De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen met ingang van 1 januari 2025 goed.
De raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd om het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen met ingang van 1 januari 2025 goed te keuren.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 77, 285-288, 330-334, 350 en 351
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
De organieke wetgeving van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het woonzorgdecreet van 15 februari 2019
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 houdende definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1 januari 2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Het OCMW Galmaarden heeft op heden geen reglement omtrent de opname en ten laste name van de verblijfskosten van een persoon verblijvende in een erkende assistentiewoning.
Een assistentiewoning is bedoeld voor oudere personen die nog voldoende zelfredzaam zijn om zelfstandig te wonen maar waar wel extra zorg zoals crisishulp en woonassistentie is voorzien. Dit tegenover woonzorgcentra die eerder voorzien zijn voor zorgbehoevende personen. Via assistentiewoningen kunnen woonzorgcentra ontlast worden en kunnen zij bijkomend plaats maken voor de meer zorgbehoevende personen.
In een assistentiewoning kan een bewoners zelf thuisverpleging en mantelzorg regelen en moet men instaan voor boodschappen, maaltijden en poetsen. In een woonzorgcentrum is 24 uur zorg, eten en poetsen in de prijs is inbegrepen.
Uitgaande van het basisprincipe dat ook een senior met een beperkt inkomen recht heeft om in een assistentiewoning te wonen en niet noodgedwongen moet kiezen voor een woonzorgcentrum is het aangeraden dat het OCMW ook een reglement maakt voor deze doelgroep.
De dagprijs voor assistentiewoningen is in Vlaanderen heel verschillend en de samenstelling van de dagprijs varieert. Er wordt gekozen voor een forfaitaire tussenkomst waarbij na aftrek van de naakte huurprijs voor de assistentiewoningen van hun inkomen bewoners nog een bedrag van 960,97 euro (alleenstaande) en 1666,75 euro (gezin) nodig hebben om al hun vaste kosten te kunnen betalen.
Inwoners van de seniorenwoningen vallen niet onder dit reglement maar onder het reglement betreffende de huurpremie.
Artikel 1:
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement tussenkomst voor assistentiewoningen door het OCMW als volgt goed:
Artikel 1. Doelstelling
Het OCMW Galmaarden voorziet een financiële ondersteuning, onder de vorm van een tussenkomst, om senioren met een beperkt inkomen de kans te bieden om in een assistentiewoning te wonen.
Artikel 2. Toepassingsgebied
Het bevoegd OCMW is het OCMW van de gemeente waar betrokkene gedomicilieerd was op het ogenblik van zijn opname in een erkende assistentiewoning (art. 2§1 van de Wet van 02 april 1965).
Artikel 3. Definities
Artikel 4. Bedrag tussenkomst
De tussenkomst moet de bewoner van een assistentiewoning toelaten kwaliteitsvol te wonen en volwaardig te kunnen participeren aan de maatschappij. Naast het betalen van de huur dient de bewoner nog voldoende inkomsten te hebben om in zijn levensonderhoud te voorzien.
Om te bepalen hoeveel iemand nodig heeft, baseren we ons op richtbedragen opgedeeld in korven per soort uitgave.
Op basis hiervan wordt een inkomen gegarandeerd van € 960,97 voor een alleenstaande en
€ 1666,75 voor een koppel, na betaling van de (naakte) huurprijs.
4.1 Berekening tussenkomst
Artikel 5. Voorwaarden
Artikel 6. De aanvraag
6.1 Procedure aanvraag
De aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend door de begunstigde zelf of zijn vertegenwoordiger bij de voorzitter van het OCMW. De aanvraag kan ook op elektronische manier worden ingediend volgens formulieren vastgesteld door de minister.
Na indiening van de aanvraag zal de maatschappelijk assistent een aantal gegevens opvragen om de financiële en sociale situatie van de begunstigde in kaart te brengen. Het gaat concreet om:
- een overzicht van alle mogelijke inkomsten
- een overzicht van de roerende en onroerende goederen
- eventuele polissen hospitalisatieverzekering en BA-verzekering
- een ondertekend contract tussen de begunstigde en de residentie bij opname
- de dagprijs in de assistentiewoning
- een duidelijke toelichting van de tarieven van de residentie
- de goedkeuring van het agentschap zorg en gezondheid voor de toepassing van de dagprijs
- het huishoudelijk reglement van de residentie (indien nog niet in het bezit van het OCMW)
- een overzicht van de rekeningen en financiële contracten in het Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten (CAP), op te vragen door de begunstigde of zijn vertegenwoordiger
-volledige uittreksels van de laatste 3 maanden van elke rekening.
