naar een duurdere kamer, of in een ander woonzorgcentrum, moet er altijd vooraf een aanvraag worden ingediend bij het OCMW. Deze aanvraag moet vergezeld gaan van de reden voor de overplaatsing en een ondertekende verklaring van de begunstigde of zijn vertegenwoordiger. Als de overplaatsing om medische redenen plaatsvindt, moet ook een medisch attest worden toegevoegd.
Deze aanvraag wordt dan voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. Na goedkeuring kan de overplaatsing plaatsvinden.
AFDELING 5. TERUGVORDERING VAN DE KOSTEN
Artikel 18. Wettelijke hypotheek
Wanneer een begunstigde een aanvraag tot tussenkomst indient en nog een woning of andere eigendommen bezit, kan de financieel directeur van het OCMW een hypotheek leggen op alle voor hypotheek vatbare goederen. Dit dient als waarborg voor de terugbetaling van de tussenkomsten die het OCMW heeft gedaan.
Deze beslissing kan worden genomen door het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) zonder dat daarvoor toestemming van de begunstigde nodig is. De kosten die gepaard gaan met het leggen van de hypotheek zijn voor rekening van het OCMW.
Artikel 19. Onderhoudsplicht
De tussenkomsten in de verblijfskosten van het woonzorgcentrum, worden in principe teruggevorderd bij de onderhoudsplichtigen van de begunstigde. Dit is geregeld in artikel 98, §2 van de OCMW-wet
Wie is onderhoudsplichtig?
De personen die verplicht moeten worden aangesproken :
De personen die facultatief aangesproken kunnen worden:
Hoeveel bedraagt de onderhoudsplicht?
De onderhoudsplicht wordt beperkt door 3 factoren:
De formule is: Tussenkomst OCMW
aantal descendenten eerste graad
In uitzonderlijke situaties kan het OCMW, op basis van goede motivatie, meer terugvorderen dan het kindsdeel, bijvoorbeeld bij duidelijke welstand van de onderhoudsplichtige.
Uitzondering bij vrijwillige verarming: als het vermogen van de begunstigde in de vijf jaar voorafgaand aan de financiële tussenkomst zonder aanvaardbare redenen aanzienlijk is verminderd, kan het OCMW de kosten terugvorderen van onderhoudsplichtigen, zelfs als hun inkomen onder de minimumdrempel valt.
Billijkheidsredenen: Het OCMW kan omwille van billijkheidsredenen individuele uitzonderingen op de onderhoudsplicht toestaan. Dit wordt per geval beslist en gemotiveerd op basis van een grondig sociaal en financieel onderzoek. Het is aan de onderhoudsplichtige om het OCMW schriftelijk op de hoogte te brengen van deze billijkheidsredenen.
AFDELING 6. EINDE TUSSENKOMST
Artikel 20.
De tussenkomst van het OCMW wordt beëindigd door:
Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst kan beslissen om de tussenkomst eerder te beëindigen, bijvoorbeeld wanneer de begunstigde gelden ontvangen heeft uit de verkoop van onroerende goederen of als er nieuwe elementen aan het licht komen. Een nieuwe aanvraag kan ingediend worden als de oorspronkelijke begunstigde niet meer over voldoende financiële middelen beschikt.
De opzegging door het OCMW aan het woonzorgcentrum gebeurt per aangetekende brief. Uiterlijk 30 dagen na verzending van dit schrijven is het OCMW jegens het woonzorgcentrum ontheven van zijn verplichtingen.
PRIVACY
Met het indienen van een hulpvraag gaat de gebruiker akkoord met de privacyverklaring.
De persoonsgegevens die de gebruiker verstrekt worden verwerkt met de nodige zorg en conform de bepalingen van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming van 25 mei 2016 (zie privacyverklaring van het OCMW op de website)
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
Artikel 3:
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn tot goedkeuring van het reglement tussenkomst rustoordfactuur van 24 januari 2018 wordt met ingang van 1 januari 2025 opgeheven.
Reglementen voor maatschappelijke dienstverlening zorgen voor een uniforme toekenning van steun aan personen of gezinnen met lage inkomens. De reglementen van Galmaarden, Gooik en Herne werden geüniformiseerd zodat inwoners die aan de gestelde voorwaarden voldoen een doorgangswoning kunnen betrekken. Dit is een woning die het OCMW tijdelijk verhuurt aan mensen in een noodsituatie zonder eigen woning.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350 en 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s
De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s
Het gemeenteraadsbesluit van 27 september 2022 tot wijziging van het reglement voor het tijdelijk ter beschikking stellen van een noodwoning
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 houdende definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Reglementen voor maatschappelijke dienstverlening zorgen voor een uniforme toekenning van steun aan personen of gezinnen met lage inkomens.
