Terug
Gepubliceerd op 27/12/2024

Notulen  Raad voor Maatschappelijk Welzijn

ma 23/12/2024 - 21:00 raadzaal
Aanwezig: Veerle Dero, voorzitter raad
Ludo Persoons, burgemeester
Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, schepenen
Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, raadsleden
Kristof Andries, algemeen directeur
Verontschuldigd: Arthur Caytan, raadslid
  • Openbaar

    • Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst Noodkoopfonds - renovatiebegeleiding

      Onderwerp

      De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd om de samenwerkingsovereenkomst met 3W plus Energie vzw voor het project Noodkoopfonds - renovatiebegeleiding goed te keuren.

      Regelgeving

      Het decreet over het lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334

       

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

      Financiële impact

      De bijdrage aan 3W plus Energie VZW bedraagt 6.000 euro.  Dit zal worden opgenomen bij in het eenjarig meerjarenplan 2025.

      Motivering

      Om de kandidaten van het noodkoopfonds te begeleiden heeft de sociale dienst nood aan ondersteuning van 3W plus Energie vzw.  3W plus kan zorgen voor deze ondersteuning.  OCMW Galmaarden heeft van de Vlaamse overheid voor dit project recht op een subsidie van 15.000 euro, hiervan werd reeds 12.000 euro ontvangen.  Het is billijk om de subsidie te verdelen onder beide partijen via deze samenwerkingsovereenkomst.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:

      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de samenwerkingsovereenkomst voor het project noodkoopfonds - renovatiebegeleiding met 3W Plus Energie vzw, die als bijlage integraal deel uitmaakt van dit besluit goed.

       

      Artikel 2:

      De dienst welzijn bezorgt een kopie van dit besluit aan de dienst financiën en aan 3W Plus Energie vzw.

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: reglement inzake klachtenbehandeling en klachtenprocedure

      Onderwerp

      Goedkeuring van het klachtenreglement met ingang van 1 januari 2025

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 78, 13°, 285-288, 302, 303, 330-334, 350, 351

       

      Het bestuursdecreet, Afdeling 2 (art. 75-85) en afdeling 3 (art. 86 – 87)

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       

      Het bestuur beschouwt een klacht als een kans om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Het bestuur vindt het belangrijk dat elke indiener weet dat hij of zij met zijn of haar klacht bij hen terecht kan en dat elke klacht op een objectieve, klantvriendelijke en grondige manier zal behandeld worden.

      Het decreet lokaal bestuur artikel 302 en 303 bepaalt dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement een systeem van klachtenbehandeling organiseert. Het systeem van klachtenbehandeling wordt zowel voor de gemeente als voor het openbaar centrum van maatschappelijk welzijn georganiseerd op het ambtelijke niveau en is maximaal onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn over de klachten ingediend tegen het lokaal bestuur.

      Het bestuursdecreet, Afdeling 2 (art. 75-85) en afdeling 3 (art. 86 – 87) legt de verdere minimale bepalingen vast.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:

      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanpassing van het klachtenreglement van het OCMW van Galmaarden als volgt goed:


      Artikel 1 - Wat is een klacht?

      § 1. Een klacht is een manifeste uiting van ontevredenheid van een gebruiker van de dienstverlening bij het lokaal bestuur in verband met een handeling of prestatie die het bestuur al dan niet heeft verricht. 

      § 2. Een klacht kan betrekking hebben op het handelen van zowel personeelsleden als van politieke mandatarissen (burgemeester, schepenen, raadsleden, voorzitter van de gemeenteraad en van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn). 

      § 3. Een klacht kan betrekking hebben op:

          • Het foutief verrichten van een handeling of prestatie. Het onvriendelijk of onbeleefd verrichten van een handeling. Het afwijken van de vastgelegde of gebruikelijke werkwijze. Het niet of laattijdig uitvoeren van een handeling of prestatie.
          • Een ‘handeling of prestatie’ kan zowel betrekking hebben op: een behandelingswijze van de ambtenaar.
          • een termijn.
          • een beslissing van de ambtenaar;

       

      § 4. Vragen om informatie, meldingen, suggesties, beroepen, bezwaren of petities, worden niet beschouwd als klachten. Meldingen worden behandeld via het meldpunt op de website.
      Voor beroepen en bezwaarschriften dienen de wettelijk omschreven procedures te worden gevolgd.

       

      § 5. Deze klachtenprocedure is niet van toepassing op algemene klachten over de regelgeving, algemene klachten over het (al dan niet) gevoerde beleid of klachten over beleidsvoornemens of verklaringen. Dergelijke klachten zullen geregistreerd worden en doorgestuurd naar de bevoegde mandataris.

       

      § 6. Dit reglement is niet van toepassing op klachten waarvoor een specifieke procedure is voorzien in de wetgeving (onder meer pesten op het werk, ongewenst seksueel gedrag,

       

      Artikel 2 - Wie kan een klacht indienen?

      Elke gebruiker van de dienstverlening van het lokaal bestuur kan een klacht indienen. Het kan gaan om een inwoner, bezoeker, vereniging of bedrijf. Ook een personeelslid van het lokaal bestuur kan een klacht uiten op basis van dit reglement.

       
      Artikel 3 - Hoe een klacht indienen?

      Een klacht kan op verschillende manieren worden ingediend:

          • Via brief
          • Via het klachtenformulier op de website van de gemeente
          • Via e-mail
          • Mondeling: bij mondelinge klachten wordt door de ontvanger van de klacht een schriftelijk verslag opgemaakt.

       

      Artikel 4 - De klachtencoördinator

      De deskundige beleidsondersteuning is de klachtencoördinator. Bij zijn/haar afwezigheid treedt de algemeen directeur op als klachtencoördinator. De klachtencoördinator registreert de klachten en verwijst ze voor behandeling door naar een klachtenbehandelaar, afhankelijk van de aard van de klacht. De klachtencoördinator behandelt inhoudelijk zelf geen klachten, maar ziet er wel op toe dat de behandeling van de klacht conform de klachtenprocedure verloopt.

       

      Artikel 5 - De klachten registratie

      Wanneer een klacht bij een medewerk(st)er van het lokaal bestuur terechtkomt, stuurt hij/zij de klacht door naar de klachtencoördinator voor registratie:

          • Mondelinge/telefonische/sociale media klacht: doorverwijzen naar de erkende kanalen om klacht in te dienen of samen aan loket de klacht via de erkende kanalen invullen (zie Artikel 3).
          • Schriftelijke klacht: registratie via postregistratie en toewijzen aan de klachtencoördinator
          • Klacht via email /website: email doorsturen naar klachtencoördinator, die deze registreert

       

      Nadat de klachtencoördinator de klacht heeft ontvangen, registreert hij deze (ongeacht of ze wel of niet ontvankelijk is) met de volgende gegevens:

          1. De datum van de klacht
          2. De identificatiegegevens van de klager: naam en adres, telefoonnummer, eventueel mailadres.
          3. Via welk communicatiekanaal de klacht is gemeld
          4. Een korte omschrijving van de klacht
          5. De dienst en eventueel de persoon waarop de klacht betrekking heeft

       

      Nadat de klacht is afgehandeld registreert hij:

          1. De datum van afhandeling van de klacht
          2. Het resultaat van de klachtenbehandeling

       

      Artikel 6 - Het ontvankelijkheidsonderzoek

      § 1. De klachtencoördinator voert het ontvankelijkheidsonderzoek uit. De klacht is onontvankelijk als:

      De klacht anoniem is ingediend, vermelding van naam en adres zijn minimaal vereist.

          • De indiener geen belang kan aantonen.
          • De klacht kennelijk onredelijk is, of te vaag (na inwinnen bijkomende informatie).
          • De klacht alleen mondeling is ingediend.
          • Het gaat over zaken die niet tot de bevoegdheid behoren van het lokaal bestuur.
          • De klacht al eerder is ingediend en al ongegrond werd bevonden, tenzij er nieuwe elementen worden aangebracht in verband met de klacht.
          • Het feit langer dan 1 jaar voor het indienen van de klacht heeft plaatsgevonden.

       

      § 2. Onontvankelijke klachten vereisen geen verdere behandeling volgens de klachtenprocedure.

      De klachtencoördinator deelt aan de klager, binnen de 10 werkdagen, met een gemotiveerde brief mee waarom de klacht als onontvankelijk wordt beschouwd. Als de reden is dat de klacht gaat over zaken die niet tot de bevoegdheid van het lokaal bestuur behoren, verwijst de brief de klager door naar de instantie die zijn klacht kan behandelen.

       

      § 3. Als de klacht betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij verschillende overheidsinstanties betrokken zij n, wijzen die overheidsinstanties in gezamenlijk overleg een coördinerende overheidsinstanties aan die verantwoordelijk is voor de opvolging van de klacht.

       

      Artikel 7 - De klachtenontvangst
      De klachtencoördinator bezorgt de ontvankelijke klacht aan de klachtenbehandelaar (zie artikel 8).

      Als blijkt dat de klachtenbehandelaar de klacht binnen de 8 werkdagen kan oplossen (een oplossing, compromis, maatregel kan voorstellen) én de klager is akkoord met deze oplossing, dan moet de klacht niet meer formeel opgevolgd worden.  De schriftelijk bevestiging van de klager (akkoord met oplossing), moet aan de klachtencoördinator bezorgd worden en toegevoegd worden aan de registratie.

      Lukt dit niet, dan stuurt de klachtencoördinator, binnen de 10 werkdagen na ontvangst van de klacht, een antwoordbrief of antwoordmail naar de klager die in elk geval de volgende elementen vermeldt:

          • De bevestiging dat de klacht werd ontvangen
          • Een korte omschrijving van de klacht
          • De naam en contactgegevens van de klachtenbehandelaar
          • De verdere procedure

       

      Artikel 8 - De klachtenbehandelaar

      De klachten behandelaar is niet (rechtstreeks) bij de feiten betrokken en is:

          • Bij een klacht tegen een dienst of tegen een medewerker van een dienst: de coördinator
          • Bij een klacht tegen de coördinator: de algemeen directeur of adjunct-algemeen directeur
          • Bij interne klachten: de algemeen directeur
          • Bij een klacht tegen de algemeen directeur/adjunct-algemeen directeur/financieel directeur: het vast bureau
          • Bij een klacht tegen een politiek mandataris: de algemeen directeur die ze voorlegt aan een deontologische commissie.

      De klachtenbehandelaar houdt bij de klachtenbehandeling maximaal rekening met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

       

      Artikel 9 - De klachtenbehandeling

      § 1. De klachtenbehandelaar is verantwoordelijk voor het inhoudelijke onderzoek en het beoordelen van de klacht. Hij/zij gaat zo nodig bij de medewerker uitleg vragen over de feiten waarover geklaagd wordt en neemt de conclusies van het gesprek op in een verslag.

      De klachtenbehandelaar bezorgt het verslag met motivering en een ontwerp van antwoord brief aan de klachtencoördinator en aan de algemeen directeur binnen de 25 werkdagen     na    het    ontvangen     van    de    klacht    van   de klachtencoördinator.

      De klachtencoördinator gaat na of de klachtenbehandelaar een neutrale houding heeft aangenomen in het behandelen van de klacht. Na goedkeuring door de klachtencoördinator

      stuurt deze, binnen de 10 werkdagen, aan de klager een antwoord brief met de conclusies van het onderzoek. Bij gegronde of deels gegronde klachten wordt indien van toepassing een oplossing, compromis of maatregel geformuleerd, na goedkeuring door het bevoegde orgaan.

      De klachtenbehandelaar ziet toe op de uitvoering van de beslissing.

       

      § 2. Indien de termijn voor behandeling van een klacht omwille van specifieke omstandigheden (bv. afwezigheid wegens ziekte, beslissing van bevoegd orgaan nodig, ...) niet kan worden gerespecteerd, neemt de klachtencoördinator binnen de 45 werkdagen contact op met de indiener om hem of haar te informeren over de stand van zaken en een nieuwe planning af te spreken. De termijn kan gemotiveerd tot maximaal 90 werkdagen verlengd worden.

       

      Artikel 10 - Afhandelen dossier
      De klachtencoördinator brengt het rapport in het systeem in en de klacht wordt als afgehandeld beschouwd.
       
      Artikel 11 - Maatregelen
      Het lokaal bestuur beschouwt klachten als een kans om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Voor elke gegronde klacht worden, door de algemeen directeur, maatregelen getroffen of afspraken gemaakt om te voorkomen dat hetzelfde probleem zich zou herhalen.

      Indien het een beleidsprobleem betreft, wordt de klacht voorgelegd aan het bevoegde orgaan dat eventueel structurele wijzigen kan aanbrengen aan het beleid.

       

      Artikel 12 - Privacy

      Alle personeelsleden/organen die bij de behandeling van een klacht betrokken zijn, zijn tot geheimhouding verplicht.

      Volgens artikel 79 in het bestuursdecreet geldt de indiening van een klacht als een toestemming voor de overheidsinstantie, vermeld in  If. 74, eerste lid, om de gegevens in het kader van de klachtenbehandeling te verwerken, meer bepaald om de naam van indiener en het voorwerp van de klacht bekend te maken bij het personeelslid of de dienst tegen wie de klacht gericht is of bij andere betrokken overheidsinstanties, behalve als de indiener zich daartegen verzet.

       

      Artikel 13 - Vlaamse Ombudsdienst

      De indiener kan, conform het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst, een klacht indienden bij de Vlaamse Ombudsdienst:

          • Tegen de beslissing van het lokaal bestuur om de klacht niet te behandelen op grond van artikel van dit regelement.
          • Als het lokaal bestuur de klacht niet behandelt binnen de vermelde termijn.
          • Als de indiener oordeelt dat het antwoord van de overheidsinstantie onvoldoende tegemoetkomt aan zijn klacht.

       

      Artikel 14 - Klachtenrapportering

      Jaarlijks wordt een verslag opgemaakt en aan de raad voor maatschappelijk welzijn gerapporteerd.

       

      Artikel 2:

      Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2025.

       

      Artikel 3:

      Met ingang van 1 januari 2025 worden volgende raadsbesluiten opgeheven:

      • Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 juni 2020 houdende goedkeuring reglement klachtenbehandeling en klachtenprocedure 
      • Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 oktober 2023 houdende goedkeuring reglement klachtenbehandeling en klachtenprocedure

       

       

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: retributiereglement op verkoop van dranken en versnaperingen op gemeentelijke activiteiten

      Ref.

      565.122

      Onderwerp

      Het retributiereglement op verkoop van dranken en versnaperingen op activiteiten georganiseerd door de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne dient met het oog op de fusie te worden aangepast, zodat het per 1 januari 2025 van toepassing kan worden op het hele grondgebied.

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 77,78 ,17°/1, 285-288, 330-334, 350, 351, 369

       

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

        

      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

       

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

      Om die reden wordt voorgesteld het reglement op de verkoop van dranken en versnaperingen tijdens gemeentelijke activiteiten uit te breiden naar Galmaarden, Gooik en Herne.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:

      De retributietarieven voor de verkoop van dranken en versnaperingen op gemeentelijke activiteiten worden met ingang van 1 januari 2025 als volgt vastgesteld:

        • Dranken
          • Prijscategorie 1: 2 euro (frisdranken, waters, vruchtensappen, koffie, thee, chocolademelk, lichte bieren, …)
          • Prijscategorie 2: 3 euro (bieren van hoge gisting, speciale bieren, wijn, …)
       
        • Versnaperingen
          • Prijscategorie 1: 1,50 euro (wafels, chocolade, snoepzakje, chips, …)
          • Prijscategorie 2: 2 euro (artisanale producten zoals taart, rijstpap, …)

                             

      Artikel 2:
      De retributie wordt betaald door de koper bij de afleveringen van dranken en versnaperingen.

       

      Artikel 3:
      De vergoeding van de retributie wordt contant of elektronisch voldaan.

       

      Artikel 4:
      Een door de algemeen directeur aangesteld personeelslid zal instaan voor de inning van de ontvangsten.

       

      Artikel 5:

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.

       

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: reglement dorpsrestaurant

      Onderwerp

      Het reglement dorpsrestaurant dient te worden aangepast om de toegang tot de activiteit open te stellen voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne met ingang van 1 januari 2025.

      Regelgeving

      Het decreet over het lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350, 351

       

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

       

      Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 25 februari 2015 tot oprichting van een dorpsrestaurant

       

      Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 september 2021 tot reglement van het dorpsrestaurant

       

      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

      Ook het reglement dorpsrestaurant dient te worden aangepast om de toegang tot de activiteit open te stellen voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:
      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement voor het dorpsrestaurant als volgt goed: 

        

      1. Situering en doelstelling

      Het dorpsrestaurant, Resto+,  is opgericht om senioren en zorgbehoevenden hun sociaal weefsel te versterken en de sociale contacten te bevorderen. Het is een plaats waar iedereen ongedwongen naartoe kan komen om een gezonde warme maaltijd te eten en elkaar in een ontspannen sfeer te ontmoeten.