-uittreksels met de stand van elke rekening voor de 5 jaar voorafgaand aan de aanvraag.
De aanvrager geeft het OCMW tevens een machtiging om informatie op te vragen bij verschillende instanties, zoals financiële instellingen (febelfin), de kruispuntbank voor sociale zekerheid en bij openbare besturen, en onder meer bij de ambtenaren van de Mechanografische Dienst van de Administratie der Directe Belastingen en bij dienst Registratie en Eigendommen. Dit is essentieel voor een grondig onderzoek naar de financiële en sociale situatie van de begunstigde, waarbij het OCMW tot 10 jaar terug kan kijken.
Als deze informatie niet tijdig wordt aangeleverd, kan dit leiden tot een onvolledig onderzoek, wat weer kan resulteren in een weigering van de aanvraag voor financiële ondersteuning.
Als het OCMW vaststelt dat de begunstigde een aanzienlijk deel van zijn vermogen heeft weggeschonken voorafgaand aan de hulpvraag, kan het OCMW de steunaanvraag weigeren.
6.2 Onderhoudsplicht
Bij de aanvraag wordt ook een onderzoek gevoerd naar de onderhoudsplicht om vast te stellen of (een deel van) de kosten kunnen teruggevorderd worden op de onderhoudsplichtigen.
De tussenkomst kan worden teruggevorderd bij de onderhoudsplichtigen van de begunstigde. Dit is geregeld in artikel 98, §2 van de OCMW-wet.
Wie is onderhoudsplichtig?
De personen die verplicht moeten worden aangesproken:
De personen die facultatief aangesproken kunnen worden:
Hoeveel bedraagt de onderhoudsplicht?
De onderhoudsplicht wordt beperkt door 3 factoren:
De formule is: Tussenkomst OCMW
Aantal descendenten eerste graad
In uitzonderlijke situaties kan het OCMW, op basis van goede motivatie, meer terugvorderen dan het kindsdeel, bijvoorbeeld bij duidelijke welstand van de onderhoudsplichtige.
Uitzondering bij vrijwillige verarming: als het vermogen van de begunstigde in de vijf jaar voorafgaand aan de financiële tussenkomst zonder aanvaardbare redenen aanzienlijk is verminderd, kan het OCMW de kosten terugvorderen van onderhoudsplichtigen, zelfs als hun inkomen onder de minimumdrempel valt.
Billijkheidsredenen: Het OCMW kan omwille van billijkheidsredenen individuele uitzonderingen op de onderhoudsplicht toestaan. Dit wordt per geval beslist en gemotiveerd op basis van een grondig sociaal en financieel onderzoek. Het is aan de onderhoudsplichtige om het OCMW schriftelijk op de hoogte te brengen van deze billijkheidsredenen.
Artikel 7. Toekenning en uitbetaling
Indien de inkomsten van de begunstigde in de loop van het jaar met minstens 10% wijzigen ten opzichte van de inkomsten van het aanvraagmoment wordt de tussenkomst herzien.
Het OCMW behoudt zich het recht voor om bijkomend alle inlichtingen in te winnen die het nodig acht. Het deelt zijn beslissing binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag aan de begunstigde mee die deze beslissing desgevallend kan aanvechten zoals voorzien in de wet.
De tussenkomst in de dagprijs wordt toegekend voor een periode van maximum 1 jaar en wordt jaarlijks in januari herzien.
Artikel 8. Indexering
Alle bedragen vermeld in dit reglement worden jaarlijks op 1 januari N geïndexeerd op basis van volgende formule:
bedrag 1/1/2025 x gezondheidsindex november N-1
gezondheidsindex november 2024
Bij een negatieve index (tegenover vorig dienstjaar) blijft de tussenkomst ongewijzigd.
Artikel 2:
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025 en vervangt eventueel voorgaande reglementen.