Een doorgangswoning is een woning die het OCMW tijdelijk verhuurt aan mensen in een noodsituatie zonder eigen woning.
Het verblijf biedt een periode van woonzekerheid waarin de bewoners de kans krijgen om een duurzame oplossing voor hun huisvestingssituatie te vinden. Hiermee wordt voorkomen dat mensen in een neerwaartse spiraal van bestaansonzekerheid terechtkomen.
De doorgangswoning is bestemd voor personen of gezinnen die niet over een vaste verblijfplaats beschikken. Dit kan het gevolg zijn van een acute noodsituatie, zoals een huisuitzetting of brand, of door beperkte mogelijkheden om zelfstandig te wonen. Het verblijf gaat steeds gepaard met begeleiding door het OCMW om de overgang naar een stabiele woonsituatie te ondersteunen.
Artikel 1:
De raad keurt het reglement tijdelijk ter beschikking stellen van een doorgangswoning goed als volgt:
Artikel 1: De doorgangswoning
Dit reglement is van toepassing op de doorgangswoningen van het OCMW Galmaarden.
Artikel 2: Draagwijdte van de maatschappelijke dienstverlening
Het tijdelijk ter beschikking stellen van de doorgangswoning is een vorm van maatschappelijke dienstverlening en omvat naast het verblijfsrecht de terbeschikkingstelling van de aanwezige inboedel, water, internet, elektriciteit en verwarming gedurende het verblijf.
De gebruiker gaat op een verantwoorde manier om met de nutsvoorzieningen.
Artikel 3: Voorwaarden opgelegd aan de gebruiker
De doorgangswoning kan uitsluitend ter beschikking worden gesteld aan mensen die gedomicilieerd zijn in Galmaarden, Gooik of Herne. Een uitzondering hierop betreft de samenwerkingsovereenkomst met Galmaarden, Galmaarden en Bever en de samenwerkingsovereenkomst met Gooik, Lennik en Pepingen.
De doorgangswoning kan slechts in volgende gevallen ter beschikking gesteld worden:
De toewijzing wordt bepaald door:
Artikel 4: Beslissing tot toekenning
Elke aanvraag tot het ter beschikking stellen van een doorgangswoning wordt individueel behandeld. Het BCSD of in dringende gevallen, de voorzitter van het BCSD, beslist op basis van een sociaal onderzoek over het al dan niet toekennen van deze vorm van maatschappelijke dienstverlening, over de eventuele voorwaarden die eraan zijn gekoppeld en over de modaliteiten van verblijf en betaling. Deze beslissing wordt aan de gebruiker betekend. Een afschrift van dit reglement wordt eveneens aan de gebruiker bezorgd.
Artikel 5: Beroep tegen de beslissing
Tegen hogervermelde beslissing kan beroep ingesteld worden bij de Arbeidsrechtbank, zoals voorzien in artikel 580,8° van het Gerechtelijk Wetboek en in artikel 71 van de OCMW-wet.
Artikel 6: Duur van de terbeschikkingstelling
Het verblijfsrecht heeft een strikt tijdelijk karakter en kan worden toegekend voor een periode van maximaal drie maanden. Deze termijn van toekenning kan worden verlengd indien de gebruiker op dat ogenblik nog geen andere woonst heeft, en op voorwaarde dat de gebruiker naar het oordeel van het BCSD voldoende inspanningen heeft geleverd om een andere woonst te vinden. Opeenvolgende verlengingen mogen nooit de termijn van één jaar overschrijden.
De gebruiker verbindt zich ertoe intensief te zoeken naar een andere woongelegenheid.
Artikel 7: Rationele bezetting
Bij de toewijzing van de doorgangswoning zal rekening gehouden worden met de rationele bezetting.
Indien geen gepaste doorgangswoning beschikbaar is, kan tijdelijke over-of onderbezetting worden toegestaan. Zodra er een gepaste doorgangswoning vrijkomt zal de gebruiker intern overgeplaatst worden naar de gepaste doorgangswoning. De gebruiker kan dit niet weigeren.
De onkostenvergoeding van een gepaste doorgangswoning geldt, bij over- of onderbezetting.
Woningtype |
Geschikt voor |
Doorgangswoning 1 slaapkamer |
|
Doorgangswoning 2 slaapkamers |
|
Doorgangswoning 3 slaapkamers |
|
Doorgangswoning 4 slaapkamers |
|
Artikel 8: Inschrijving woonmaatschappij
Gebruikers van een doorgangswoning dienen zich in te schrijven bij de woonmaatschappij werkzaam op het grondgebied van Galmaarden, Gooik of Herne.