       

      Naast het aanbieden van gezonde voeding en het bevorderen van sociale contacten zorgt het dorpsrestaurant ervoor dat er op een laagdrempelige manier informatie kan worden gegeven, dat er noden worden opgevangen en de dienstverlening dicht(er) bij de mensen wordt gebracht.

       

      2. Doelgroep

      Inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne die voldoen aan volgende voorwaarden :

      - Alleenstaanden van minimum 60 jaar oud of gezinnen waarvan één der beide partners minimum 60 jaar oud is.

      - Personen met een handicap (inkomensvervangende tegemoetkoming of integratie- tegemoetkoming).

      - Personen die recht hebben op de zorgverzekering én hun mantelzorger.

      - Personen afkomstig uit Galmaarden, Gooik en Herne, alleenstaanden of gezinnen waar één van beide partners minimum 60 jaar oud is en die in totaal meer dan 10 jaar in Galmaarden, Gooik of Herne hebben gewoond OF die er gedurende de laatste 10 jaar een periode hebben gewoond.

       

      3. Locatie en tijdstip

      “RESTO +” wordt georganiseerd op volgende locatie: “Gemeentelijke zaal Willem Tell”, Hernestraat 5, 1570 Tollembeek met een frequentie van gemiddeld 8 tot 9 keer per jaar, de eerste dinsdag van de maand.                                

      De exacte data van het dorpsrestaurant worden bekendgemaakt in het begin van het nieuwe werkingsjaar.

       

      4. Prijs

      Er wordt voor de prijs van 12 euro per persoon een 3-gangenmaaltijd aangeboden bestaande uit soep, hoofdgerecht, dessert met een tas koffie.

      Dranken zijn te verkrijgen tegen betaling volgens het retributiereglement dorpsrestaurant.

      Er wordt geen korting toegestaan indien de gebruiker geen soep of nagerecht wenst.

      De betaling gebeurt op voorhand via bankoverschrijving of in geval van overmacht cash ter plaatse.

      Er is mogelijkheid tot afwijking van de prijs voor personen wier hulpvraag mits voorlegging van een sociaal verslag, opgemaakt door de maatschappelijk assistente van het OCMW wordt goedgekeurd door het Bijzonder Comité Sociale Dienst van Galmaarden, Gooik of Herne.

       

      5. Inschrijvingen

      Inschrijven kan telefonisch, via e-mail of persoonlijk tijdens de openingsuren van het OCMW van Galmaarden, Gooik en Herne.

      Inschrijvingen dienen te gebeuren minstens één werkweek op voorhand.

      Er kan gratis geannuleerd worden indien dit minstens 3 werkdagen op voorhand gemeld wordt. Zoniet wordt de bestelde maaltijd aangerekend.

      Annuleren kan via dezelfde kanalen als de inschrijvingen: telefonisch, via e-mail of door langs te komen tijdens de openingsuren.

      Ziekte en ziekenhuisopname zijn geldige redenen om laattijdig af te melden.

       

      6. Vrijwilligers

      De werking van het dorpsrestaurant wordt mede ondersteund door vrijwilligers. De vrijwilligers krijgen een gratis maaltijd met drank aangeboden en zij worden via het OCMW verzekerd voor lichamelijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid.

       

      7. Vervoer

      Deelnemers die niet op eigen houtje (te voet, met de fiets, met de auto, meerijden met vrienden of buren of met het openbaar vervoer) de locatie van het dorpsrestaurant kunnen bereiken, kunnen dit melden bij de thuisdiensten van Galmaarden, Gooik en Herne.

      De dienst probeert het vervoersprobleem op te lossen via de Minder Mobielen Centrale van Galmaarden, Gooik en Herne. Het vervoer is te betalen door de deelnemer zelf.

       

      8. Huisdieren

      Omwille van hygiënische redenen zijn huisdieren niet toegelaten tijdens het dorpsrestaurant.

       

      9. Privacy

      Zie bijlage.

       

      10. Wat als u een klacht of melding heeft?

      De klant kan steeds klachten of voorstellen indienen. Iedere melding wordt ernstig bekeken.                                   

      Een klacht kan op verschillende manieren worden ingediend volgens de bestaande klachtenprocedure

       

      Artikel 2: 

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025

       

      Artikel 3:

      Met ingang van 1 januari wordt het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 28 september 2021 tot reglement van het dorpsrestaurant opgeheven.


    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: reglement energietoelage ter bestrijding van energiearmoede

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 77, 285-288, 330-334, 350, 351

       

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

       

      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne


      De organieke wetgeving van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

       

      De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

       

      De wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.

       

      Het koninklijk besluit van 14 februari 2005 tot uitvoering van de wet van 4 september 2002 houdende toewijzing van een opdracht aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn inzake de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden inzake energielevering.

       

      De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

       

      Het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie.

       

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       

      Reglementen voor aanvullende financiële steunverlening zorgen voor een uniforme toekenning van steun aan personen of gezinnen met lage inkomens. De cijfers energiearmoede zijn globaal sterk gestegen ten opzitten van 2020. Gemiddeld ondervindt 10% van de bevolking van Galmaarden, Gooik en Herne betalingsmoeilijkheden wanneer het over energie gaat. De energietoelage is gericht op de bestrijding van energiearmoede bij de meest kwetsbaren in onze maatschappij, zijnde personen/gezinnen die moeilijkheden hebben om hun energiekosten zelf te betalen of personen/gezinnen met een schuldenlast van die aard dat zij, ondanks hun persoonlijke inspanningen, hun energierekeningen niet meer kunnen betalen. Het OCMW wil financiële maatschappelijke steun bieden aan deze personen en gezinnen, in de vorm van een energietoelage.

      Indien de energiebron van de voorgelegde facturen gas en/of elektriciteit betreft, en deze facturen nog niet betaald zijn, dan komen deze in aanmerking ter subsidie uit het gas- en elektriciteitsfonds.

      Het gas- en elektriciteitsfonds heeft een drieledig doel waarvan één aansluit bij het doel van dit huishoudelijk reglement: Financiële maatschappelijke steun toekennen aan personen waarvan de schuldenlast van die aard is dat zij, ondanks hun persoonlijke inspanningen, hun gas- en elektriciteitsrekeningen niet meer kunnen betalen. De situatie van schuldenlast dient ruim te worden geïnterpreteerd in functie van het principe van de menselijke waardigheid. Het is voldoende dat de aanvrager een ernstig risico op schuldenlast loopt. Er dient nog geen toestand van schuldenlast te zijn, een risico op schuldenlast vastgesteld door het sociaal onderzoek is voldoende.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:
      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement energietoelage ter bestrijding van energiearmoede als volgt goed:

       

      Artikel 1: Doelgroep

      §1 Categorie 1: Personen met een laag inkomen komen in aanmerking, met een maximale grens van leefloonbedragen + 60%.

      Alle inkomsten (berekend volgens de RMI-wetgeving) van alle inwonenden worden in rekening gebracht.

      §2 Categorie 2: Personen in budgetbegeleiding, budgetbeheer of collectieve schuldenregeling die na afbetaling van hun schulden (met uitzondering van een hypothecair krediet) of betaling van medische kosten met hun beschikbare inkomen onder bovenstaande inkomensgrenzen vallen, berekend zoals hierboven bepaald. 

       

      Artikel 2: Bijkomende voorwaarden

      §1 Het OCMW moet bevoegd zijn voor de steunverlening volgens de wet van 2 april 1965.

      §2 De aanvrager van deze steunverlening dient 18 jaar te zijn of daarmee gelijkgesteld zoals voorzien in de RMI wetgeving van 26 mei 2002.  

      §3 Eigenaars die een onroerend goed bewonen waarop geen hypothecaire last meer rust, komen niet in aanmerking.

      §4 Eigenaars die meer dan één onroerend goed bezitten in volle eigendom of vruchtgebruik komen niet in aanmerking.

      §5 Personen met spaargeld boven het maximum, zoals bepaald in artikel 27 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, hebben geen recht op financiële steunverlening. (Huidig bedrag = 6200 euro)

      §6 Het laten uitvoeren van een energiescan kan een voorwaarde zijn die opgelegd wordt door het BCSD bij toekenning van de energietoelage. Indien de energiescan een opgelegde voorwaarde is dan kan er niet overgegaan worden tot betaling van de energietoelage totdat de energiescan uitgevoerd wordt. De aanvrager dient het resultaat van de energiescan te bezorgen aan de dienst welzijn. Enkel de door de dienst welzijn aangestelde energie-expert kan deze energiescan uitvoeren. Indien de aanvrager verhuist binnen de gemeente, kan een energiescan van de nieuwe woonst verwacht worden.

       

      Artikel 3: Cumulatie met andere toelagen/tegemoetkomingen

      §1 Personen die aanspraak maken op een tegemoetkoming via het Sociaal Stookoliefonds kunnen deze cumuleren met een energietoelage.

      §2 Personen die aanspraak maken op de minimale levering aardgas en elektriciteit kunnen deze tussenkomst niet cumuleren met een energietoelage.

      §3 Personen die aanspraak maken op een huurtoelage vanwege het OCMW kunnen deze niet cumuleren met een energietoelage.


      Artikel 4: Bedrag van de jaarlijkse toelage

      §1 De energietoelage wordt toegekend op basis van de inkomenscategorieën en bedragen vermeld in onderstaande tabel. Het bedrag van de energietoelage is gebaseerd op de minimale leveringstarieven voor aardgas en elektriciteit voor beschermde afnemers, die de laagste inkomens hebben.

      §2 De hoogte van de energietoelage is degressief en afhankelijk van het inkomen. Naarmate het inkomen stijgt, vermindert de toelage, omdat aangenomen wordt dat hogere inkomens meer ruimte hebben voor energiekosten.

      §3 Ook de woonvorm wordt in rekening gebracht. Een open bebouwing is minder energiezuinig dan een rijhuis, hoekhuis of appartement, wat de hoogte van de toelage beïnvloedt

       

       

      INKOMENSGRENZEN

      BEDRAG VAN DE TOELAGE PER WOONVORM

       

      ALLEENSTAANDEN

      GEZINNEN

      APPARTEMENT

      RIJHUIS

      HOEKHUIS

      OPEN BEBOUWING

      Cat 1

      0 - bedrag LL

      0 - bedrag LL

      326,6

      466,6

      566,6

      Cat 2

      bedrag LL - 1.417

      bedrag LL – 1.915

      279,94

      399,94

      485,66

      Cat 3

      1.417 - 1.546

      1.915 - 2.089

      233,29

      333,29

      404,71

      Cat 4

      1.546 - 1.674

      2.089 – 2.263

      186,63

      266,63

      323,77

      Cat 5

      1.674 - 1.803

      2.263 - 2.437

      139,97

      199,97

      242,83

      Cat 6

      1.803 - 1.932

      2.437 – 2.612

      93,31

      133,31

      161,89

      Cat 7

      1.932 - 2.061

      2.612 - 2.786

      46,66

      66,66

      80,94

       

      Artikel 5: Procedure

      §1 De aanvraag gebeurt via een ondertekend aanvraagformulier op de datum van indiening.

      §2 De maatschappelijk werker voert een sociaal onderzoek uit om na te gaan of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van dit reglement.

      §3 Het sociaal onderzoek wordt voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) die de uiteindelijke beslissing neemt over de toekenning van de energietoelage.

      §4 De energietoelage wordt toegekend als een eenmalig bedrag per jaar. De toekenning geldt altijd tot en met 31/12 van het lopende jaar.

      §5 Indien betrokkene niet langer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden, wordt het recht onmiddellijk ingetrokken.

      §6 Betalingen gebeuren uitsluitend op basis van een voorgelegde onbetaalde factuur.  

       

      Artikel 6: afwijkingen

      Een afwijking op dit reglement is mogelijk, na een sociaal-en financieel onderzoek voorgelegd aan het BCSD.

       

      Artikel 7: indexering toelagen 

      Voornoemde bedragen worden jaarlijks op 1 januari jaar N aangepast aan de index volgens volgende formule:

      bedragen november 2024 x gezondheidsindex 11/jaar N-1
                                               gezondheidsindex 11/2024                                          

       

      Artikel 2: 

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: reglement tussenkomst in huur

      Onderwerp

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem. Reglementen voor aanvullende financiële steunverlening zorgen voor een uniforme toekenning van steun aan personen of gezinnen met lage inkomens.

      De huurprijzen voor appartementen en woningen zijn de laatste jaren sterk gestegen in Galmaarden, Gooik en Herne en in het Vlaamse Gewest.

      Deze tussenkomst helpt de meest kwetsbaren met het betalen van hun huishuur. Het doel is ervoor te zorgen dat personen of gezinnen een degelijke woonst hebben en menswaardig kunnen leven, met een leefbare verhouding tussen inkomen en huurgelden.

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40, 285-288, 330-334, 350, 351


      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

       

      De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s

       

      De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de  OCMW’s

       

      De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie

       

      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

       

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       

      Reglementen voor aanvullende financiële steunverlening zorgen voor een uniforme toekenning van steun aan personen of gezinnen met lage inkomens.

      De huurprijzen voor appartementen en woningen zijn de laatste jaren sterk gestegen in Galmaarden, Gooik en Herne en in het Vlaamse Gewest.  

      Deze tussenkomst helpt de meest kwetsbaren met het betalen van hun huishuur. Het doel is ervoor te zorgen dat personen of gezinnen een degelijke woonst hebben en menswaardig kunnen leven, met een leefbare verhouding tussen inkomen en huurgelden.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:
      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement tussenkomst in huur als volgt goed:

       

      Artikel 1: Doelgroep

      §1 Inkomensvoorwaarde

      Personen met een laag inkomen komen in aanmerking, met een maximale grens van leefloonbedragen + 60%.

      §2 Inkomensberekening

      Alle inkomsten (berekend volgens de RMI-wetgeving) van alle inwonenden worden in rekening gebracht, met uitzondering van inkomsten van studenten.

      Voor inwonende studenten geldt onderstaande regeling:

      • Recht op RMI: voor alle inkomsten (leefloon, loon uit arbeid,...) wordt maximaal rekening gehouden met het categoriebedrag 1 samenwonenden.

      Noot: Het recht op RMI vervalt wanneer betrokkene meer dan drie opeenvolgende maanden over voldoende bestaansmiddelen beschikt.

      • Geen recht op RMI: er wordt geen rekening gehouden met de inkomsten van de student.

      §3 Bepaling inkomen

      We onderscheiden op moment van aanvraag 3 inkomstensituaties:

      • Vast maandinkomen: berekening op basis van huidig maandinkomen
        Vaste vervangingsuitkeringen: berekening op basis van dagbedrag met een gemiddelde van 26 dagen per maand
      • Variabel inkomen (in eenzelfde arbeidsregime <10% afwijking): gemiddelde van de laatste 3 volledig werkende maanden
      • Sterk variabel (in eenzelfde arbeidsregime >10% afwijking) of interimarbeid:

      De tussenkomst wordt maandelijks berekend op basis van de voorgelegde loonfiche

      De aanvrager dient al zijn rechten uit te putten, zoniet zal er rekening gehouden worden met het fictief inkomen waarop de aanvrager recht zou kunnen hebben.

       

      Artikel 2: Bijkomende voorwaarden

      §1 Het OCMW moet bevoegd zijn voor de steunverlening volgens de wet van 2 april 1965. 

      §2 De aanvrager van deze steunverlening dient 18 jaar te zijn of daarmee gelijkgesteld zoals voorzien in de RMI wetgeving van 26 mei 2002.  

      §3 Het gehuurde goed moet gelegen zijn in Galmaarden, Gooik of Herne én men moet in het bezit zijn van een ondertekende huurovereenkomst.

      §4 De aanvrager dient gedomicilieerd te zijn in Galmaarden, Gooik of Herne.

      §5 Eigenaars die een onroerend goed bezitten komen niet in aanmerking.

      §6 Personen met spaargeld boven het maximum, zoals bepaald in artikel 27 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, hebben geen recht op financiële steunverlening. Huidig bedrag = 6200 euro.

      §7 De huurprijs mag nooit hoger zijn dan 3/4 van het inkomen.

      §8 De aanvragers voor een huurtoelage dienen zelf minstens 1/3 van het inkomen te besteden aan huur. De reële huurtoelage kan bijgevolg nooit meer zijn dan het verschil tussen 1/3 van het inkomen en de werkelijke huurprijs.