Uitzondering: deze verplichting geldt niet voor gebruikers wiens woning tijdelijk of definitief onbewoonbaar is door brand-, water-, storm- of andere schade.
Indien een gebruiker een aangepaste sociale woning weigert, verliest hij zijn recht op verder gebruik van de doorgangswoning
Artikel 9: Onkostenvergoeding
De onkostenvergoeding voor een doorgangswoning wordt berekend op basis van het werkelijke inkomen en verloopt in stappen.
Voor het bepalen van het werkelijke inkomen worden de inkomens van alle gezinsleden in aanmerking genomen. Er wordt evenwel rekening gehouden met de vrijgestelde bestaansmiddelen zoals beschreven in art 22 §1 van het KB dd 11 juli 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie (leefloon) met uitzondering van d,e en i. Tevens zijn de aanvragers verplicht al hun rechten op inkomsten te laten gelden. Indien zij dit niet doen, zal bij de berekening van de onkostenvergoeding rekening gehouden worden met het fictief inkomen waarop ze recht zouden hebben. Voor het bepalen van het inkomen wordt geen rekening gehouden met de verkregen eindejaarstoelage of vakantiegeld. Bij de berekening of simulatie van het inkomen wordt daarentegen bij verlofdagen wél rekening gehouden met het gederfde loon.
We onderscheiden op moment van aanvraag 3 inkomstensituaties:
Vast maandinkomen: berekening op basis van huidig maandinkomen
Vaste vervangingsuitkeringen: berekening op basis van dagbedrag met een gemiddelde van 26 dagen per maand.
Variabel inkomen (in eenzelfde arbeidsregime <10% afwijking): gemiddelde van de laatste 3 volledig werkende maanden (of simulatie).
Sterk variabel (in eenzelfde arbeidsregime ≥10% afwijking) of interimarbeid: Wordt maandelijks berekend op basis van de voorgelegde loonfiche van de vorige maand. De gebruiker is verplicht elke wijziging in inkomen of situatie te kennen te geven.
Indien de inkomsten van de gebruiker in de loop van het jaar met minstens 10% wijzigen ten opzichte van de inkomsten van het aanvraagmoment wordt de onkostenvergoeding herzien. Tussentijdse herzieningen (bvb wegens wijziging inkomen) gaan steeds in vanaf de eerste dag van volgende maand. Er gebeuren dus geen terugvorderingen of bijpassingen voor een deel van de betrokken maand.
Tijdens de eerste drie maanden bedraagt de vergoeding 1/5e van het werkelijkeinkomen.
Vanaf de vierde maand wordt de vergoeding verhoogd naar 1/3e van het werkelijke inkomen, met een maximum afhankelijk van het type woning. Voornoemde vergoeding mag nooit hoger zijn dan de marktwaarde, jaarlijks vastgesteld door Woonwinkel Pajottenland – 3wplus.
Vanaf de zevende maand wordt de vergoeding vermeerderd met 30%. Ook deze vergoeding mag nooit hoger zijn dan de marktwaarde, jaarlijks vastgesteld door Woonwinkel Pajottenland – 3wplus.
Gebruikers van de doorgangswoning, die er verblijven naar aanleiding van een schadegeval gedekt door hun verzekering, betalen onmiddellijk een onkostenvergoeding gelijk aan de marktwaarde van de woning.
Daarnaast wordt een forfaitaire bijdrage aangerekend voor vaste kosten zoals energie, water en internet. Deze bijdrage varieert per type woning:
De maandelijkse onkostenvergoeding moet ten laatste op de vijfde kalenderdag van de betrokken maand worden betaald aan het OCMW op IBAN-nummer BE42 0910 0088 5254, met als vermelding “maand en naam”.
De onkostenvergoeding van een gepaste doorgangswoning geldt, bij over- of onderbezetting.
De onkostenvergoeding dient maandelijks betaald te worden aan het OCMW op het rekeningnummer IBAN BE42 0910 0088 5254 ten laatste de vijfde kalenderdag van de maand waarop ze betrekking heeft, met vermelding van “maand en naam”.