      §9 De aanvrager dient zich verplicht in te schrijven bij de woonmaatschappij werkzaam in Galmaarden, Gooik of Herne en het inschrijvingsbewijs hiervan te bezorgen. Ook moeten zij rechten op andere huurtoelagen of premies laten gelden.

      §10 Aanvragers die definitief in een erkende instelling verblijven worden uitgesloten van een huurtoelage.

      §11 Wie een goedkopere, aangepaste sociale woning weigert verliest zijn recht op een huurtoelage voor een periode van 12 maanden, ingaande vanaf de maand volgend op de inbreuk.

      §12 De aanvrager moet rechten op andere huurtoelagen of premies laten gelden. Indien de huurtoelage of -premie van een andere overheidsinstantie lager ligt dan de huurtoelage (reële huurtoelage + kindertoeslag) van het OCMW, wordt enkel het verschil tussen beide uitbetaald.

      §13 Wie het recht op een huurtoelage of -premie van een andere overheidsinstantie niet laat gelden of verliest door eigen toedoen, verliest zijn recht op huurtoelage voor een periode van 12 maanden, ingaande vanaf de maand volgend op de inbreuk.

       

      Artikel 3: bedragen maandelijkse huurtoelage

      §1 De huurtoelage wordt toegekend op basis van de inkomenscategorieën en bedragen vermeld in onderstaande tabel. Hierbij wordt rekening gehouden met de gezinssamenstelling en een toeslag per kind.

       

      alleenstaande

      gezin

       

      inkomsten

      max huurtoelage

      inkomsten

      max huurtoelage

      toeslag/kind

      Cat 1

      0 - bedrag LL

      249

      0 - bedrag LL

      249

      41

      Cat 2

      bedrag LL - 1.417

      212

      bedrag LL – 1.915

      212

      36

      Cat 3

      1.417 - 1.546

      178

      1.915 - 2.089

      178

      30

      Cat 4

      1.546 - 1.674

      142

      2.089 – 2.263

      142

      24

      Cat 5

      1.674 - 1.803

      107

      2.263 - 2.437

      107

      18

      Cat 6

      1.803 - 1.932

      71

      2.437 – 2.612

      71

      12

      Cat 7

      1.932 - 2.061

      36

      2.612 - 2.786

      36

      6


      §2 De kindtoeslag wordt beperkt tot vier kinderen ten laste. Een ouder met regeling co-ouderschap waarbij kinderen blijven slapen worden steeds als ‘gezin’ beschouwd voor het bepalen van de maximale huurtoelage en hebben recht op 50% van de kindtoeslag.


      Artikel 4: Procedure

      §1 De aanvraag gebeurt via een ondertekend aanvraagformulier op de datum van indiening.

      §2 De maatschappelijk werker voert een sociaal onderzoek uit om na te gaan of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden van dit reglement.

      §3 Het sociaal onderzoek wordt voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) die de uiteindelijke beslissing neemt over de toekenning van de huurtoelage.

      §4 De huurtoelage wordt toegekend vanaf de maand na de aanvraag.

      §5 De toekenning geldt altijd tot en met 31/12 van het lopende jaar.

      §6 Tussentijdse herzieningen gaan altijd in vanaf de volgende maand. Er worden geen terugvorderingen of aanpassingen gedaan voor een gedeelte van de betrokken maand.

      §7 Als de inkomsten van de aanvrager in de loop van het jaar met minstens 10% veranderen ten opzichte van de aanvraag, wordt de huurtoelage herzien.

      §8 Indien betrokkene niet langer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden, wordt het recht ingetrokken vanaf de volgende maand.

      §9 Onterecht ontvangen tussenkomsten zullen worden teruggevorderd.

      §10 De aanvrager is verplicht elke wijziging in inkomen of situatie te kennen te geven.

       

      Artikel 5: afwijkingen

      Een afwijking op dit reglement is mogelijk, na een sociaal-en financieel onderzoek voorgelegd aan het BCSD.

       

      Artikel 6: indexering toelagen

      Voornoemde bedragen worden jaarlijks op 1 januari jaar N aangepast aan de index volgens volgende formule:

      bedragen november 2024 x gezondheidsindex 11/jaar N-1
                                               gezondheidsindex 11/2024                                          

       

      Artikel 2:

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.

       

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: reglement tussenkomst voor assistentiewoningen

      Onderwerp

      De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd om het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen met ingang van 1 januari 2025 goed te keuren. 

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350 en 351

       

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

       

      De organieke wetgeving van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

       

      De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

       

      Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019


      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 houdende definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

       


      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.

      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.

      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.

      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.

      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.

      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       

      Het OCMW Galmaarden heeft op heden geen reglement omtrent de opname en ten laste name van de verblijfskosten van een persoon verblijvende in een erkende assistentiewoning.

      Een assistentiewoning is bedoeld voor oudere personen die nog voldoende zelfredzaam zijn om zelfstandig te wonen maar waar wel extra zorg zoals crisishulp en woonassistentie is voorzien. Dit tegenover woonzorgcentra die eerder voorzien zijn voor zorgbehoevende personen. Via assistentiewoningen kunnen woonzorgcentra ontlast worden en kunnen zij bijkomend plaats maken voor de meer zorgbehoevende personen.

      In een assistentiewoning kan een bewoners zelf thuisverpleging en mantelzorg regelen en moet men instaan voor boodschappen, maaltijden en poetsen. In een woonzorgcentrum is 24 uur zorg, eten en poetsen in de prijs is inbegrepen.

      Uitgaande van het basisprincipe dat ook een senior met een beperkt inkomen recht heeft om in een assistentiewoning te wonen en niet noodgedwongen moet kiezen voor een woonzorgcentrum is het aangeraden dat het OCMW ook een reglement maakt voor deze doelgroep.

      De dagprijs voor assistentiewoningen is in Vlaanderen heel verschillend en de samenstelling van de dagprijs varieert. Er wordt gekozen voor een forfaitaire tussenkomst waarbij na aftrek van de naakte huurprijs voor de assistentiewoningen van hun inkomen bewoners nog een bedrag van 960,97 euro (alleenstaande) en 1666,75 euro (gezin) nodig hebben om al hun vaste kosten te kunnen betalen.

      Inwoners van de seniorenwoningen vallen niet onder dit reglement maar onder het reglement betreffende de huurpremie. 

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:
      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen door het OCMW als volgt goed:

       

      Artikel 1. Doelstelling

      Het OCMW Galmaarden voorziet een financiële ondersteuning, onder de vorm van een tussenkomst, om senioren met een beperkt inkomen de kans te bieden om in een assistentiewoning te wonen.

       

      Artikel 2. Toepassingsgebied

      Het bevoegd OCMW is het OCMW van de gemeente waar betrokkene gedomicilieerd was op het ogenblik van zijn opname in een erkende assistentiewoning (art. 2§1 van de Wet van 02 april 1965).

       

      Artikel 3. Definities

      • De dagprijs is gelijk aan de naakte huur, de ondersteuning van de woonassistent, de 24-uurspermanentie, de crisiszorg en het verbruik van de gemeenschappelijke delen.
      • De naakte huurprijs is gelijk aan de zuivere huur (inclusief de ondersteuning van de woonassistent, de 24-uurspermanentie, de crisiszorg en het verbruik van de gemeenschappelijke delen.) en exclusief inbegrepen kosten (water, elektriciteit,...)
      • Erkende assistentiewoning: is een woonzorgvoorziening waar in een aangepaste infrastructuur en binnen een organisatorisch geheel ouderen zelfstandig en permanent verblijven, waarbij gedurende de dag en de nacht permanentie georganiseerd wordt, en waarbij zorg en ondersteuning aangeboden wordt waarop de gebruiker facultatief een beroep kan doen.
      • Begunstigde: de persoon die verblijft in een erkende assistentiewoning. 
      • De aanvrager: de begunstigde of zijn vertegenwoordiger.

       

      Artikel 4. Bedrag tussenkomst

      De tussenkomst moet de bewoner van een assistentiewoning toelaten kwaliteitsvol te wonen en volwaardig te kunnen participeren aan de maatschappij. Naast het betalen van de huur dient de bewoner nog voldoende inkomsten te hebben om in zijn levensonderhoud te voorzien.

      Om te bepalen hoeveel iemand nodig heeft, baseren we ons op richtbedragen opgedeeld in korven per soort uitgave.

      Op basis hiervan wordt een inkomen gegarandeerd van € 960,97 voor een alleenstaande en

      € 1666,75 voor een koppel, na betaling van de (naakte) huurprijs.

       

      4.1  Berekening tussenkomst

      • Alle inkomsten (recentste inkomen bv. pensioen), ook deze uit roerende en onroerende goederen, worden in rekening gebracht, alsook sociale of gezondheidsvoordelen (bv zorgbudget voor ouderen of zeer zwaar zorgbehoevenden).
      • Een alleenstaande dient na betaling van de naakte huurprijs € 960,97 per maand over te hebben om te voorzien in zijn levensonderhoud.
      • Een koppel dient na betaling van de naakte huurprijs 1666,75 over te houden.
      • Het verschil tussen het resterend inkomen, na aftrek van de naakte huurprijs, en bovenstaand bedrag is de tussenkomst die het OCMW zal uitbetalen.

       

      Artikel 5. Voorwaarden

      • De begunstigde dient gedomicilieerd te zijn in Galmaarden op het moment van verhuis naar de assistentiewoning gedomicilieerd (art. 2§1 van de Wet van 02 april 1965).
      • Het OCMW komt slechts tussen na uitputting van de spaargelden of ander persoonlijk kapitaal en alle andere inkomsten van de begunstigde. Een vast bedrag spaargeld wordt niet meegerekend en vrijgesteld voor onverwachte kosten of voor de uitvaartkosten: €6200 
      • Wanneer een begunstigde een aanvraag tot tussenkomst indient en nog een woning of andere eigendommen bezit, kan de financieel directeur van het OCMW een hypotheek leggen op alle voor hypotheek vatbare goederen. Dit dient als waarborg voor de terugbetaling van de tussenkomsten die het OCMW heeft gedaan. Deze beslissing kan worden genomen door het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) zonder dat daarvoor toestemming van de begunstigde nodig is. De kosten die gepaard gaan met het leggen van de hypotheek zijn voor rekening van het OCMW.
      •  Het moet gaan om een erkende assistentiewoning.
      • De dagprijs (huurprijs excl energiekosten) mag niet meer bedragen dan € 45 per dag.

       

      Artikel 6. De aanvraag

      6.1 Procedure aanvraag

      De aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend door de begunstigde zelf of zijn vertegenwoordiger bij de voorzitter van het OCMW.  De aanvraag kan ook op elektronische manier worden ingediend volgens formulieren vastgesteld door de minister.

      Na indiening van de aanvraag zal de maatschappelijk assistent een aantal gegevens opvragen om de financiële en sociale situatie van de begunstigde in kaart te brengen. Het gaat concreet om:

      - een overzicht van alle mogelijke inkomsten

      • Belgische en buitenlandse pensioenen, inclusief vakantiegeld
      • alle vervangingsinkomsten
      • alle andere vergoedingen, zoals oa. integratietegemoetkoming,  zorgbudget voor zorgbehoevenden/ouderen …
      • inkomsten uit roerende goederen (vb. spaargelden)
      • inkomsten uit onroerende goederen (vb. kadastraal inkomen, huurinkomsten))
      • alimentatie
      • huuropbrengsten
      • teruggave personenbelasting
      • verzekeringen

      - een overzicht van de roerende en onroerende goederen

      - eventuele polissen hospitalisatieverzekering en BA-verzekering

      - een ondertekend contract tussen de begunstigde en de residentie bij opname

      - de dagprijs in de assistentiewoning

      - een duidelijke toelichting van de tarieven van de residentie

      - de goedkeuring van het agentschap zorg en gezondheid voor de toepassing van de dagprijs

      - het huishoudelijk reglement van de residentie (indien nog niet in het bezit van het OCMW)

      - een overzicht van de rekeningen en financiële contracten in het Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten (CAP), op te vragen door de begunstigde of zijn vertegenwoordiger

      -volledige uittreksels van de laatste 3 maanden van elke rekening.

      -uittreksels met de stand van elke rekening voor de 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag.

       

      De aanvrager geeft het OCMW tevens een machtiging om informatie op te vragen bij verschillende instanties, zoals financiële instellingen (febelfin), de kruispuntbank voor sociale zekerheid en bij openbare besturen, en onder meer bij de ambtenaren van de Mechanografische Dienst van de Administratie der Directe Belastingen en bij dienst Registratie en Eigendommen. Dit is essentieel voor een grondig onderzoek naar de financiële en sociale situatie van de begunstigde, waarbij het OCMW tot 10 jaar terug kan kijken.

       

      Als deze informatie niet tijdig wordt aangeleverd, kan dit leiden tot een onvolledig onderzoek, wat weer kan resulteren in een weigering van de aanvraag voor financiële ondersteuning.

       

      Als het OCMW vaststelt dat de begunstigde een aanzienlijk deel van zijn vermogen heeft weggeschonken voorafgaand aan de hulpvraag, kan het OCMW de steunaanvraag weigeren.

       

      6.2 Onderhoudsplicht

      Bij de aanvraag wordt ook een onderzoek gevoerd naar de onderhoudsplicht om vast   te stellen of (een deel van) de kosten kunnen teruggevorderd worden op de onderhoudsplichtigen.

      De tussenkomst kan worden teruggevorderd bij de onderhoudsplichtigen van de begunstigde. Dit is geregeld in artikel 98, §2 van de OCMW-wet.

       

      Wie is onderhoudsplichtig?

      De personen die verplicht moeten worden aangesproken:

      • de echtgeno(o)t(e) van de begunstigde
      • de (adoptie)kinderen van de begunstigde en hun echtgeno(o)t(e)

       

      De personen die facultatief aangesproken kunnen worden:

      • Kleinkinderen
      • Stiefkinderen 

       

      Hoeveel bedraagt de onderhoudsplicht?

      De onderhoudsplicht wordt beperkt door 3 factoren:

      • reële kostprijs: de terugvordering is beperkt tot het bedrag van de tussenkomst die men ontvangen heeft.
      • kindsdeel: het bedrag dat wordt teruggevorderd, wordt gedeeld door het aantal kinderen (descendenten eerste graad). In principe wordt nooit meer dan het kindsdeel teruggevorderd.

      De formule is:     Tussenkomst OCMW                          

                               Aantal descendenten eerste graad

      In uitzonderlijke situaties kan het OCMW, op basis van goede motivatie, meer terugvorderen dan het kindsdeel, bijvoorbeeld bij duidelijke welstand van de onderhoudsplichtige.

       

      • terugvorderingsschaal: het OCMW volgt een vastgestelde schaal voor tussenkomsten en kan niet onder een bepaalde minimumdrempel terugvorderen. De berekening is gebaseerd op het netto (gezamenlijk) belastbaar inkomen van het jaar voorafgaand aan de beslissing van het OCMW.

       

      Uitzondering bij vrijwillige verarming: als het vermogen van de begunstigde in de vijf jaar voorafgaand aan de financiële tussenkomst zonder aanvaardbare redenen aanzienlijk is verminderd, kan het OCMW de kosten terugvorderen van onderhoudsplichtigen, zelfs als hun inkomen onder de minimumdrempel valt.

       

      Billijkheidsredenen: Het OCMW kan omwille van billijkheidsredenen individuele uitzonderingen op de onderhoudsplicht toestaan. Dit wordt per geval beslist en gemotiveerd op basis van een grondig sociaal en financieel onderzoek. Het is aan de onderhoudsplichtige om het OCMW schriftelijk op de hoogte te brengen van deze billijkheidsredenen.

       

      Artikel 7. Toekenning en uitbetaling

      • Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst beslist omtrent de toekenning van de tussenkomst. Afwijkingen kunnen slechts uitzonderlijk toegestaan worden bij beslissing van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.
      • Toekenning van de tussenkomst gaat steeds in vanaf de eerste dag van volgende maand na aanvraag. Er gebeurt dus geen verrekening deel lopende maand.
      • De begunstigde is verplicht elke wijziging in inkomen of situatie te kennen te geven.
      • Tussentijdse herzieningen (bv. wegens wijziging inkomen) gaan steeds in vanaf de eerste dag van volgende maand. Er gebeuren dus geen terugvorderingen of bijpassingen voor een deel van de betrokken maand.   

      Indien de inkomsten van de begunstigde in de loop van het jaar met minstens 10% wijzigen ten opzichte van de inkomsten van het aanvraagmoment wordt de tussenkomst herzien.