Artikel 10: Gebruik en onderhoud van de doorgangswoning
De gebruiker verbindt zich ertoe de doorgangswoning als een goede huisvader te gebruiken en te onderhouden. Dit houdt onder meer in dat:
Artikel 11: Plaatsbeschrijving
Bij de intrek en het verlaten van de doorgangswoning wordt een plaatsbeschrijving opgemaakt van de staat van de doorgangswoning en de aanwezige inboedel door de afgevaardigde van het OCMW, in aanwezigheid van de gebruiker. De gebruiker is een schadevergoeding verschuldigd aan het OCMW voor de ontbrekende onderdelen van de inboedel bij vertrek. Schade veroorzaakt door de fout of nalatigheid van de gebruiker zal worden hersteld door het OCMW op kosten van de gebruiker.
Artikel 12: Verzekering
Het OCMW heeft voor de doorgangswoningen een brandverzekering gesloten met afstand van verhaal tegenover alle gebruikers met uitsluiting van schade door kwaadwilligheid. De inboedel van iedere doorgangswoning is verzekerd.
Artikel 13: Verblijf van derden
Enkel de gebruiker vermeld in de beslissing van het BCSD en zijn gezinsleden zijn gemachtigd in de doorgangswoning te verblijven gedurende de toegekende periode. Het is de gebruiker niet toegestaan om derden in de doorgangswoning te laten overnachten.
Artikel 14: Sleutels
De gebruiker ontvangt één paar sleutels van de woning. Er wordt een document ondertekend bij intrede “ontvangstbewijs sleutels”. De gebruiker mag in geen geval sleutels laten bijmaken, noch doorgeven aan derden. Bij verlies wordt dit gemeld aan het OCMW. De kosten voor het vervangen van de sleutels zijn ten laste van de gebruiker.
Artikel 15: Roken
Roken is niet toegelaten in de doorgangswoning.
Artikel 16: Begeleidingsvoorwaarde en bezichtigingsrecht OCMW
De gebruiker laat zich begeleiden door de maatschappelijk werker die instaat voor de opvolging van het dossier. De gebruiker is ertoe gehouden maandelijks bezichtigingsrecht te verlenen aan de afgevaardigde van het OCMW, op een samen afgesproken dag en uur.
De gebruikers nemen er kennis van dat het OCMW een sleutel in zijn bezit heeft om, bij afwezigheid op de gemaakte afspraak van het bezichtigingsrecht, of in geval van nood, toegang te hebben tot elk lokaal van de woning. Wanneer de afgevaardigde van het OCMW zich toegang dient te verschaffen tot de woning, zal dit steeds in aanwezigheid zijn van een bijkomende medewerker. De gebruiker kan dit niet als huisvredebreuk beschouwen.
Artikel 17: Begeleidingsplan
Het OCMW zal een gepaste begeleiding voorzien aan de gebruikers in hun zoektocht naar een duurzame oplossing voor hun leef- en huisvestingssituatie. De gebruikers zijn verplicht een begeleidingsplan te ondertekenen alvorens ze de doorgangswoning betreden. In dit plan kan het OCMW bindende voorwaarden opleggen, onder meer: maandelijks huisbezoek, aanbieden op dienst voor begeleiding: wekelijks/twee-wekelijks/maandelijks, budgetbeheer, afspraken begeleiding zoeken woningen.
Artikel 18: Afwezigheid
De gebruiker brengt de maatschappelijk werker op de hoogte van een tijdelijke afwezigheid van meer dan vijf dagen.
Artikel 19: Beëindiging van de dienstverlening
De gebruiker kan de dienstverlening op elk ogenblik beëindigen mits het respecteren van een opzeggingstermijn van drie dagen.
Het BCSD kan de maatschappelijke dienstverlening beëindigen in de hierna volgende gevallen:
De gemotiveerde beslissing van het BCSD wordt betekend aan de gebruiker en is vatbaar voor beroep bij de Arbeidsrechtbank.
Artikel 20: Verlaten en ontruimen van de doorgangswoning
Voor het verlaten van de doorgangswoning maakt de gebruiker een afspraak met de afgevaardigde van het OCMW om de formaliteiten (plaatsbeschrijving, afgeven sleutels,…) te regelen.
Bij het verlaten van de doorgangswoning neemt de gebruiker alle persoonlijke goederen mee. De eigendommen van het OCMW blijven in de woning.
De gebruiker dient uiterlijk binnen de drie dagen na het vertrek de doorgangswoning ontruimd en schoongemaakt te hebben en de sleutels teruggegeven. De onkostenvergoeding wordt berekend tot op datum van de ontruiming van de doorgangswoning. Persoonlijke zaken worden maximaal tot 8 dagen na het vertrek door het OCMW bewaard.
Artikel 21: De algemene huurwetgeving
De algemene huurwetgeving is niet van toepassing op de doorgangswoning.