      •  Bij stopzetting wordt de volledige tussenkomst van de lopende maand uitbetaald.
      •  De tussenkomst wordt rechtstreeks aan de begunstigde uitbetaald.
      • Als zou blijken dat de begunstigde deze ondersteuning niet goed aanwendt (en zijn huur dus onbetaald blijft), kan de manier van uitbetaling gewijzigd worden en rechtstreeks aan de voorziening, waar de assistentiewoning gelegen is, gestort worden.
        •  Indien de dagprijs in de loop van het jaar stijgt, wordt hier voor het lopende jaar geen  rekening mee gehouden.
        • Indien bedrieglijk opzet blijkt wordt de financiële ondersteuning stopgezet en teruggevorderd.

       

      Het OCMW behoudt zich het recht voor om bijkomend alle inlichtingen in te winnen die het nodig acht. Het deelt zijn beslissing binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag aan de begunstigde mee die deze beslissing desgevallend kan aanvechten zoals voorzien in de wet.

       

      De tussenkomst in de dagprijs wordt toegekend voor een periode van maximum 1 jaar en wordt jaarlijks in januari herzien.

       

      Artikel 8. Indexering

      Alle bedragen vermeld in dit reglement worden jaarlijks op 1 januari N geïndexeerd op basis van volgende formule:

       bedrag 1/1/2025 x gezondheidsindex november N-1

                       gezondheidsindex november 2024

       

      Bij een negatieve index (tegenover vorig dienstjaar) blijft de tussenkomst ongewijzigd.

       

      Artikel 2: 

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025 en vervangt eventueel voorgaande reglementen.

       

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: reglement tussenkomst ter bevordering van de participatie en de sociale activering

      Onderwerp

      Het reglement ‘Tussenkomst ter bevordering van participatie en sociale activering’ ondersteunt de meest kwetsbaren in de samenleving. Financiële steun wordt op een uniforme manier toegekend aan gezinnen met een laag of bescheiden inkomen. Het doel is hun zelfredzaamheid, weerbaarheid en maatschappelijke betrokkenheid te versterken. Door deelname aan zinvolle activiteiten wil men sociaal isolement doorbreken en maatschappelijke integratie bevorderen. De reglementen van Galmaarden, Gooik en Herne werden geüniformiseerd.

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 40, 285-288, 330-334, 350 en 351


      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

       

      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

       

      Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s

       

      Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de  OCMW’s

       

      Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie

       

      Omzendbrief betreffende de maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 2011

       

      Koninklijk Besluit van 21 maart 2024 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de OCMW's voor het jaar 2024 en de bijlage bij het Koninklijk Besluit van 21 maart 2024 - verdeling budget PSA 2024 per OCMW

      Financiële impact

      De kredieten voor deze uitgaven dienen te worden voorzien in het exploitatiebudget van het eenjarig meerjarenplan 2025.

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       

      Het reglement ‘Tussenkomst ter bevordering van participatie en sociale activering’ ondersteunt de meest kwetsbaren in de samenleving. Financiële steun wordt op een uniforme manier toegekend aan gezinnen met een laag of bescheiden inkomen. Het doel is hun zelfredzaamheid, weerbaarheid en maatschappelijke betrokkenheid te versterken. Door deelname aan zinvolle activiteiten wil men sociaal isolement doorbreken en maatschappelijke integratie bevorderen.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:
      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement tussenkomst ter bevordering van de participatie en de sociale activering als volgt goed:

      Artikel 1: Doelgroep

      §1 Personen/gezinnen die gerechtigd zijn op een (equivalent) leefloon

      §2 Personen met een laag inkomen

      • Alleenstaanden: leefloon + 150 euro
      • Gezin: leefloon + 200 euro + 75 euro per kind ten laste

      Alle inkomsten (berekend volgens de RMI-wetgeving) van alle inwonenden worden in rekening gebracht.

      §3 Personen in budgetbegeleiding, budgetbeheer of collectieve schuldenregeling die na afbetaling van hun schulden (met uitzondering van een hypothecair krediet) of betaling van medische kosten met hun beschikbare inkomen onder de categorie van artikel 1 §2 vallen,

      §4 De volgende groepen komen niet in aanmerking: personen die al een soortgelijke tussenkomst ontvangen via een ander reglement, personen zonder wettig verblijf, personen in het lokaal opvanginitiatief (LOI).

       

      Artikel 2: Bijkomende bepalingen

      §1 Het OCMW Pajottegem moet bevoegd zijn voor de steunverlening volgens de wet van 2 april 1965. 

      §2 Eigenaars die een woning bezitten in volle eigendom of vruchtgebruik waarop geen hypothecaire last meer rust, komen niet in aanmerking (met bezit van gronden wordt dus geen rekening gehouden).

      §3 Eigenaars die meer dan één onroerend goed bezitten in volle eigendom of vruchtgebruik komen niet in aanmerking.

      §4 Personen met spaargeld boven het maximum, zoals bepaald in artikel 27 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, hebben geen recht op financiële steunverlening. Huidig bedrag = 6200 euro.

      §5 Voor een tussenkomst in de schoolkosten wordt een aanvraag studie- / schooltoelage vereist.

      §6 Bij co-ouderschap wordt een officieel bewijs afgeleverd (vonnis familierechtbank, gehomologeerd minnelijk bemiddelingsakkoord, verklaring van de co-ouder).  

       

      Artikel 3: Activiteiten

      De tussenkomst kan dienen voor de activiteiten gedefinieerd onder de volgende twee luiken, analoog naar de bepalingen uit de omzendbrief betreffende de maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke participatie en de culturele en sportieve ontplooiing van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 2011.

      §1 Bevorderen van maatschappelijke participatie

      Hieronder begrijpt men alle activiteiten en initiatieven die erop gericht zijn om de doelgroep te betrekken in het maatschappelijke leven en hen volwaardig deel te laten uitmaken van de samenleving, door hen te laten deelnemen aan culturele, sportieve en sociale activiteiten en hun toegang tot nieuwe informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen.

      Meer bepaald kan de tussenkomst aangewend worden voor:

      Actieve deelname aan sociale, sportieve of culturele activiteiten, met inbegrip van de vervoerskosten hieromtrent.

      Bv: bezoek museum, theater, bioscoop, attractiepark,… Uitgesloten: aankoop van boeken, kranten, CD’s.

      2° Deelname aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van lidgeld en de voor de deelname noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen (sportclub, jeugdbeweging, workshops,…).

      3° Deelname aan jeugd-en vakantiekampen > 18j

      4° De ondersteuning en de financiering van initiatieven die de toegang en de participatie van de doelgroep tot de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën bevorderen – internetabonnement.

      5° Abonnementen openbaar vervoer > 18j

      §2 Bestrijden van kinderarmoede

      De tussenkomst ter bestrijding van kinderarmoede kan aangewend worden voor volgende initiatieven:

      Financiering van maatschappelijke dienstverlening om de maatschappelijke integratie van kinderen tot einde middelbare studies via deelname aan sociale programma’s te bevorderen.

      Met name bedoeld:

      1°de maatschappelijke dienstverlening in het kader van de deelname aan sociale programma's: deelname aan jeugd-en vakantiekampen < 18j.

      2° deelname aan speelpleinwerking en bijhorende activiteiten.

      3° sociale-, culturele en sportieve uitstappen georganiseerd door de onderwijsinstelling bv sneeuwklassen, zeeklassen, bosklassen, bezoek museum,….

      4° de maatschappelijke dienstverlening in het kader van psychologische ondersteuning.

      5° de maatschappelijke dienstverlening in het kader van paramedische ondersteuning (logopedie, ergotherapie, diëtist, podoloog,…) en aankoop paramedisch materiaal op voorwaarde dat het werd voorgeschreven door een arts ( bril, steunzolen, hoorapparaat,…).

      6° aankoop van poeder-en groeimelk tot de leeftijd van 3 jaar.

      7° abonnementen openbaar vervoer < 18j.

      §3 Tussenkomst in schoolkosten

      Er wordt een tussenkomst toegekend voor kosten verbonden aan het volgen van studies/opleidingen. Deze tussenkomst kan niet aangevraagd worden door leefloongerechtigde studenten, wegens een hoge studiebeurs.

      De tussenkomst voor het kleuteronderwijs, het lager onderwijs en het secundair onderwijs (leeftijd tot 18 jaar) valt onder luik 2: bestrijden van kinderarmoede.

      De tussenkomst voor het secundair onderwijs (vanaf leeftijd 18 jaar), het hoger en universitair onderwijs en het niet-regulier onderwijs (gericht op verhogen van tewerkstellingskansen) valt onder luik 1: bevorderen van maatschappelijke participatie.

      Artikel 4: Bedragen tussenkomsten

      §1 Maatschappelijke participatie

      • Maximaal 150 euro per gezinslid per kalenderjaar.
      • Na aftrek van een financiële tussenkomst afkomstig van een andere bron (bv mutualiteit, werkgever).
      • Voor kinderen in co-ouderschap wordt dit bedrag gehalveerd

      §2 Kinderarmoede

      • Maximaal 150 euro per kind per kalenderjaar.
      • Na aftrek van een financiële tussenkomst afkomstig van een andere bron (bv mutualiteit, werkgever).
      • Voor kinderen in co-ouderschap wordt dit bedrag gehalveerd

      §3 Schoolkosten

      • Kleuteronderwijs: 50 euro
      • Lager onderwijs: 75 euro
      • Secundair onderwijs: 150 euro
      • Hoger en universitair onderwijs: 250 euro
      • Niet-regulier onderwijs (gericht op verhogen van tewerkstellingskansen): 150 euro
      • Voor kinderen in co-ouderschap wordt dit bedrag gehalveerd

       

      Artikel 5: Procedure

      §1 De maatschappelijk werker onderzoekt of de betrokkene voldoet aan de voorwaarden van dit reglement, doormiddel van een sociaal onderzoek.

      §2 Het sociaal onderzoek wordt voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD).

      §3 Het BCSD neemt de uiteindelijke beslissing over de toekenning van de steun.

      §4 De toekenning loopt telkens tot en met uiterlijk 31 december van het lopende jaar.

      §5 Indien betrokkene niet langer voldoet aan de toekenningsvoorwaarden, wordt het recht onmiddellijk ingetrokken.

      §6 Alle (terug)betalingen gebeuren uitsluitend op basis van een factuur of betalingsbewijs van een activiteit of aankoop die plaatsvindt tussen 1 januari en 31 december. De factuur moet uiterlijk op 31 december worden ingediend.

      §7 Onterecht ontvangen tussenkomsten zullen worden teruggevorderd.

       

      Artikel 6: afwijkingen

      Een afwijking op dit reglement is mogelijk, na een sociaal-en financieel onderzoek voorgelegd aan het BCSD

      Artikel 7: indexering toelagen

      Voornoemde bedragen worden jaarlijks op 1 januari jaar N aangepast aan de index volgens volgende formule:

      bedragen november 2024 x gezondheidsindex 11/jaar N-1
                                                 gezondheidsindex 11/2024                                                                                      

       

      Artikel 2:

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: huishoudelijk reglement tot het ten laste nemen van kosten in een woonzorgcentrum door het OCMW

      Onderwerp

      De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd om een reglement tot tussenkomst in de kosten van een woonzorgcentrum te stemmen.

      Wanneer iemand in een woonzorgcentrum wordt opgenomen en niet over voldoende financiële middelen beschikt, kan hij een aanvraag indienen bij het OCMW om tussen te komen in de kosten van zijn verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening.

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikelen 77, 285-288, 330-334, 350 en 351


      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

       

      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

       

      De organieke wetgeving van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

       

      De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

       

      Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019 

       

      het ministerieel besluit van 7 juni 2023 tot bepaling van de samenstelling van de dagprijs aangerekend in de woonzorgcentra

       

      De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn tot goedkeuring van het reglement tussenkomst rustoordfactuur van 24 januari 2018

      Financiële impact

      De kredieten voor deze uitgaven dienen te worden voorzien in het exploitatiebudget van het eenjarig meerjarenplan 2025.

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       

      Wanneer iemand in een woonzorgcentrum wordt opgenomen en niet over voldoende financiële middelen beschikt, kan hij een aanvraag indienen bij het OCMW om tussen te komen in de kosten van zijn verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:
      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het huishoudelijk reglement tot het ten laste nemen van kosten in een woonzorgcentrum door het OCMW als volgt goed:


      Toepassingsgebied 

      Wanneer iemand in een woonzorgcentrum wordt opgenomen en niet over voldoende financiële middelen beschikt, kan hij een aanvraag indienen bij het OCMW om tussen te komen in de kosten van zijn verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening.

      Het bevoegd OCMW is het OCMW van de gemeente waar de begunstigde voor zijn hoofdverblijf in het bevolkings-en vreemdelingenregister of wachtregister was ingeschreven op het ogenblik van zijn opname in het woonzorgcentrum (art. 2§1 van de Wet van 2 april 1965). Indien het OCMW niet bevoegd is, wordt de hulpvraag doorgestuurd naar het bevoegde OCMW.

       

      Definities

      Woonzorgcentrum: een woonzorgcentrum is een erkende ouderenvoorziening waar in een aangepaste infrastructuur en binnen een organisatorisch geheel zorg en ondersteuning wordt geboden in een thuisvervangend milieu aan ouderen met een complexe zorg- en ondersteuningsvraag, die er permanent verblijven. (Erkende) assistentiewoningen vallen hier niet onder.

      Begunstigde: de persoon die opgenomen is of wordt in een woonzorgcentrum.

      De aanvrager: de begunstigde of zijn vertegenwoordiger.

       

      De aanvraag

      De aanvraag voor financiële tussenkomst in een woonzorgcentrum moet schriftelijk worden ingediend, hetzij door de begunstigde zelf, hetzij door zijn vertegenwoordiger. Dit kan ook elektronisch via het formulier dat door de minister beschikbaar wordt gesteld via OCMW online.

      Na indiening van de aanvraag zal de maatschappelijk assistent een aantal gegevens opvragen om de financiële en sociale situatie van de begunstigde in kaart te brengen. Het gaat concreet om:

      - een overzicht van alle mogelijke inkomsten

      • Belgische en buitenlandse pensioenen, inclusief vakantiegeld
      • alle vervangingsinkomsten
      • alle andere vergoedingen, zoals oa. integratietegemoetkoming,  zorgbudget voor zorgbehoevenden/ouderen …
      • inkomsten uit roerende goederen (vb. spaargelden)
      • inkomsten uit onroerende goederen (vb. kadastraal inkomen, huurinkomsten))
      • alimentatie
      • huuropbrengsten
      • teruggave personenbelasting
      • verzekeringen

      - een overzicht van de roerende en onroerende goederen

      - eventuele polissen hospitalisatieverzekering en BA-verzekering

      - een ondertekend contract tussen de begunstigde en het woonzorgcentrum bij opname

      - de dagprijs in het woonzorgcentrum

      - een duidelijke toelichting van de tarieven van het woonzorgcentrum

      - de goedkeuring van het agentschap zorg en gezondheid voor de toepassing van de dagprijs

      - het huishoudelijk reglement van het woonzorgcentrum (indien nog niet in het bezit van het OCMW)

      - een overzicht van de rekeningen en financiële contracten in het Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten (CAP), op te vragen door de begunstigde of zijn vertegenwoordiger

      -volledige uittreksels van de laatste 3 maanden van elke rekening.

      -uittreksels met de stand van elke rekening voor de 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag.

       

      De aanvrager geeft het OCMW tevens een machtiging om informatie op te vragen bij verschillende instanties, zoals financiële instellingen (febelfin), de kruispuntbank voor sociale zekerheid en bij openbare besturen, en onder meer bij de ambtenaren van de Mechanografische Dienst van de Administratie der Directe Belastingen en bij dienst Registratie en Eigendommen. Dit is essentieel voor een grondig onderzoek naar de financiële en sociale situatie van de begunstigde, waarbij het OCMW tot 10 jaar terug kan kijken.

      Als deze informatie niet tijdig wordt aangeleverd, kan dit leiden tot een onvolledig onderzoek, wat weer kan resulteren in een weigering van de aanvraag voor financiële ondersteuning.

      Het OCMW komt slechts tussen na uitputting van de spaargelden of ander persoonlijk kapitaal en alle andere inkomsten van de begunstigde.

      Als het OCMW vaststelt dat de begunstigde een aanzienlijk deel van zijn vermogen heeft weggeschonken voorafgaand aan de hulpvraag, kan het OCMW de steunaanvraag weigeren.

      Wanneer het sociaal en financieel onderzoek aantoont dat de begunstigde de kosten van het verblijf niet zelf kan dragen, formuleert de maatschappelijk assistent een vraag tot tenlasteneming, die aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst wordt voorgelegd.

      Daarnaast wordt er ook gekeken of de kosten op onderhoudsplichtigen (zoals kinderen of partners) kunnen worden teruggevorderd (zie afdeling 5).

       

      AFDELING 1. KOSTEN TEN LASTE GENOMEN DOOR HET OCMW

       

      Artikel 1.