Artikel 22: afwijkingen
Een afwijking op dit reglement is mogelijk, na een sociaal-en financieel onderzoek voorgelegd aan het BCSD.
Artikel 23: indexering
De forfaitaire bijdrage aangerekend voor vaste kosten zoals energie, water en internet wordt jaarlijks op 1 januari jaar N aangepast aan de index volgens volgende formule:
bedragen november 2024 x gezondheidsindex 11/jaar N-1
gezondheidsindex 11/2024
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
Artikel 3:
Volgende raadsbesluiten worden met ingang van 1 januari 2025 opgeheven:
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
De drie besturen beschikken over opvangstructuren of lokale opvanginitiatieven (LOI's). Dit zijn individuele opvangstructuren die beheerd worden door OCMW’s en waar verzoekers om internationale bescherming (VIB) materiële hulp (“bed-bad-brood”) krijgen zolang hun recht op opvang duurt.
Elke opvangstructuur in België dient een huishoudelijk reglement te hebben waarin de werkingsregels van de opvangstructuur vastgelegd worden.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 78, 285-288, 330-334, 350, 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
De wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen
Het koninklijk besluit van 2 september 2018 tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels van toepassing op de opvangstructuren en de modaliteiten betreffende de kamercontroles
Het ministerieel besluit van 21 september 2018 tot vastlegging van het huishoudelijk reglement van de opvangstructuren
Het Koninklijk besluit van 24 september 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 juli 2012 tot regeling van de terugbetaling door het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers van de kosten van de materiële hulp door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een begunstigde gehuisvest in een lokaal opvanginitiatief.
De minimale normen inzake opvang van Fedasil en de richtlijnen inzake de toekenning van leefgeld van Fedasil
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 houdende definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Galmaarden, Gooik en Herne hebben momenteel opvangstructuren of lokale opvanginitiatieven (LOI's). Dit zijn individuele opvangstructuren die beheerd worden door OCMW’s en waar verzoekers om internationale bescherming (VIB) materiële hulp (“bed-bad-brood”) krijgen zolang hun recht op opvang duurt.
Elke opvangstructuur in België dient een huishoudelijk reglement te hebben waarin de werkingsregels van de opvangstructuur vastgelegd worden.
Fedasil stelt een verplicht model ter beschikking, aan het algemeen deel (tot en met hoofdstuk 5) worden geen wijzigingen aangebracht, de eigen werkingsregels en afspraken over steunverlening zijn uniform voor Galmaarden, Gooik en Herne.
De klachtenprocedure wijkt verplicht af van het algemeen klachtenreglement van het OCMW.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het huishoudelijk reglement voor de opvangstructuren, dat als bijlage integraal deel uitmaakt van dit besluit, goed.
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
Artikel 3:
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 oktober 2023 houdende huishoudelijk reglement voor het lokaal initiatief goedgekeurd wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2025.
Met ingang van 1 januari 2025 worden de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne samengevoegd tot de nieuwe gemeente Pajottegem. Enkel Galmaarden heeft momenteel een kledingwinkel die momenteel enkel toegankelijk is voor inwoners van Galmaarden.
Voor enkele reglementen is het aangewezen om eerst de tijd te nemen met het nieuwe bestuur van Pajottegem om te evalueren wat wenselijk, realistisch en haalbaar is in de toekomst. Om die reden wordt nu voorgesteld het reglement van Galmaarden uit te breiden naar Galmaarden, Gooik en Herne.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350, 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 december 2021 over de oprichting van een kledingwinkel in het sociaal huis en goedkeuring van het reglement
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Enkel Galmaarden heeft momenteel een kledingwinkel die momenteel enkel toegankelijk is voor inwoners van Galmaarden. Voor enkele reglementen is het aangewezen om eerst de tijd te nemen met het nieuwe bestuur van Pajottegem om te evalueren wat wenselijk, realistisch en haalbaar is in de toekomst. Om die reden wordt nu voorgesteld om het reglement van Galmaarden uit te breiden naar Gooik en Herne.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanpassing van het huishoudelijk reglement met betrekking tot de kledingwinkel van het OCMW als volgt goed:
HUISHOUDELIJK REGLEMENT MET BETREKKING TOT DE KLEDINGWINKEL VAN HET OCMW
Artikel 1: Situering en doelstelling
Het OCMW wenst met haar kledingwinkel personen die hieraan nood hebben te voorzien van tweedehandskleding,-schoenen,-accessoires en andere benodigdheden. De kledingwinkel wordt opgericht ter bestrijding van (kinder)armoede.
Artikel 2: Doelgroep
Enkel personen voor wie het OCMW bevoegd is, komen in aanmerking. Zij dienen zich in één van volgende situaties te bevinden:
Artikel 3: Beslissing
De beslissing om personen uit te nodigen naar de kledingwinkel wordt genomen door de maatschappelijk werker. Deze beslissing is gestaafd op basis van een sociaal onderzoek naar de financiële situatie van de aanvrager.
Het sociaal onderzoek kan reeds eerder plaatsgevonden hebben binnen het kader van de aanvragen tot bekomen van het recht op maatschappelijke integratie en de aanvragen maatschappelijke dienstverlening.
Het recht op toegang tot de kledingwinkel wordt jaarlijks herzien. De toegang wordt vervroegd beëindigd in volgende gevallen:
Maandelijks wordt de lijst met begunstigden ter kennisgeving voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.
Artikel 4: Aanbod
Het OCMW doet beroep op schenkingen van particulieren of winkels. Draagbare kleding, schoenen en accessoires in nieuwe of goede staat kunnen tijdens de openingsuren, en na afspraak met het onthaal worden binnengebracht op het Sociaal Huis. Zaken die niet proper of niet bruikbaar zijn, worden niet aanvaard.
Artikel 5: Vrijwilligers
De werking van de kledingwinkel wordt ondersteund door vrijwilligers.
De vrijwilligers staan in voor het sorteren van de ontvangen kleding en aanverwante zaken of de coördinatie ervan. Zij begeleiden ook de bezoeken aan de kledingwinkel.
Artikel 6: Werking
Het volledige aanbod in de kledingwinkel is gratis. Er mag onbeperkt kledij meegenomen worden maar enkel voor de leden van het gezin.
Voor een bezoek aan de kledingwinkel wordt vooraf een afspraak gemaakt aan het onthaal of via de maatschappelijk werker van het OCMW. De afspraken worden ingegeven in de elektronische agenda die hiervoor intern ter beschikking is gesteld.
Bij zijn/haar eerste bezoek krijgt de begunstigde een klantenkaartje waarop staat wanneer hij/zij is langsgekomen. Op het kaartje worden de bezoekdata aangevuld. In totaal mag er één maal per maand gebruik gemaakt worden van de kledingwinkel als het gezin maximaal vier leden telt en twee keer per maand als er meer gezinsleden zijn.
Een bezoek aan de kledingwinkel van het OCMW duurt maximaal een half uur per gezinslid en in totaal nooit meer dan twee uur.
Er is steeds een vrijwilliger of een personeelslid aanwezig tijdens het bezoek.
Artikel 2:
Dit huishoudelijk reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2025.
Artikel 3:
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 december 2021 over de oprichting van een kledingwinkel in het sociaal huis en goedkeuring van het reglement wordt opgeheven.
De OCMW's van Galmaarden en Herne bieden thans toestellen voor personenalarm aan. Met het oog op de fusie dient er in een uniform reglement te worden voorzien voor de drie besturen.
Het decreet over het lokaal bestuur, in het bijzonder de artikelen 77, 285-288, 330-334, 350, 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 houdende definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Het reglement voor personenalarmtoestellen van de OCMW-raad van 29 april 2015
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
De OCMW's van Galmaarden en Herne bieden thans toestellen voor personenalarm aan. Met het oog op de fusie dient er in een uniform reglement te worden voorzien voor de drie besturen.
In samenwerking met TELE-HULP v.z.w. (een vzw, gespecialiseerd in bijstand aan huis vanuit de centrale voor alleenstaande en hulpbehoevende personen) hebben deze toestellen tot doel om personen bij te staan die omwille van een bestendige slechte fysieke of mentale toestand niet in staat zijn zichzelf te behelpen bij een noodsituatie (bv. val of woning op eigen krachten verlaten).
De grootste verschillen ten opzichte van het vorige reglement zijn:
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement toestel voor personenalarm als volgt goed:
Doel
Het OCMW heeft in samenwerking met TELE-HULP v.z.w. (een vzw, gespecialiseerd in bijstand aan huis vanuit de centrale voor alleenstaande en hulpbehoevende personen) het doel om personen bij te staan die omwille van een bestendige slechte fysieke of mentale toestand niet in staat zijn zichzelf te behelpen bij een noodsituatie (bv. val of woning op eigen krachten verlaten).