      Het OCMW neemt de kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening van de begunstigde in het woonzorgcentrum ten laste onder de voorwaarden hierna bepaald. Kosten van de periode vóór de aanvraagdatum worden nooit ten laste genomen.

       

      Artikel 2.  Kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening

      Onder « kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening» wordt verstaan:

      • de kosten voor basiszorg- en dienstverlening inbegrepen in de dagprijs overeenkomstig het MB van 7 juni 2023 (zie bijlage)
      • de kosten voor medische verzorging (huisarts, specialist, tandarts), doch beperkt tot (het remgeld voor) prestaties die voorkomen op de nomenclatuur van het RIZIV
      • de kosten voor paramedische verzorging (kinesitherapie, logopedie) doch beperkt tot (het remgeld voor) prestaties die voorgeschreven werden door een geneesheer en die voorkomen op de nomenclatuur van het RIZIV
      • de farmaceutische kosten, doch beperkt tot (het remgeld voor) producten die voorgeschreven werden door een geneesheer en bij voorkeur generische medicatie.
      • de kosten van ziekenvervoer
      • de kosten van hospitalisatie op basis van een verblijf in een meerpersoonskamer (zie artikel 5)
      • de kosten van manicure/pedicure doch beperkt tot (het remgeld voor) prestaties die voorgeschreven werden door een geneesheer (maximaal 1x per maand)
      • de bijdragen aan de mutualiteit (reservefonds, lidmaatschap)
      • de bijdragen aan de Vlaamse Zorgverzekering
      • de kosten voor de identiteitskaart en pasfoto’s

       

      Artikel 3. Bijkomende kosten

      In bepaalde bijzondere omstandigheden kan het OCMW ook bijkomende kosten ten laste nemen die niet in de standaardregeling zijn opgenomen, zoals kosten voor de was en droogkuis van persoonlijk linnen, hospitalisatie- of BA-verzekeringen, personenbelastingen, ereloon voorlopig bewindvoerder en uitzonderlijke medische kosten op voorschrift zoals een bril of een tandprothese.

      De aanvrager moet hiervoor een schriftelijke en gemotiveerde aanvraag indienen, die ondertekend is. Voor uitzonderlijke medische kosten is het nodig om het geneeskundig voorschrift en een prijsbestek bij te voegen.

      Het OCMW kan ook aanvullende informatie opvragen om de aanvraag goed te kunnen beoordelen. Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst neemt op basis van het sociaal verslag een beslissing.

       

      Artikel 4. Kosten die uitgesloten zijn van tenlastename

      Alle andere kosten worden als persoonlijke kosten aanzien en dienen van het zakgeld of leefgeld betaald te worden (zie artikel 9).

      Zo worden uitdrukkelijk uitgesloten, de kosten voor:

      • niet-medische lichaamsverzorging, zoals kapper, esthetische verzorging, …
      • ontspanningsactiviteiten, tabak, dranken, snoep…
      • kledij
      • aansluiting kabeldistributie, telefoon, internet, abonnements- en gesprekskosten die niet in de dagprijs zijn inbegrepen
      • GSM

      Artikel 5. Staving medische kosten

      Alle kosten, met uitzondering van hospitalisatiekosten, worden opgenomen in de maandelijkse kostenstaat en moeten gestaafd worden met medische attesten die dienen als bewijs voor de mutualiteit. Voor farmaceutische kosten is het nodig om het voorschrift van de arts en de bewijsstukken van de apotheker voor te leggen.

      Het OCMW werkt bij voorkeur met de derdebetalersregeling, waardoor alleen de remgelden aan de patiënt in rekening worden gebracht.

      Hospitalisatiefacturen worden rechtstreeks naar het OCMW gestuurd. Het OCMW moet op de hoogte worden gesteld van de opnamedatum en het ziekenhuis waar de begunstigde is opgenomen. Het woonzorgcentrum informeert het ziekenhuis over de financiële steun van het OCMW. Het OCMW vergoedt alleen de opleg voor een meerpersoonskamer.

       

      AFDELING 2. PERSOONLIJK AANDEEL VAN DE BEGUNSTIGDE

       

      Artikel 6. Beheer van de inkomsten

      Wanneer het OCMW een tussenkomst in de opnamekosten toekent, beheert het de inkomsten en middelen van de begunstigde, tenzij er een bewindvoerder is aangesteld. De maatschappelijke assistent opent op naam van de begunstigde een budgetbeheerrekening of systeem I-rekening bij Belfius, waarop alle inkomsten van de begunstigde worden gestort. Deze rekening wordt gebruikt voor de betaling van de kosten voor het verblijf, de verzorging en de maatschappelijke dienstverlening.

      Het OCMW komt enkel tussen na uitputting van de eigen inkomsten van de begunstigde en nadat alle personen die zich borg hebben gesteld voor de betaling van de opnamekosten in gebreke werden gesteld.

      Zowel de bewindvoerder als de maatschappelijke assistent moeten voor alle uitgaven andere dan de wettelijke kosten, de kosten zoals bepaald in artikel 2 en de betaling van het zakgeld altijd vooraf goedkeuring vragen aan het OCMW.

      De voorlopig bewindvoerder bezorgt zijn jaarlijks financieel verslag aan het OCMW.

       

      Artikel 7.  Thuiswonende partner

      Indien er een gezinspensioen beschikbaar is, wordt door het OCMW aan de pensioendienst een opsplitsing gevraagd.

      Bij de opsplitsing van het pensioen of indien de begunstigde en zijn partner reeds apart een pensioen ontvangen, behoudt ieder zijn eigen inkomen.

      Indien de pensioendienst niet ingaat op de vraag tot opsplitsing van het gezinspensioen, behoudt de thuiswonende partner het bedrag van het pensioen gelijk aan het bedrag van het leefloon (bedrag afhankelijk van de categorie), het saldo wordt gebruikt voor de betaling van de verblijfsfactuur.

      De thuisblijvende partner mag een bedrag aan spaargeld behouden dat overeenkomt met de volledig vrijgestelde schijf aan roerende inkomsten zoals voorzien in de leefloonreglementering, op datum van inwerkingtreding van dit reglement bedraagt dit 6200 euro.

      Indien de thuiswonende partner het vakantiegeld ontvangt, mag deze de helft van het bedrag behouden.

       

      Artikel 8. Zakgeld-leefgeld

      De begunstigde ontvangt van het OCMW een gewaarborgd zakgeld van 900 euro per jaar, dat bedoeld is om deelname aan het maatschappelijk leven te bevorderen. Dit bedrag is gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en wordt doorgaans in maandelijkse schijven uitbetaald, maar kan ook wekelijks worden uitbetaald op schriftelijk verzoek van de begunstigde of diens voorlopige bewindvoerder.

      Het zakgeld is bedoeld voor strikt persoonlijke uitgaven, zoals vermeld in artikel 4, en behoort volledig toe aan de begunstigde. Het wordt niet aan familieleden uitbetaald, maar een familielid kan het beheer ervan op zich nemen, mits toestemming van de begunstigde. Het familielid bezorgt op vraag van het OCMW een overzicht van de besteding van het zakgeld.

      Als noch de begunstigde, noch een door hem aangeduid familielid of voorlopig bewindvoerder het beheer van het zakgeld op zich kan nemen, wordt dit zakgeld beheerd door het woonzorgcentrum die dit onmiddellijk meedeelt aan het OCMW. Het woonzorgcentrum bezorgt maandelijks een afrekening van het zakgeld (zie artikel 15)

      Daarnaast blijft het zakgeld ook tijdens ziekenhuisopnames beschikbaar voor de begunstigde. Bij overlijden wordt het overblijvende zakgeld beschouwd als een actief van de nalatenschap, waarop het OCMW de kosten voor maatschappelijke dienstverlening kan verhalen.

       

      Artikel 9. Vakantiegeld

      Jaarlijks ontvangt de begunstigde vakantiegeld, en dit bedrag wordt in zijn geheel als inkomsten beschouwd, tenzij er een thuiswonende partner is (zie artikel 7)

       

      Artikel 10. Achterstallen en teruggave nutsvoorzieningen

      Wanneer een begunstigde een achterstal ontvangt, ongeacht de aard of oorsprong, moet dit bedrag integraal worden gestort aan het OCMW of aan de bewindvoerder, zelfs als deze inkomsten dateren van vóór de opname of de aanvraag voor financiële tussenkomst.

      Bij de maandelijkse kostenstaat moet het bewijs van de ontvangen achterstallen worden bijgevoegd. Het woonzorgcentrum is verantwoordelijk voor het informeren van het OCMW over deze ontvangen bedragen.

      Dit geldt ook voor een teruggave ingevolge een afrekening van nutsvoorzieningen.

       

      Artikel 11. Teruggave van de personenbelasting

      Een teruggave van de personenbelasting wordt gestort aan het OCMW of aan de bewindvoerder. Bij de maandelijkse kostenstaat dient het aanslagbiljet gevoegd te worden.

       

      Artikel 12. Erfenis

      Als een begunstigde tijdens zijn verblijf in het woonzorgcentrum een erfenis ontvangt, is hij verplicht om het OCMW hiervan onmiddellijk op de hoogte te stellen. Dit geldt ook voor het woonzorgcentrum als zij op de hoogte worden gesteld van de erfenis.

       

      Artikel 13. Teruggave hospitalisatieverzekering

      Alle teruggaven van een hospitalisatieverzekering van een begunstigde dienen overgemaakt te worden aan het OCMW.

       

      Artikel 14. Aanvraag tegemoetkomingen personen met een handicap

      Afhankelijk van de financiële en gezondheidstoestand van de begunstigde kan de sociale dienst van het OCMW een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming aan personen met een handicap.

      Als de begunstigde bij de aanvang van de opname niet in aanmerking komt voor deze tegemoetkoming, wordt dit jaarlijks herbekeken bij de berekening van de onderhoudsplicht en indien mogelijk alsnog aangevraagd.

       

      AFDELING 3. FACTURATIE

       

      Artikel 15. Kostenstaat

      Het woonzorgcentrum factureert de kosten, inclusief het zakgeld, per maand en per begunstigde De kostenstaat moet ondertekend zijn en een overzicht bevatten van alle gedane uitgaven voor de begunstigde met de nodige bewijsstukken.

      Deze kostenstaat wordt verstuurd naar het OCMW, behalve in geval van voorlopige bewindvoering. 

      In dat geval bezorgt de voorlopig bewindvoerder maandelijks de kostenstaat van het woonzorgcentrum aan het OCMW. Bij de kostenstaat worden de bewijsstukken gevoegd van de inkomsten en uitgaven en een kopie van de rekeninguittreksels.  De tussenkomst van het OCMW wordt aan de bewindvoerder gestort, die verantwoordelijk is voor de betaling aan het woonzorgcentrum.

       

      AFDELING 4. DAGPRIJS


      Artikel 16. Voorwaarden m.b.t. de dagprijs

      Het OCMW streeft naar een evenwicht tussen de woonwensen van de begunstigde en de kosten. Wanneer een aanvraag voor financiële tussenkomst in de kosten voor verblijf, verzorging en maatschappelijke dienstverlening wordt ingediend vóór of binnen 6 maanden na de opname, zal het OCMW alleen tussenkomen als de dagprijs van de gevraagde kamer in het woonzorgcentrum gelijk aan of lager is dan de gemiddelde dagprijs in Vlaams-Brabant.

      Deze gemiddelde dagprijs wordt vastgesteld door het Agentschap Zorg en Gezondheid op 1 mei van het jaar vóór het werkingsjaar. Woonzorgcentra in de regio worden in het begin van elk werkingsjaar op de hoogte gebracht van de maximale dagprijzen die het OCMW zal toepassen.

      Het woonzorgcentrum moet het OCMW vooraf informeren over de gehanteerde dagprijs, zoals goedgekeurd door het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Deze mededeling moet ook een duidelijke toelichting bevatten over welke kosten wel en niet in de dagprijs zijn inbegrepen.

      Dagprijsverhogingen door indexering kunnen onmiddellijk ingaan, maar moeten 30 dagen na de melding aan de begunstigde schriftelijk aan het OCMW worden meegedeeld. Voor prijsverhogingen die hoger zijn dan de index geldt dat deze pas in werking kunnen treden na goedkeuring door het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, als de nieuwe prijs de begrensde dagprijs overschrijdt.

       

      Artikel 17. Overplaatsing

      Het woonzorgcentrum verbindt zich ertoe om de begunstigde waarvoor het OCMW een tussenkomst verleent, zo snel mogelijk intern te muteren naar de goedkoopste éénpersoonskamer.

      Als een aanvraag voor een tussenkomst in de opname- of verblijfskosten meer dan 6 maanden na de opname wordt ingediend en de dagprijs hoger is dan de gemiddelde dagprijs in de regio, zal het OCMW een individuele beslissing nemen over mogelijke overplaatsing naar een ander woonzorgcentrum. Hierbij wordt rekening gehouden met de mate van integratie, de kostprijs en de zorgbehoevendheid van de begunstigde.

      Als een persoon met OCMW-steun wordt overgeplaatst naar een duurdere kamer, of in een ander woonzorgcentrum, moet er altijd vooraf een aanvraag worden ingediend bij het OCMW. Deze aanvraag moet vergezeld gaan van de reden voor de overplaatsing en een ondertekende verklaring van de begunstigde of zijn vertegenwoordiger. Als de overplaatsing om medische redenen plaatsvindt, moet ook een medisch attest worden toegevoegd.

      Deze aanvraag wordt dan voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. Na goedkeuring kan de overplaatsing plaatsvinden.

       

      AFDELING 5. TERUGVORDERING VAN DE KOSTEN

       

      Artikel 18. Wettelijke hypotheek

      Wanneer een begunstigde een aanvraag tot tussenkomst indient en nog een woning of andere eigendommen bezit, kan de financieel directeur van het OCMW een hypotheek leggen op alle voor hypotheek vatbare goederen. Dit dient als waarborg voor de terugbetaling van de tussenkomsten die het OCMW heeft gedaan.

      Deze beslissing kan worden genomen door het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD) zonder dat daarvoor toestemming van de begunstigde nodig is. De kosten die gepaard gaan met het leggen van de hypotheek zijn voor rekening van het OCMW.

       

      Artikel 19. Onderhoudsplicht 

      De tussenkomsten in de verblijfskosten van het woonzorgcentrum, worden in principe teruggevorderd bij de onderhoudsplichtigen van de begunstigde. Dit is geregeld in artikel 98, §2 van de OCMW-wet

       

      Wie is onderhoudsplichtig?

      De personen die verplicht moeten worden aangesproken :

      • de echtgeno(o)t(e) van de begunstigde
      • de (adoptie)kinderen van de begunstigde en hun echtgeno(o)t(e)

       

      De personen die facultatief aangesproken kunnen worden:

      • Kleinkinderen
      • Stiefkinderen 
       

      Hoeveel bedraagt de onderhoudsplicht?

      De onderhoudsplicht wordt beperkt door 3 factoren:

      • reële kostprijs: De terugvordering is beperkt tot het bedrag waarvoor het OCMW tussenkomt in de kosten van verblijf in het woonzorgcentrum.
      • kindsdeel: Het bedrag dat wordt teruggevorderd, wordt gedeeld door het aantal kinderen (descendenten eerste graad). In principe wordt nooit meer dan het kindsdeel teruggevorderd.

      De formule is:     Tussenkomst OCMW

                              aantal descendenten eerste graad

       

      In uitzonderlijke situaties kan het OCMW, op basis van goede motivatie, meer terugvorderen dan het kindsdeel, bijvoorbeeld bij duidelijke welstand van de onderhoudsplichtige.

      • terugvorderingsschaal: Het OCMW volgt een vastgestelde schaal voor tussenkomsten en kan niet onder een bepaalde minimumdrempel terugvorderen. De berekening is gebaseerd op het netto (gezamenlijk) belastbaar inkomen van het jaar voorafgaand aan de beslissing van het OCMW.

      Uitzondering bij vrijwillige verarming: als het vermogen van de begunstigde in de vijf jaar voorafgaand aan de financiële tussenkomst zonder aanvaardbare redenen aanzienlijk is verminderd, kan het OCMW de kosten terugvorderen van onderhoudsplichtigen, zelfs als hun inkomen onder de minimumdrempel valt.

      Billijkheidsredenen: Het OCMW kan omwille van billijkheidsredenen individuele uitzonderingen op de onderhoudsplicht toestaan. Dit wordt per geval beslist en gemotiveerd op basis van een grondig sociaal en financieel onderzoek. Het is aan de onderhoudsplichtige om het OCMW schriftelijk op de hoogte te brengen van deze billijkheidsredenen.

       

      AFDELING 6. EINDE TUSSENKOMST

       

      Artikel 20.