Toepassingsgebied
De aanvrager kan gebruik maken van een personenalarmsysteem wanneer hij behoort tot één van de volgende drie categorieën:
Bijkomende voorwaarden:
Aanvang en opzeg
In onderling akkoord kan de opzegtermijn ingekort worden. (bv. verhuis)
Het contract is verbroken in de volgende gevallen:
Aanvraag
Aanvragen kunnen ingediend worden bij het OCMW (contactgegevens – zie verder). Indien er een toestel voorradig is, wordt het na afspraak met de gebruiker door het OCMW of door TELE-HULP v.z.w. geplaatst.
Werking
Het OCMW verzekert volgende dienstverlening door TELE-HULP v.z.w.:
Om te verzekeren dat TELE-HULP v.z.w. aan deze verplichtingen kan voldoen, zal de gebruiker:
Kostprijs
Door ondertekening van de overeenkomst verbindt de gebruiker zich tot de betaling van een maandelijks abonnement en een waarborg. De factuur wordt na afloop van het kwartaal opgesteld.
Aansprakelijkheid
Klacht
Met eventuele moeilijkheden of opmerkingen over de dienstverlening kan de gebruiker terecht bij de dienstverantwoordelijke. Deze zal de nodige stappen ondernemen om tot een aanvaardbare oplossing te komen.
Het OCMW streeft altijd naar een optimale dienstverlening en vlotte afhandeling van je aanvragen en dossiers. Ben je toch ontevreden over de gemeentelijke dienstverlening, dan kan je een klacht indienen bij het lokaal bestuur. De klachtenprocedure kan je terugvinden op de gemeentelijke website.
Artikel 2:
Volgende overgangsmaatregel wordt ingevoerd:
Inwoners van Galmaarden die op datum van 31 december 2024 een getekende overeenkomst hebben met het lokaal bestuur van Galmaarden of Herne, kunnen verder beroep doen op de dienstverlening in Galmaarden. Zij vallen voor het toepassingsgebied onder het reglement van het desbetreffende bestuur. Voor alle andere bepalingen is het reglement van het huren van een personenalarmtoestel van Galmaarden van toepassing.
Artikel 3:
De huurovereenkomst voor een personenalarmsysteem, die als bijlage integraal deel uitmaakt van dit besluit, wordt goedgekeurd.
Artikel 4:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
Artikel 5:
Het reglement voor personenalarmtoestellen, goedgekeurd door de OCMW-raad op 29 april 2015, wordt opgeheven.
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Begrafeniskosten zijn een last van de nalatenschap en worden principieel door de erfgenamen betaald. Het decreet op de lijkbezorging stelt dat er in een behoorlijke wijze voorzien moet worden in de lijkbezorging van behoeftigen. Als er geen familie of erfgenamen zijn om de begrafenis van een persoon te regelen en bij onvoldoende financiële middelen om deze te betalen, kan men zich richten tot het OCMW voor het regelen van een minimale begrafenis. Er dient een uniforme regeling getroffen te worden voor tussenkomsten in de kosten van een begrafenis of crematie van behoeftige personen.
Het decreet over het lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350, 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging
Het reglement tot toekennen van een tussenkomst in de betaling voor de begraving van onvermogenden en sociaal geïsoleerden – Minimale begrafenis van 22 juni 2016
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Begrafeniskosten zijn een last van de nalatenschap en worden principieel door de erfgenamen betaald. Het decreet op de lijkbezorging stelt dat er in een behoorlijke wijze voorzien moet worden in de lijkbezorging van behoeftigen. Als er geen familie of erfgenamen zijn om de begrafenis van een persoon te regelen en bij onvoldoende financiële middelen om deze te betalen, kan men zich richten tot het OCMW voor het regelen van een minimale begrafenis. Er dient een uniforme regeling getroffen te worden voor tussenkomsten in de kosten van een begrafenis of crematie van behoeftige personen.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement minimale begrafenis door het OCMW als volgt goed:
Doelstelling
Begrafeniskosten zijn een last van de nalatenschap en worden principieel door de erfgenamen betaald.
Het OCMW van Galmaarden verleent onder de hierna opgesomde voorwaarden een tussenkomst in de kosten van een begrafenis of crematie van behoeftige personen.
Artikel 1: Voorwaarden
§1 De overledene moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, het vreemdelingen- of wachtregister in de gemeente Galmaarden. OCMW Galmaarden is ook bevoegd voor de dakloze, die ambtshalve is geschrapt en nergens ingeschreven, en die op het grondgebied van Galmaarden komt te overlijden.
In uitzonderlijke gevallen kan het OCMW ook tussenkomen in de begrafeniskosten van behoeftigen die ten laste van OCMW Galmaarden verbleven in een erkende instelling en niet in Galmaarden gedomicilieerd zijn.