      De tussenkomst van het OCMW wordt beëindigd door:

      • einde van de opname;
      • overlijden van de begunstigde;
      • opzegging door het OCMW

      Het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst kan beslissen om de tussenkomst eerder te beëindigen, bijvoorbeeld wanneer de begunstigde gelden ontvangen heeft uit de verkoop van onroerende goederen of als er nieuwe elementen aan het licht komen.  Een nieuwe aanvraag kan ingediend worden als de oorspronkelijke begunstigde niet meer over voldoende financiële middelen beschikt.

      De opzegging door het OCMW aan het woonzorgcentrum gebeurt per aangetekende brief. Uiterlijk 30 dagen na verzending van dit schrijven is het OCMW jegens het woonzorgcentrum ontheven van zijn verplichtingen.

      PRIVACY

      Met het indienen van een hulpvraag gaat de gebruiker akkoord met de privacyverklaring.

      De persoonsgegevens die de gebruiker verstrekt worden verwerkt met de nodige zorg en conform de bepalingen van de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming van 25 mei 2016 (zie privacyverklaring van het OCMW op de website)

       

       

      Artikel 2:

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.

       

      Artikel 3:

      Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn tot goedkeuring van het reglement tussenkomst rustoordfactuur van 24 januari 2018 wordt met ingang van 1 januari 2025 opgeheven.

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: huishoudelijk reglement voor het tijdelijk ter beschikking stellen van een doorgangswoning

      Onderwerp

      Reglementen voor maatschappelijke dienstverlening zorgen voor een uniforme toekenning van steun aan personen of gezinnen met lage inkomens. De reglementen van Galmaarden, Gooik en Herne werden geüniformiseerd zodat inwoners die aan de gestelde voorwaarden voldoen een doorgangswoning kunnen betrekken. Dit is een woning die het OCMW tijdelijk verhuurt aan mensen in een noodsituatie zonder eigen woning.

       

       

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350 en 351

       

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

       

      De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de OCMW’s

       

      De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s

       

      Het gemeenteraadsbesluit van 27 september 2022 tot wijziging van het reglement voor het tijdelijk ter beschikking stellen van een noodwoning


      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 houdende definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       

      Reglementen voor maatschappelijke dienstverlening zorgen voor een uniforme toekenning van steun aan personen of gezinnen met lage inkomens.  

      Een doorgangswoning is een woning die het OCMW tijdelijk verhuurt aan mensen in een noodsituatie zonder eigen woning.  

      Het verblijf biedt een periode van woonzekerheid waarin de bewoners de kans krijgen om een duurzame oplossing voor hun huisvestingssituatie te vinden. Hiermee wordt voorkomen dat mensen in een neerwaartse spiraal van bestaansonzekerheid terechtkomen. 

      De doorgangswoning is bestemd voor personen of gezinnen die niet over een vaste verblijfplaats beschikken. Dit kan het gevolg zijn van een acute noodsituatie, zoals een huisuitzetting of brand, of door beperkte mogelijkheden om zelfstandig te wonen. Het verblijf gaat steeds gepaard met begeleiding door het OCMW om de overgang naar een stabiele woonsituatie te ondersteunen.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:

      De raad keurt het reglement tijdelijk ter beschikking stellen van een doorgangswoning goed als volgt:

       

      Artikel 1: De doorgangswoning 

      Dit reglement is van toepassing op de doorgangswoningen van het OCMW Galmaarden. 

       

      Artikel 2: Draagwijdte van de maatschappelijke dienstverlening 

      Het tijdelijk ter beschikking stellen van de doorgangswoning is een vorm van maatschappelijke dienstverlening en omvat naast het verblijfsrecht de terbeschikkingstelling van de aanwezige inboedel, water, internet, elektriciteit en verwarming gedurende het verblijf.  

      De gebruiker gaat op een verantwoorde manier om met de nutsvoorzieningen. 

       

      Artikel 3: Voorwaarden opgelegd aan de gebruiker 

      De doorgangswoning kan uitsluitend ter beschikking worden gesteld aan mensen die gedomicilieerd zijn in Galmaarden, Gooik of Herne. Een uitzondering hierop betreft de samenwerkingsovereenkomst met Galmaarden, Galmaarden en Bever en de samenwerkingsovereenkomst met Gooik, Lennik en Pepingen. 

      De doorgangswoning kan slechts in volgende gevallen ter beschikking gesteld worden:  

      • De woning van de gebruiker is door brand-, water-, storm- of andere schade tijdelijk of definitief onbewoonbaar, 
      • De gevallen die door het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD), op basis van een sociaal verslag, als “noodsituatie” worden erkend en waarbij men buiten eigen wil tijdelijk zonder huisvesting zit. 

       

      De toewijzing wordt bepaald door:  

      • De beschikbaarheid van de doorgangswoning op het moment van de aanvraag 
      • De context van de hulpvrager  
      • De hoogdringendheid van de hulpvraag 

       

      Artikel 4: Beslissing tot toekenning 

      Elke aanvraag tot het ter beschikking stellen van een doorgangswoning wordt individueel behandeld. Het BCSD of in dringende gevallen, de voorzitter van het BCSD, beslist op basis van een sociaal onderzoek over het al dan niet toekennen van deze vorm van maatschappelijke dienstverlening, over de eventuele voorwaarden die eraan zijn gekoppeld en over de modaliteiten van verblijf en betaling. Deze beslissing wordt aan de gebruiker betekend. Een afschrift van dit reglement wordt eveneens aan de gebruiker bezorgd. 

       

      Artikel 5: Beroep tegen de beslissing 

      Tegen hogervermelde beslissing kan beroep ingesteld worden bij de Arbeidsrechtbank, zoals voorzien in artikel 580,8° van het Gerechtelijk Wetboek en in artikel 71 van de OCMW-wet.  

       

      Artikel 6: Duur van de terbeschikkingstelling 

      Het verblijfsrecht heeft een strikt tijdelijk karakter en kan worden toegekend voor een periode van maximaal drie maanden. Deze termijn van toekenning kan worden verlengd indien de gebruiker op dat ogenblik nog geen andere woonst heeft, en op voorwaarde dat de gebruiker naar het oordeel van het BCSD voldoende inspanningen heeft geleverd om een andere woonst te vinden. Opeenvolgende verlengingen mogen nooit de termijn van één jaar overschrijden.  

      De gebruiker verbindt zich ertoe intensief te zoeken naar een andere woongelegenheid. 

       

      Artikel 7: Rationele bezetting 

      Bij de toewijzing van de doorgangswoning zal rekening gehouden worden met de rationele bezetting. 

      Indien geen gepaste doorgangswoning beschikbaar is, kan tijdelijke over-of onderbezetting worden toegestaan. Zodra er een gepaste doorgangswoning vrijkomt zal de gebruiker intern overgeplaatst worden naar de gepaste doorgangswoning. De gebruiker kan dit niet weigeren.  

      De onkostenvergoeding van een gepaste doorgangswoning geldt, bij over- of onderbezetting. 

      Woningtype 

      Geschikt voor 

      Doorgangswoning 1 slaapkamer 

      • Alleenstaande of koppel 
      • Alleenstaande met een kind < 5 jaar 

       

      Doorgangswoning 2 slaapkamers 

      • Alleenstaande of koppel 
      • Alleenstaande of koppel met 1 kind of 2 kinderen < 12 jaar 
      • 2 volwassenen niet-partners 

      Doorgangswoning 3 slaapkamers 

      • Alleenstaande of koppel met 2 kinderen 
      • Alleenstaande of koppel met 3 kinderen waarvan 2 kinderen < 12 jaar 
      • 3 volwassenen niet-partners 

      Doorgangswoning 4 slaapkamers 

      • Alleenstaande of koppel met 3 kinderen 
      • Alleenstaande of koppel met 4 kinderen waarvan 2 kinderen < 12 jaar 
      • 4 volwassenen niet-partners 

       

       

      Artikel 8: Inschrijving woonmaatschappij 

      Gebruikers van een doorgangswoning dienen zich in te schrijven bij de woonmaatschappij werkzaam op het grondgebied van Galmaarden, Gooik of Herne. 

       
      Uitzondering: deze verplichting geldt niet voor gebruikers wiens woning tijdelijk of definitief onbewoonbaar is door brand-, water-, storm- of andere schade. 

      Indien een gebruiker een aangepaste sociale woning weigert, verliest hij zijn recht op verder gebruik van de doorgangswoning 

       

      Artikel 9: Onkostenvergoeding 

      De onkostenvergoeding voor een doorgangswoning wordt berekend op basis van het werkelijke inkomen en verloopt in stappen. 

      Voor het bepalen van het werkelijke inkomen worden de inkomens van alle gezinsleden in aanmerking genomen. Er wordt evenwel rekening gehouden met de vrijgestelde bestaansmiddelen zoals beschreven in art 22 §1 van het KB dd 11 juli 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie (leefloon) met uitzondering van d,e en i. Tevens zijn de aanvragers verplicht al hun rechten op inkomsten te laten gelden. Indien zij dit niet doen, zal bij de berekening van de onkostenvergoeding rekening gehouden worden met het fictief inkomen waarop ze recht zouden hebben. Voor het bepalen van het inkomen wordt geen rekening gehouden met de verkregen eindejaarstoelage of vakantiegeld. Bij de berekening of simulatie van het inkomen wordt daarentegen bij verlofdagen wél rekening gehouden met het gederfde loon. 

      We onderscheiden op moment van aanvraag 3 inkomstensituaties: 

      Vast maandinkomen: berekening op basis van huidig maandinkomen  
      Vaste vervangingsuitkeringen: berekening op basis van dagbedrag met een gemiddelde van 26 dagen per maand. 

      Variabel inkomen (in eenzelfde arbeidsregime <10% afwijking): gemiddelde van de laatste 3 volledig werkende maanden (of simulatie).  

      Sterk variabel (in eenzelfde arbeidsregime ≥10% afwijking) of interimarbeid: Wordt maandelijks berekend op basis van de voorgelegde loonfiche van de vorige maand. De gebruiker is verplicht elke wijziging in inkomen of situatie te kennen te geven. 

      Indien de inkomsten van de gebruiker in de loop van het jaar met minstens 10% wijzigen ten opzichte van de inkomsten van het aanvraagmoment wordt de onkostenvergoeding herzien. Tussentijdse herzieningen (bvb wegens wijziging inkomen) gaan steeds in vanaf de eerste dag van volgende maand. Er gebeuren dus geen terugvorderingen of bijpassingen voor een deel van de betrokken maand. 

       

      Tijdens de eerste drie maanden bedraagt de vergoeding 1/5e van het werkelijkeinkomen. 

      Vanaf de vierde maand wordt de vergoeding verhoogd naar 1/3e van het werkelijke inkomen, met een maximum afhankelijk van het type woning. Voornoemde vergoeding mag nooit hoger zijn dan de marktwaarde, jaarlijks vastgesteld door Woonwinkel Pajottenland – 3wplus. 

      Vanaf de zevende maand wordt de vergoeding vermeerderd met 30%. Ook deze vergoeding mag nooit hoger zijn dan de marktwaarde, jaarlijks vastgesteld door Woonwinkel Pajottenland – 3wplus.  

      Gebruikers van de doorgangswoning, die er verblijven naar aanleiding van een schadegeval gedekt door hun verzekering, betalen onmiddellijk een onkostenvergoeding gelijk aan de marktwaarde van de woning.  

       

      Daarnaast wordt een forfaitaire bijdrage aangerekend voor vaste kosten zoals energie, water en internet. Deze bijdrage varieert per type woning: 

      • Eén-slaapkamerwoning: €100 
      • Twee-slaapkamerwoning: €125 
      • Drie-slaapkamerwoning: €150 
      • Vier-slaapkamerwoning: €175 

       

      De maandelijkse onkostenvergoeding moet ten laatste op de vijfde kalenderdag van de betrokken maand worden betaald aan het OCMW op IBAN-nummer BE42 0910 0088 5254, met als vermelding “maand en naam”. 

       

      De onkostenvergoeding van een gepaste doorgangswoning geldt, bij over- of onderbezetting. 

       

      De onkostenvergoeding dient maandelijks betaald te worden aan het OCMW op het rekeningnummer IBAN BE42 0910 0088 5254 ten laatste de vijfde kalenderdag van de maand waarop ze betrekking heeft, met vermelding van “maand en naam”. 

       

      Artikel 10: Gebruik en onderhoud van de doorgangswoning 

      De gebruiker verbindt zich ertoe de doorgangswoning als een goede huisvader te gebruiken en te onderhouden. Dit houdt onder meer in dat: 

      • De doorgangswoning wekelijks wordt schoongemaakt 
      • De gebruikers zich houden aan de reglementeringen inzake selectieve ophaling van het huisvuil 
      • De doorgangswoning voldoende wordt verlucht 
      • Watertellers, buizen en kranen worden beschermd tegen de vorst 
      • Eventuele noodzakelijke herstellingen of schade onmiddellijk worden gemeld aan het OCMW 
      • Er geen wijzigingen of aanpassingen worden aangebracht aan de doorgangswoning en/of tuin 
      • Het verboden is om gaten in de muren te maken, bijvoorbeeld door het gebruik van nagels, punaises,… 
      • Het verboden is om bijkomende verwarmingselementen te gebruiken. 
      • Het verboden is om sterk ontvlambare en/of ontplofbare producten in het gebouw te brengen 

       

      Artikel 11: Plaatsbeschrijving 

      Bij de intrek en het verlaten van de doorgangswoning wordt een plaatsbeschrijving opgemaakt van de staat van de doorgangswoning en de aanwezige inboedel door de afgevaardigde van het OCMW, in aanwezigheid van de gebruiker. De gebruiker is een schadevergoeding verschuldigd aan het OCMW voor de ontbrekende onderdelen van de inboedel bij vertrek. Schade veroorzaakt door de fout of nalatigheid van de gebruiker zal worden hersteld door het OCMW op kosten van de gebruiker. 

       

      Artikel 12: Verzekering 

      Het OCMW heeft voor de doorgangswoningen een brandverzekering gesloten met afstand van verhaal tegenover alle gebruikers met uitsluiting van schade door kwaadwilligheid. De inboedel van iedere doorgangswoning is verzekerd.  

       

      Artikel 13: Verblijf van derden 

      Enkel de gebruiker vermeld in de beslissing van het BCSD en zijn gezinsleden zijn gemachtigd in de doorgangswoning te verblijven gedurende de toegekende periode. Het is de gebruiker niet toegestaan om derden in de doorgangswoning te laten overnachten. 

       

      Artikel 14: Sleutels 

      De gebruiker ontvangt één paar sleutels van de woning. Er wordt een document ondertekend bij intrede “ontvangstbewijs sleutels”. De gebruiker mag in geen geval sleutels laten bijmaken, noch doorgeven aan derden. Bij verlies wordt dit gemeld aan het OCMW. De kosten voor het vervangen van de sleutels zijn ten laste van de gebruiker. 

       

      Artikel 15: Roken 

      Roken is niet toegelaten in de doorgangswoning. 

       

      Artikel 16: Begeleidingsvoorwaarde en bezichtigingsrecht OCMW 

      De gebruiker laat zich begeleiden door de maatschappelijk werker die instaat voor de opvolging van het dossier. De gebruiker is ertoe gehouden maandelijks bezichtigingsrecht te verlenen aan de afgevaardigde van het OCMW, op een samen afgesproken dag en uur. 

      De gebruikers nemen er kennis van dat het OCMW een sleutel in zijn bezit heeft om, bij afwezigheid op de gemaakte afspraak van het bezichtigingsrecht, of in geval van nood, toegang te hebben tot elk lokaal van de woning. Wanneer de afgevaardigde van het OCMW zich toegang dient te verschaffen tot de woning, zal dit steeds in aanwezigheid zijn van een bijkomende medewerker. De gebruiker kan dit niet als huisvredebreuk beschouwen.   

       

      Artikel 17: Begeleidingsplan 

      Het OCMW zal een gepaste begeleiding voorzien aan de gebruikers in hun zoektocht naar een duurzame oplossing voor hun leef- en huisvestingssituatie. De gebruikers zijn verplicht een begeleidingsplan te ondertekenen alvorens ze de doorgangswoning betreden. In dit plan kan het OCMW bindende voorwaarden opleggen, onder meer: maandelijks huisbezoek, aanbieden op dienst voor begeleiding: wekelijks/twee-wekelijks/maandelijks, budgetbeheer, afspraken begeleiding zoeken woningen. 

       

      Artikel 18: Afwezigheid 

      De gebruiker brengt de maatschappelijk werker op de hoogte van een tijdelijke afwezigheid van meer dan vijf dagen.   

       

      Artikel 19: Beëindiging van de dienstverlening 

      De gebruiker kan de dienstverlening op elk ogenblik beëindigen mits het respecteren van een opzeggingstermijn van drie dagen.  

      Het BCSD kan de maatschappelijke dienstverlening beëindigen in de hierna volgende gevallen:  

      • Wanneer de gebruiker niet meer voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 3 
      • Wanneer de gebruiker inbreuken op dit reglement pleegt of zijn verbintenissen uit de begeleidingsovereenkomst niet naleeft 
      • Wanneer de gebruiker niet ingaat op een gepast voorstel tot herhuisvesting.  
      • Bij wanbetaling 

      De gemotiveerde beslissing van het BCSD wordt betekend aan de gebruiker en is vatbaar voor beroep bij de Arbeidsrechtbank.  

       

      Artikel 20: Verlaten en ontruimen van de doorgangswoning 

      Voor het verlaten van de doorgangswoning maakt de gebruiker een afspraak met de afgevaardigde van het OCMW om de formaliteiten (plaatsbeschrijving, afgeven sleutels,…) te regelen.  

      Bij het verlaten van de doorgangswoning neemt de gebruiker alle persoonlijke goederen mee. De eigendommen van het OCMW blijven in de woning.  

      De gebruiker dient uiterlijk binnen de drie dagen na het vertrek de doorgangswoning ontruimd en schoongemaakt te hebben en de sleutels teruggegeven. De onkostenvergoeding wordt berekend tot op datum van de ontruiming van de doorgangswoning. Persoonlijke zaken worden maximaal tot 8 dagen na het vertrek door het OCMW bewaard.   

       

      Artikel 21: De algemene huurwetgeving  

      De algemene huurwetgeving is niet van toepassing op de doorgangswoning.  

       

      Artikel 22: afwijkingen  

      Een afwijking op dit reglement is mogelijk, na een sociaal-en financieel onderzoek voorgelegd aan het BCSD. 

       

      Artikel 23: indexering 

      De forfaitaire bijdrage aangerekend voor vaste kosten zoals energie, water en internet wordt jaarlijks op 1 januari jaar N aangepast aan de index volgens volgende formule:  

      bedragen november 2024 x gezondheidsindex 11/jaar N-1 
                                                   gezondheidsindex 11/2024           
       

       

       

      Artikel 2:

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.

       

      Artikel 3:

      Volgende raadsbesluiten worden met ingang van 1 januari 2025 opgeheven:

      • Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 27 september 2022 tot wijziging van het reglement voor het tijdelijk ter beschikking stellen van een noodwoning
      • Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 augustus 2014 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement voor het tijdelijk ter beschikking stellen van een noodwoning

       

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: huishoudelijk reglement voor de opvangstructuren

      Onderwerp

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.

      De drie besturen beschikken over opvangstructuren of lokale opvanginitiatieven (LOI's). Dit zijn individuele opvangstructuren die beheerd worden door OCMW’s en waar verzoekers om internationale bescherming (VIB) materiële hulp (“bed-bad-brood”) krijgen zolang hun recht op opvang duurt.

      Elke opvangstructuur in België dient een huishoudelijk reglement te hebben waarin de werkingsregels van de opvangstructuur vastgelegd worden.

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 78, 285-288, 330-334, 350, 351

       

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

       

      De wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen

       

      Het koninklijk besluit van 2 september 2018 tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels van toepassing op de opvangstructuren en de modaliteiten betreffende de kamercontroles

       

      Het ministerieel besluit van 21 september 2018 tot vastlegging van het huishoudelijk reglement van de opvangstructuren

       

      Het Koninklijk besluit van 24 september 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 juli 2012 tot regeling van de terugbetaling door het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers van de kosten van de materiële hulp door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een begunstigde gehuisvest in een lokaal opvanginitiatief. 

       

      De minimale normen inzake opvang van Fedasil en de richtlijnen inzake de toekenning van leefgeld van Fedasil 

       

      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 houdende definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       

      Galmaarden, Gooik en Herne hebben momenteel opvangstructuren of lokale opvanginitiatieven (LOI's). Dit zijn individuele opvangstructuren die beheerd worden door OCMW’s en waar verzoekers om internationale bescherming (VIB) materiële hulp (“bed-bad-brood”) krijgen zolang hun recht op opvang duurt. 

      Elke opvangstructuur in België dient een huishoudelijk reglement te hebben waarin de werkingsregels van de opvangstructuur vastgelegd worden. 

      Fedasil stelt een verplicht model ter beschikking, aan het algemeen deel (tot en met hoofdstuk 5) worden geen wijzigingen aangebracht, de eigen werkingsregels en afspraken over steunverlening zijn uniform voor Galmaarden, Gooik en Herne.

      De klachtenprocedure wijkt verplicht af van het algemeen klachtenreglement van het OCMW.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:
      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het huishoudelijk reglement voor de opvangstructuren, dat als bijlage integraal deel uitmaakt van dit besluit, goed.

       

      Artikel 2:

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.

       

      Artikel 3:

      Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 31 oktober 2023 houdende huishoudelijk reglement voor het lokaal initiatief goedgekeurd wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2025.

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: huishoudelijk reglement van de kledingwinkel van het OCMW

      Onderwerp

      Met ingang van 1 januari 2025 worden de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne samengevoegd tot de nieuwe gemeente Pajottegem. Enkel Galmaarden heeft momenteel een kledingwinkel die momenteel enkel toegankelijk is voor inwoners van Galmaarden.

      Voor enkele reglementen is het aangewezen om eerst de tijd te nemen met het nieuwe bestuur van Pajottegem om te evalueren wat wenselijk, realistisch en haalbaar is in de toekomst. Om die reden wordt nu voorgesteld het reglement van Galmaarden uit te breiden naar Galmaarden, Gooik en Herne.

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350, 351

       

      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

       

      Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 december 2021 over de oprichting van een kledingwinkel in het sociaal huis en goedkeuring van het reglement


      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

       

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       Enkel Galmaarden heeft momenteel een kledingwinkel die momenteel enkel toegankelijk is voor inwoners van Galmaarden. Voor enkele reglementen is het aangewezen om eerst de tijd te nemen met het nieuwe bestuur van Pajottegem om te evalueren wat wenselijk, realistisch en haalbaar is in de toekomst. Om die reden wordt nu voorgesteld om het reglement van Galmaarden uit te breiden naar Gooik en Herne.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:
      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanpassing van het huishoudelijk reglement met betrekking tot de kledingwinkel van het OCMW als volgt goed:

       

      HUISHOUDELIJK REGLEMENT MET BETREKKING TOT DE KLEDINGWINKEL VAN HET OCMW

       

      Artikel 1: Situering en doelstelling

      Het OCMW wenst met haar kledingwinkel personen die hieraan nood hebben te voorzien van tweedehandskleding,-schoenen,-accessoires en andere benodigdheden. De kledingwinkel wordt opgericht ter bestrijding van (kinder)armoede.

       

      Artikel 2: Doelgroep

      Enkel personen voor wie het OCMW bevoegd is, komen in aanmerking. Zij dienen zich in één van volgende situaties te bevinden:

        • Begunstigde zijn van een leefloon, aanvullend leefloon of equivalent leefloon.
        • Bewoner zijn van een Lokaal Opvanginitiatief van OCMW in Galmaarden, Gooik of Herne
        • Zich in een vorm van budgethulpverlening van het OCMW van Galmaarden, Gooik of Herne bevinden zijnde: schuldbemiddeling, budgetbegeleiding en budgetbeheer, al dan niet gecombineerd met een collectieve schuldenregeling én zich in zulke situatie bevinden dat na sociaal onderzoek blijkt dat er nood is aan kleding en aanverwante
        • Personen die zich in zulke situatie te bevinden dat na sociaal onderzoek blijkt dat er nood is aan kleding en aanverwante zaken

       

      Artikel 3: Beslissing

      De beslissing om personen uit te nodigen naar de kledingwinkel wordt genomen door de maatschappelijk werker. Deze beslissing is gestaafd op basis van een sociaal onderzoek naar de financiële situatie van de aanvrager.

      Het sociaal onderzoek kan reeds eerder plaatsgevonden hebben binnen het kader van de aanvragen tot bekomen van het recht op maatschappelijke integratie en de aanvragen maatschappelijke dienstverlening.   

       

      Het recht op toegang tot de kledingwinkel wordt jaarlijks herzien.  De toegang wordt vervroegd beëindigd in volgende gevallen:

        • indien het OCMW niet meer bevoegd is
        • indien de financiële of sociale toestand van de begunstigde in die zin is gewijzigd dat hij/zij  niet meer voldoet aan de voorwaarden vermeld onder artikel 2
        • bij vaststelling van misbruik zoals het doorverkopen van ontvangen kleding.

       

      Maandelijks wordt de lijst met begunstigden ter kennisgeving voorgelegd aan het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst.

       

      Artikel 4: Aanbod

      Het OCMW doet beroep op schenkingen van particulieren of winkels. Draagbare kleding, schoenen en accessoires in nieuwe of goede staat kunnen tijdens de openingsuren, en na afspraak met het onthaal worden binnengebracht op het Sociaal Huis. Zaken die niet proper of niet bruikbaar zijn, worden niet aanvaard.

       

      Artikel 5: Vrijwilligers

      De werking van de kledingwinkel wordt ondersteund door vrijwilligers.

      De vrijwilligers staan in voor het sorteren van de ontvangen kleding en aanverwante zaken of de coördinatie ervan. Zij begeleiden ook de bezoeken aan de kledingwinkel.

       

      Artikel 6: Werking

      Het volledige aanbod in de kledingwinkel is gratis. Er mag onbeperkt kledij meegenomen worden maar enkel voor de leden van het gezin.

      Voor een bezoek aan de kledingwinkel wordt vooraf een afspraak gemaakt aan het onthaal of via de maatschappelijk werker van het OCMW. De afspraken worden ingegeven in de elektronische agenda die hiervoor intern ter beschikking is gesteld.

      Bij zijn/haar eerste bezoek krijgt de begunstigde een klantenkaartje waarop staat wanneer hij/zij is langsgekomen. Op het kaartje worden de bezoekdata aangevuld. In totaal mag er één maal per maand gebruik gemaakt worden van de  kledingwinkel als het gezin maximaal vier leden telt en twee keer per maand als er meer gezinsleden zijn.  

      Een bezoek aan de kledingwinkel van het OCMW duurt maximaal een half uur per gezinslid en in totaal nooit meer dan twee uur.

       Er is steeds een vrijwilliger of een personeelslid aanwezig tijdens het bezoek.

       

      Artikel 2:

      Dit huishoudelijk reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2025.

       

      Artikel 3:

      Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 21 december 2021 over de oprichting van een kledingwinkel in het sociaal huis en goedkeuring van het reglement wordt opgeheven.

       

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: reglement toestel voor personenalarm

      Onderwerp

       

      De OCMW's van Galmaarden en Herne bieden thans toestellen voor personenalarm aan. Met het oog op de fusie dient er in een uniform reglement te worden voorzien voor de drie besturen.

       

      Regelgeving

      Het decreet over het lokaal bestuur, in het bijzonder de artikelen 77, 285-288, 330-334, 350, 351


      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen

       

      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 houdende definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

       

      Het reglement voor personenalarmtoestellen van de OCMW-raad van 29 april 2015

       

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       

      De OCMW's van Galmaarden en Herne bieden thans toestellen voor personenalarm aan. Met het oog op de fusie dient er in een uniform reglement te worden voorzien voor de drie besturen. 

      In samenwerking met TELE-HULP v.z.w. (een vzw, gespecialiseerd in bijstand aan huis vanuit de centrale voor alleenstaande en hulpbehoevende personen) hebben deze toestellen tot doel om personen bij te staan die omwille van een bestendige slechte fysieke of mentale toestand niet in staat zijn zichzelf te behelpen bij een noodsituatie (bv. val of woning op eigen krachten verlaten).  

      De grootste verschillen ten opzichte van het vorige reglement zijn:

      • de doelgroep wordt beperkt tot mensen met een recht op verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorgen aangezien de mutualiteiten, weliswaar tegen hogere tarieven, dezelfde dienstverlening aanbieden
      • de mogelijkheid om toestellen met een SIM-kaart te huren voor wie geen vaste telefoonlijn meer heeft
      • de gelijkvormige tarieven voor de drie besturen (voor Galmaarden gaat het tarief voor een toestel met vaste lijn van 10 euro naar 12.5 euro per maand.)
      In het reglement wordt volgende overgangsregeling voorzien: inwoners van Galmaarden die in 2024 reeds gebruiker waren kunnen verder gebruik maken van de dienstverlening, zij vallen voor het bepalen van het toepassingsgebied nog onder het oude reglement, voor alle andere bepalingen geldt het nieuwe reglement. 
      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

       Artikel 1:

      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement toestel voor personenalarm als volgt goed:

        

      Doel

      Het OCMW heeft in samenwerking met TELE-HULP v.z.w. (een vzw, gespecialiseerd in bijstand aan huis vanuit de centrale voor alleenstaande en hulpbehoevende personen) het doel om personen bij te staan die omwille van een bestendige slechte fysieke of mentale toestand niet in staat zijn zichzelf te behelpen bij een noodsituatie (bv. val of woning op eigen krachten verlaten).  

      Toepassingsgebied

      De aanvrager kan gebruik maken van een personenalarmsysteem wanneer hij behoort tot één van de volgende drie categorieën:

      1. de aanvrager is 65 jaar of ouder
      2. de aanvrager jonger dan 65 jaar met een medisch probleem. Dit dient aangetoond te worden door een medisch attest of tijdens het sociaal onderzoek door de maatschappelijk assistent.

      Bijkomende voorwaarden:

      • wonen op het grondgebied van Galmaarden
      • recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorgen
      • verblijven in een particuliere woning

      Aanvang en opzeg

      • Bij opstart wordt een huurovereenkomst getekend tussen beide partijen.
      • Beide partijen kunnen het contract schriftelijk opzeggen mits inachtneming van een termijn van 1 maand, ingaand vanaf de eerste dag van de maand volgend op de dag van opzeg. 

      In onderling akkoord kan de opzegtermijn ingekort worden. (bv. verhuis)

      • Bij overlijden van de gebruiker stopt dit contract automatisch vanaf de dag van teruggave van het toestel.
      • Bij een langdurige afwezigheid of opname in het ziekenhuis (langer dan één maand) dient de gebruiker hiervan kennis te geven aan het OCMW.



      Het contract is verbroken in de volgende gevallen:

      • bij wanbetaling: hiervan is sprake wanneer de gebruiker geen gevolg geeft aan twee herinneringen en binnen de termijn gesteld bij de laatste aangetekende brief;
      • wanneer de gebruiker stelselmatig en opzettelijk weigert de gebruikersaanwijzing te volgen, ondanks de schriftelijke herinneringen van TELE-HULP v.z.w. of het OCMW;
      • wanneer de gebruiker zijn andere verplichtingen niet nakomt of stelselmatig misbruik maakt van het toestel.

       

      Aanvraag

      Aanvragen kunnen ingediend worden bij het OCMW (contactgegevens – zie verder). Indien er een toestel voorradig is, wordt het na afspraak met de gebruiker door het OCMW of door TELE-HULP v.z.w. geplaatst.

       

      Werking

      Het OCMW verzekert volgende dienstverlening door TELE-HULP v.z.w.:

      •  beantwoorden van elke oproep 24/24 en 7/7 dagen via het toestel voor personenalarm en trachten te communiceren met de gebruiker
      •  in geval van dialoog met de gebruiker, gehoor geven aan de gestelde vragen
      •  in geval van verwarde dialoog of bij gebrek aan antwoord, alle contacten opnemen met de naasten, zoals opgetekend in de inlichtingenfiche (die werd opgesteld in onderling akkoord) of indien nodig met de hulpdiensten
      •  nagaan of de contacten wel degelijk resultaat opleveren

       

      Om te verzekeren dat TELE-HULP v.z.w. aan deze verplichtingen kan voldoen, zal de gebruiker:

      • de inlichtingenfiche juist invullen en het OCMW op de hoogte brengen van elke wijziging.
      • elke maand een test uitvoeren met de zender zodat TELE-HULP v.z.w.de toestand van de batterijen kan nagaan.
      • het OCMW op de hoogte brengen van elke verhuis, verandering van Telecomoperator, en ook van pannes, storingen of verplaatsing van de installatie.
      • de gebruiker is ertoe gehouden elke wijziging in de feitelijke gezinssamenstelling, fysieke toestand, mantelzorg of verblijfplaats onmiddellijk te melden bij het OCMW.

       

      Kostprijs

      Door ondertekening van de overeenkomst verbindt de gebruiker zich tot de betaling van een maandelijks abonnement en een waarborg. De factuur wordt na afloop van het kwartaal opgesteld. 