§2 De overledene is behoeftig overeenkomstig artikel 14 van het decreet op de lijkbezorging van 16 januari 2004.
§3 Eén van de volgende gevallen doet zich voor:
§4 De uitvaart wordt geregeld door de uitvaartondernemer aangesteld door het OCMW na een overheidsopdracht.
Artikel 2: PROCEDURE
§1 Aanvraag
De aanvraag tot tussenkomst in de begrafenis wordt zo spoedig mogelijk gericht aan de Dienst Zorg van het OCMW, na het overlijden van de behoeftige persoon én voorafgaandelijk aan de begrafenis of crematie.
Elke derde die de begrafenis regelt met de begrafenisondernemer zonder vooraf het OCMW te verwittigen, zal zelf verantwoordelijk worden gesteld voor de kosten, tenzij hiervoor een gegronde reden bestaat. De opdrachtgever kan worden aangesproken voor de begrafeniskosten op grond van een contractuele verbintenis.
§2 Sociaal onderzoek
De beslissing om tussen te komen in de begrafenis- en crematiekosten wordt voorafgegaan door een sociaal onderzoek uitgevoerd door een maatschappelijk werker. Hieruit moet onder andere blijken of de overledene al dan niet een behoeftig persoon is, of er beschikbare gelden zijn die kunnen worden aangewend om de kosten te betalen, wat de financiële en sociale situatie is, wie de wettelijke erfgenamen zijn, of er een verwerping nalatenschap is, …
Indien de overledene valt onder een voorlopige bewindvoering of een collectieve schuldenregeling zal de voorlopig bewindvoerder of schuldbemiddelaar worden gecontacteerd om de financiële situatie te bekijken.
Indien er een uitvaartverzekering is, wordt de verzekeringsmaatschappij onmiddellijk verwittigd. De uitvaartverzekering wordt aangewend voor de begrafenis/crematie en de gemaakte kosten.
Er wordt nagekeken wat de laatste geregistreerde wilsbeschikking is van de overledene bij de dienst burgerzaken. Indien er geen geregistreerde wilsbeschikking is, wordt bij de familie/vertrouwenspersonen gepolst naar de laatste wens van de overledene voor wat de wijze van teraardebestelling (begrafenis of crematie) en eredienst betreft .
Indien de voorkeur van de overledene niet gekend is wordt er geopteerd voor een crematie en voor een burgerlijke uitvaart.
§3 Beslissing
Het BCSD, of de voorzitter van het BCSD bij hoogdringendheid, moeten hun akkoord geven vooraleer de uitvaartkosten gemaakt kunnen worden. Deze beslissing zal genomen worden op basis van een sociaal verslag, opgemaakt door een maatschappelijk werker, waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van dit reglement is voldaan.
Artikel 4: DE TUSSENKOMSTEN
Deze tussenkomst dient om de overledene een minimale begrafenis te bezorgen en omvat volgende begrafeniskosten:
Artikel 5: DE TERUGVORDERINGSMODALITEITEN
Het OCMW Galmaarden zal alles in het werk stellen om het volledige/gedeeltelijke bedrag van de verleende tussenkomst terug te vorderen via:
Artikel 6: AFWIJKINGEN
Het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst kan afwijken van de bepalingen vermeld in dit reglement op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
Artikel 3:
Het besluit van de OCMW-raad van 22 juni 2016 houdnede reglement tot toekennen van een tussenkomst in de betaling voor de begraving van onvermogenden en sociaal geïsoleerden – Minimale begrafenis wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2025.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het feit dat het huishoudelijk reglement van de raad van Galmaarden bij wijze van overgangsmaatregel blijft doorlopen vanaf 1 januari 2025.
De algemeen directeur legt de ontwerpnotulen voor van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 december 2024.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 32
Aangezien met de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 december 2024 de laatste raad van de legislatuur heeft plaatsgevonden, wordt aan de raadsleden gevraagd de notulen met toepassing van artikel 32 van het decreet lokaal bestuur staande de vergadering te willen goedkeuren.
Artikel 1:
De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 december 2024 worden staande de vergadering goedgekeurd en door de meerderheid van de raadsleden en de algemeen directeur ondertekend.
MONDELINGE VRAGEN
GOEDKEURING NOTULEN.
In toepassing van artikel 32§3 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn werd vastgesteld dat gedurende de raadzitting geen bemerkingen werden gedaan in verband met het verslag, zodat de notulen van de vorige raadzitting werden goedgekeurd.
Namens Raad voor Maatschappelijk Welzijn,
Kristof Andries
algemeen directeur
Veerle Dero
voorzitter raad