      • Een maandelijks abonnement van € 12,50 (btw inclusief) voor een toestel op vaste lijn.
      • Een maandelijks abonnement van € 16,00 (btw inclusief) voor een toestel met SIM-kaart.
      • Het abonnement dekt de werkingskosten van de dienst. Afhankelijk van het moment van plaatsing gaat de huur in vanaf dezelfde maand (plaatsing vóór de 15de van de maand) of de maand erop (plaatsing na de 15de). Het abonnement dient per kwartaal aan het OCMW te worden betaald op rekeningnummer IBAN BE42 0910 0088 5254. Dit kan per overschrijving of domiciliëring (bij voorkeur).
      • De abonnementsprijs kan herzien worden in functie van de prijs aangerekend aan het OCMW door TELE-HULP v.z.w.  Desgevallend worden de gebruikers hiervan schriftelijk in kennis gesteld.
      • Vóór de ingebruikname van het toestel is de gebruiker verplicht een waarborg van € 50 te storten op rekeningnummer IBAN BE42 0910 0088 5254 van het OCMW van Galmaarden. De waarborg wordt aan de gebruiker teruggestort na teruggave van het toestel voor personenalarm en na aftrek van openstaande bedragen.
      • De gebruiker zal het toestel als een goede huisvader bewaren en gebruiken. Technische defecten vallen ten laste van het OCMW, tenzij ze te wijten zijn aan een onzorgvuldig gebruik van het toestel. Bij verlies of beschadiging van het toestel of zijn onderdelen, zal de schade aangerekend worden aan de gebruiker en dit voor een maximumbedrag van 400 € per toestel. Desgevallend staat het vrij aan de gebruiker zijn verzekering aan te spreken (Bv. brandverzekering, familiale verzekering, …).
      • De gebruiker is verplicht een volledig ingevuld formulier aan het OCMW te overhandigen. Dit formulier vermeldt gegevens omtrent de persoon die het personenalarm gebruikt, enkele gegevens omtrent zijn gezondheidstoestand en in het bijzonder de naam van meldadressen en sleuteladressen (minstens 3 noodzakelijk). Er wordt tenminste één sleuteladres gevraagd in de onmiddellijke omgeving van de woning, opdat, na alarm, hulp kan verleend worden. Wanneer geen van deze adressen bereikbaar zijn, kunnen de hulpverleners maatregelen nemen om de woning van de gebruiker binnen te komen. De schade die erdoor wordt aangericht, is voor rekening van de gebruiker. Deze laatste moet de wijzigingen betreffende de meld- en sleuteladressen onmiddellijk aan het OCMW meedelen.
      • De gebruiker moet het OCMW op de hoogte stellen van een eventuele buitengebruikstelling (bv. opname ziekenhuis) of niet functioneren van het toestel.
      Plaatsing
      • De gebruiker is verplicht een volledig ingevuld formulier aan het OCMW te overhandigen. Dit formulier vermeldt gegevens omtrent de persoon die het personenalarm gebruikt, enkele gegevens omtrent zijn gezondheidstoestand en in het bijzonder de naam van meldadressen en sleuteladressen (minstens 3 noodzakelijk). Er wordt tenminste één sleuteladres gevraagd in de onmiddellijke omgeving van de woning, opdat, na alarm, hulp kan verleend worden. Wanneer geen van deze adressen bereikbaar zijn, kunnen de hulpverleners maatregelen nemen om de woning van de gebruiker binnen te komen. De schade die erdoor wordt aangericht, is voor rekening van de gebruiker. Deze laatste moet de wijzigingen betreffende de meld- en sleuteladressen onmiddellijk aan het OCMW meedelen.
      • De gebruiker moet het OCMW op de hoogte stellen van een eventuele buitengebruikstelling (bv. opname ziekenhuis) of niet functioneren van het toestel.
      • De gebruiker moet tevens verwittigen bij een eventuele verhuis om het toestel te kunnen verplaatsen of het contract te beëindigen.
      • De gebruiker dient ervoor te zorgen dat een normale telefoonaansluiting met stopcontact aanwezig is en dit maximum twee meter uit elkaar. De kosten van een telefonische aansluiting, evenals noodzakelijke aanpassingswerken, zijn ten laste van de gebruiker. Indien de gebruiker niet over een vaste telefoonlijn beschikt, kan een toestel met SIM-kaart geplaatst worden. Aansluiting via vaste lijn (in geval dat beide mogelijkheden bestaan), heeft voorrang. De plaatsing, het onderhoud van het toestel evenals de verplaatsing, alsook andere veranderingen zijn uitsluitend door TELE-HULP v.z.w. uit te voeren of door personeelsleden van het OCMW.Het toestel omvat o.m. een zender die om de hals of de pols wordt gedragen.
      • Indien er voor het plaatsen van het toestel dient geboord te worden of gaten dienen te worden aangebracht, moet de gebruiker de eigenaar van de woning hiervan op de hoogte stellen.

       

      Aansprakelijkheid

      • Noch het OCMW noch TELE-HULP v.z.w. kunnen aansprakelijk gesteld worden voor het niet of onvoldoende reageren van openbare hulpdiensten, bewakingsdiensten of eender wie vermeld op het individueel formulier.
      • Noch het OCMW, noch TELE-HULP v.z.w. kunnen aansprakelijk gesteld worden voor alle directe of indirecte schade die voortvloeit uit overbodige oproepen. Dit zijn oproepen waaruit blijkt dat de tussenkomst van de hulpdiensten onnodig was.
      • Noch het OCMW, noch TELE-HULP v.z.w kunnen aansprakelijk gesteld worden voor het niet-functioneren van een geplaatst en getest toestel.
      • Het toestel blijft eigendom van het OCMW. Het toestel mag niet uitgeleend worden aan derden. De gebruiker mag het toestel enkel gebruiken in noodsituaties waarbij hulpverlening noodzakelijk is.

       

      Klacht

      Met eventuele moeilijkheden of opmerkingen over de dienstverlening kan de gebruiker terecht bij de dienstverantwoordelijke. Deze zal de nodige stappen ondernemen om tot een aanvaardbare oplossing te komen.

      Het OCMW streeft altijd naar een optimale dienstverlening en vlotte afhandeling van je aanvragen en dossiers. Ben je toch ontevreden over de gemeentelijke dienstverlening, dan kan je een klacht indienen bij het lokaal bestuur. De klachtenprocedure kan je terugvinden op de gemeentelijke website.

       

      Artikel 2: 

      Volgende overgangsmaatregel wordt ingevoerd:

      Inwoners van Galmaarden die op datum van 31 december 2024 een getekende overeenkomst hebben met het lokaal bestuur van Galmaarden of Herne, kunnen verder beroep doen op de dienstverlening in Galmaarden. Zij vallen voor het toepassingsgebied onder het reglement van het desbetreffende bestuur. Voor alle andere bepalingen is het reglement van het huren van een personenalarmtoestel van Galmaarden van toepassing.

       

      Artikel 3:

      De huurovereenkomst voor een personenalarmsysteem, die als bijlage integraal deel uitmaakt van dit besluit, wordt goedgekeurd.

       

      Artikel 4: 

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025. 

       

      Artikel 5:

      Het reglement voor personenalarmtoestellen, goedgekeurd door de OCMW-raad op 29 april 2015, wordt opgeheven.

    • Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie: reglement minimale begrafenis door het OCMW

      Onderwerp

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.

      Begrafeniskosten zijn een last van de nalatenschap en worden principieel door de erfgenamen betaald. Het decreet op de lijkbezorging stelt dat er in een behoorlijke wijze voorzien moet worden in de lijkbezorging van behoeftigen. Als er geen familie of erfgenamen zijn om de begrafenis van een persoon te regelen en bij onvoldoende financiële middelen om deze te betalen, kan men zich richten tot het OCMW voor het regelen van een minimale begrafenis. Er dient een uniforme regeling getroffen te worden voor tussenkomsten in de kosten van een begrafenis of crematie van behoeftige personen.

      Regelgeving

      Het decreet over het lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350, 351


      De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen

       

      Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen


      De organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

       

      De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

       

      Het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging

       

      Het reglement tot toekennen van een tussenkomst in de betaling voor de begraving van onvermogenden en sociaal geïsoleerden –  Minimale begrafenis van 22 juni 2016

       

      Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

      Motivering

      Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
      Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
      Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
      Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
      De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
      Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

       

      Begrafeniskosten zijn een last van de nalatenschap en worden principieel door de erfgenamen betaald. Het decreet op de lijkbezorging stelt dat er in een behoorlijke wijze voorzien moet worden in de lijkbezorging van behoeftigen. Als er geen familie of erfgenamen zijn om de begrafenis van een persoon te regelen en bij onvoldoende financiële middelen om deze te betalen, kan men zich richten tot het OCMW voor het regelen van een minimale begrafenis. Er dient een uniforme regeling getroffen te worden voor tussenkomsten in de kosten van een begrafenis of crematie van behoeftige personen.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:
      De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement minimale begrafenis door het OCMW als volgt goed:

       

      Doelstelling

      Begrafeniskosten zijn een last van de nalatenschap en worden principieel door de erfgenamen betaald.

      Het OCMW van Galmaarden verleent onder de hierna opgesomde voorwaarden een tussenkomst in de kosten van een begrafenis of crematie van behoeftige personen.

       

      Artikel 1: Voorwaarden

      §1 De overledene moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, het vreemdelingen- of wachtregister in de gemeente Galmaarden. OCMW Galmaarden is ook bevoegd voor de dakloze, die ambtshalve is geschrapt en nergens ingeschreven, en die op het grondgebied van Galmaarden komt te overlijden.

      In uitzonderlijke gevallen kan het OCMW ook tussenkomen in de begrafeniskosten van behoeftigen die ten laste van OCMW Galmaarden verbleven in een erkende instelling en niet in Galmaarden gedomicilieerd zijn.

      §2 De overledene is behoeftig overeenkomstig artikel 14 van het decreet op de lijkbezorging van 16 januari 2004.

      §3 Eén van de volgende gevallen doet zich voor:

      • Er zijn geen gekende erfgenamen of onderhoudsplichtigen
      • Er zijn gekende erfgenamen of onderhoudsplichtigen, maar zij blijven stilzitten
      • Niemand wenst de begrafenis te regelen
      • De erfgenamen en/ of onderhoudsplichtigen wensen de begrafenis te regelen, maar beschikken over onvoldoende financiële middelen. Het OCMW van de gewoonlijke verblijfplaats is bevoegd om kennis te nemen van deze vraag tot ten laste name van de begrafeniskosten (art. 1, 1° wet van 2 april 1965).

      §4 De uitvaart wordt geregeld door de uitvaartondernemer aangesteld door het OCMW na een overheidsopdracht.

       

      Artikel 2: PROCEDURE

      §1 Aanvraag

      De aanvraag tot tussenkomst in de begrafenis wordt zo spoedig mogelijk gericht aan de Dienst Zorg van het OCMW, na het overlijden van de behoeftige persoon én voorafgaandelijk aan de begrafenis of crematie.

      Elke derde die de begrafenis regelt met de begrafenisondernemer zonder vooraf het OCMW te verwittigen, zal zelf verantwoordelijk worden gesteld voor de kosten, tenzij hiervoor een gegronde reden bestaat. De opdrachtgever kan worden aangesproken voor de begrafeniskosten op grond van een contractuele verbintenis.

       

      §2 Sociaal onderzoek

      De beslissing om tussen te komen in de begrafenis- en crematiekosten wordt voorafgegaan door een sociaal onderzoek uitgevoerd door een maatschappelijk werker. Hieruit moet onder andere blijken of de overledene al dan niet een behoeftig persoon is, of er beschikbare gelden zijn die kunnen worden aangewend om de kosten te betalen, wat de financiële en sociale situatie is, wie de wettelijke erfgenamen zijn, of er een verwerping nalatenschap is, …

      Indien de overledene valt onder een voorlopige bewindvoering of een collectieve schuldenregeling zal de voorlopig bewindvoerder of schuldbemiddelaar worden gecontacteerd om de financiële situatie te bekijken.

      Indien er een uitvaartverzekering is, wordt de verzekeringsmaatschappij onmiddellijk verwittigd. De uitvaartverzekering wordt aangewend voor de begrafenis/crematie en de gemaakte kosten.

      Er wordt nagekeken wat de laatste geregistreerde wilsbeschikking is van de overledene bij de dienst burgerzaken. Indien er geen geregistreerde wilsbeschikking is, wordt bij de familie/vertrouwenspersonen gepolst naar de laatste wens van de overledene voor wat de wijze van teraardebestelling (begrafenis of crematie) en eredienst betreft .

      Indien de voorkeur van de overledene niet gekend is wordt er geopteerd voor een crematie en voor een burgerlijke uitvaart.

       

      §3 Beslissing

      Het BCSD, of de voorzitter van het BCSD bij hoogdringendheid, moeten hun akkoord geven vooraleer de uitvaartkosten gemaakt kunnen worden. Deze beslissing zal genomen worden op basis van een sociaal verslag, opgemaakt door een maatschappelijk werker, waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van dit reglement is voldaan.

      Artikel 4: DE TUSSENKOMSTEN

      Deze tussenkomst dient om de overledene een minimale begrafenis te bezorgen en omvat volgende begrafeniskosten:

      • overbrenging naar het funerarium/ crematorium
      • lijkwade
      • lijktooi
      • formaliteiten
      • verblijf in het funerarium
      • 2 dragers
      • kerkhofkruisje
      • goedkoopste uitvaartkist
      • crematie
      • 25 rouwbrieven
      • 30 bidprentjes
      • ceremonie
      • Kilometervergoeding bij ophalen buiten het grondgebied Galmaarden

       

      Artikel 5: DE TERUGVORDERINGSMODALITEITEN

      Het OCMW Galmaarden zal alles in het werk stellen om het volledige/gedeeltelijke bedrag van de verleende tussenkomst terug te vorderen via:

      • Via de bankrekening van de overledene, indien voldoende saldo op de bankrekening van de overledene;
        • Het invorderen van de begrafenisvergoeding die wordt verleend door de mutualiteiten en andere instanties (bv. sociale kassen ex-werkgevers, verzekeringsmaatschappijen,…);

       

      • Aangifte van schuldvordering in de nalatenschap indien er zich roerende goederen (bv. kapitalen uitgekeerd op grond van een levensverzekering) en/ of onroerende goederen bevinden in het actief van de nalatenschap.

       

      Artikel 6: AFWIJKINGEN

       

      Het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst kan afwijken van de bepalingen vermeld in dit reglement op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.

       

       

      Artikel 2: 

      Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.

       

      Artikel 3:

      Het besluit van de OCMW-raad van 22 juni 2016 houdnede reglement tot toekennen van een tussenkomst in de betaling voor de begraving van onvermogenden en sociaal geïsoleerden – Minimale begrafenis wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2025.

    • Kennisgeving met betrekking tot het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Resultaat: Met 18 niet gestemd
      Besluit

      De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het feit dat het huishoudelijk reglement van de raad van Galmaarden bij wijze van overgangsmaatregel blijft doorlopen vanaf 1 januari 2025.

    • Goedkeuring van de notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 december 2024

      Onderwerp

      De algemeen directeur legt de ontwerpnotulen voor van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 december 2024.

      Regelgeving

      Het decreet lokaal bestuur, artikel 32

      Motivering

      Aangezien met de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 december 2024 de laatste raad van de legislatuur heeft plaatsgevonden, wordt aan de raadsleden gevraagd de notulen met toepassing van artikel 32 van het decreet lokaal bestuur staande de vergadering te willen goedkeuren.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Veerle Dero, Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne, Kristof Andries
      Voorstanders: Ludo Persoons, Patrick Decat, Marleen Merckaert, Ludo Van Paepegem, Kurt Penninck, Melissa Van Eesbeek, Veerle Dero, Gunther De Smedt, Jo Stalpaert, Rita Paindavin, Kim Bonduelle, Rudy Thiebaut, Gerda Persoons, Etienne Mignon, Filip Durant, Kristof Billens, Michel De Bock, Daniel Fonteyne
      Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
      Besluit

      Artikel 1:

      De notulen van de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 december 2024 worden staande de vergadering goedgekeurd en door de meerderheid van de raadsleden en de algemeen directeur ondertekend.

MONDELINGE VRAGEN

 

 

 

 

GOEDKEURING NOTULEN.

In toepassing van artikel 32§3 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn werd vastgesteld dat gedurende de raadzitting geen bemerkingen werden gedaan in verband met het verslag, zodat de notulen van de vorige raadzitting werden goedgekeurd.

Namens Raad voor Maatschappelijk Welzijn,

Kristof Andries
algemeen directeur

Veerle Dero
voorzitter raad